De tweede schepping : het schaap Dolly en het tijdperk van de biotechnologie
Ian Wilmut (Auteur), Keith Campbell (Auteur), Colin Tudge (Medewerker)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, © 2001 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 575 WILM |
Besprekingen
31/12/2002
In 1997 stond de hele westerse wereld in rep en roer n.a.v. een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift 'Nature'. Daarin werd de geboorte aangekondigd van het eerste gekloonde zoogdier, Dolly. Onmiddellijk werden talloze artikelen gepubliceerd waarin de gevolgen van dit kloonwerk werden geschetst, sommige met ernstige argumenten, andere met gefantaseerde sciencefictionverhalen. Colin Tudge nam zich voor om samen met de auteurs van Dolly, Ian Wilmut en de minder bekende maar des te belangrijkere Keith Campbell, een boek te schrijven over de historiek van Dolly en de gevolgen van het klonen.
In De tweede schepping laat Tudge beide mannen aan het woord. Nu eens in de ik-persoon, dan weer in de we-persoon, naargelang het hoofdstuk en de rol die elk van beide mannen speelde, vertellen ze hun inzichten, bedoelingen en leggen ze de lezer uit welke wetenschappelijke en experimentele weg ze hebben moeten afleggen om hun doel te bereiken. Ze trachten ook duidelijk te maken dat niet Dolly het doel van hun onderzoek was, maar wel een dieper inzicht in de differentiatie van verschillende lichaamscellen, waardoor het mogelijk moet worden om gentherapie te ontwikkelen.
Op het einde van het boek vraag je je onwillekeurig af welke de echte drijfveer is om dit soort experimenten op te zetten. Ian Wilmut is duidelijk gemotiveerd door de suikerziekte van zijn vader. Toch blijken beide mannen in een concurrentiepositie tegenover mekaar te staan. Het komt eropaan patenten te verwerven, omdat fundamenteel onderzoek sinds de jaren '80 steeds geprivatiseerd wordt. In hoeverre zij de verleiding kunnen weerstaan om ethische grenzen te overschrijden (door bv. op termijn toch maar mensen te gaan klonen), is zeer de vraag.
De tweede schepping is een bijzonder vlot lezend boek, ondanks de niet zo eenvoudige materie. Het leest als een roman, maar geeft tegelijk een goed beeld van de wetenschappelijke processen die worden besproken. Het glossarium achteraan biedt de neofiet de nodige houvast, en voor wie de zienswijze van de auteurs op bepaalde onderdelen wil kennen, is achteraan een uitgebreid register opgenomen.
Dit verhaal van Dolly kan zeker bijdragen tot een goed verloop van het bio-ethisch debat dat vandaag op alle niveaus van de samenleving wordt gevoerd. Toch verdient het aanbeveling om ook andere stemmen te laten horen. Er is immers een hemelsbreed verschil tussen het klonen van dieren en het klonen van mensen. De auteurs van dit boek zijn geen voorstanders van het onvoorwaardelijk klonen van mensen, maar ze sluiten dit in een verdere toekomst toch ook niet echt uit. Voor een genuanceerde lectuur van dit verhaal past een confrontatie met bv. de jammer genoeg niet in het Nederlands beschikbare boeken van de Franse IVF-specialist en 'vader' van de eerste Franse proefbuisbaby Amandine, Jacques Testart (L'oeuf transparant; Le désir du gène; Le magasin des enfants). Bij hem vind je niet hetzelfde succesverhaal, maar een nuchtere filosofische bezinning op basis van de geschiedenis van dezelfde 20e eeuw als die waarin Dolly het levenslicht zag. [Pierre Hernalsteen]
Ir. A.P.W.M. van der Putten
Diepgaande, journalistieke beschrijving van een gecompliceerd thema: klonen van het schaap Dolly door transplantatie van een celkern uit een volwassen lichaamscel van een donorschaap. Met uitvoerige bespreking van biotechnologische achtergronden en verklaringen, de historische ontwikkeling in de biologie en de biotechnologie, de ontwikkelingen van het biotechnologische werk in het onderzoeksinstituut, de voorafgaand aan Dolly gekloonde schapen en het daarna genetisch getransformeerde schaap Polly. Helaas ontbreken toelichtende plaatjes. Het nawoord schetst de ontwikkelingen en ethische discussies rond biologische manipulatie sinds het klonen van Dolly: toepassingen van biotechnologie op landbouw-huisdieren; uitvoerige verhandeling over bezwaren tegen het klonen van mensen. Waar het klonen - zijnde het vervangen van de normale geslachtelijke voortplanting - diep ingrijpt in het wezen van een levend wezen, is de bespreking van de ethiek van het genetisch manipuleren van dieren filosofisch aan de magere kant. Als enige criterium wordt het dierenwelzijn genoemd, terwijl integriteit, eigenheid en natuurlijkheid van het dier sinds de snelle opkomst van biotechnologie vanaf 1970 wezenlijke ethische begrippen zijn in de mens-dier relatie. Met verklarende woordenlijst en een register.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.