Двенадцать стульев
Ilja Ilf
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Wereldbibliotheek, cop. 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ILF |
31/12/2002
Het Russische schrijversduo Ilja Ilf en Jevgeni Petrov had al een paar ongelooflijk humoristische romans (o.a. De twaalf stoelen -- 1994), vele verhalen en columns op zijn naam staan, toen het begin oktober 1935 aan een reis door de Verenigde Staten begon, toen nog het land der onbegrensde mogelijkheden. Ze waren met de boot aangekomen, kochten een auto en begonnen, in het gezelschap van een Amerikaans koppel dat als tolk, gids en chauffeur fungeerde, aan een reis van New York naar Californië en via het Zuiden weer terug. Ze doorkruisten 25 staten en honderden steden in goed twee maanden. Ze zagen woestijnen, prairies, de Rocky Mountains, de fabrieken van Ford, de Niagara-watervallen, de Grand Canyon, het Witte Huis, spraken met Hemingway, Henry Ford en Upton Sinclair, maar ook met jonge werklozen, ingenieurs, indianen, revolutionaire arbeiders enz. In februari 1936 waren ze terug. Op basis van hun impressies, die tijdens hun reis al in de 'Pravda' verschenen, en hun notities schreven ze dit boek, dat in 1937 verscheen. Het is plezierige lectuur omdat de twee rasjournalisten zijn, die oprechte bewondering en verbazing kunnen opbrengen voor de techniek en de service, maar ook een scherp oog hebben voor het grote contrast tussen rijk en arm, voor de uniformiteit van de vermaaksindustrie, het slechte Amerikaanse eten, het lage culturele peil, de stompzinnige publiciteit, het racisme... Interessant zijn de parallellen die ze trekken met de toestanden in hun eigen land. Ilf en Petrov waren loyale socialisten, die vast geloofden in de eigen weg van de Sovjet-Unie. Dat de toenmalige sovjetkritiek tamelijk terughoudend was, bewijst hoe moeilijk ze het had met dit boek.
Amerika eenhoog is vandaag nog uitstekend leesbaar, het beeld heel herkenbaar. De heer en mevrouw Adams, die de auteurs overal begeleiden (Ilf en Petrov kenden heel weinig Engels), zijn duidelijk een bedacht cliché. Ze zijn er eigenlijk om voor de humoristische noot te zorgen, maar dat valt wel eens melig uit. De vertaling van het boek is uitstekend. De vertaler heeft er zich wel voor gewacht een al te moderne toonhoogte aan te slaan en erover gewaakt de stijlkleur van de Russische uitgave van 1937 te benaderen. Jammer dat hij in 'Gustav Emarre' Gustave Aimart niet herkend heeft. [Jos Van Damme]
Willem G. Weststeijn
De schrijvers uit Odessa Ilja Ilf (1897-1937) en Jevgeni Petrov (1903-1942) zijn vooral beroemd geworden door hun twee schelmenromans 'De twaalf stoelen' en 'Het gouden kalf' (recentste Nederlandse vertalingen 1994). In Rusland waren ze in de jaren dertig bijzonder populair met hun talrijke komische verhalen en feuilletons. In 1935-'36 maakten ze een uitgebreide tocht door de Verenigde Staten, waarvan ze regelmatig verslag deden in de 'Pravda'. De stukken werden later gebundeld in 'Amerika eenhoog' (1937). In Amerika bezochten Ilf en Petrov alle belangrijke bezienswaardigeheden en spraken ze van hoog tot laag met talloze Amerikanen. Opmerkelijk in hun amusante stukken is, naast de bewondering voor de Amerikaanse welvaart en techniek, hun scherpe inzicht in de minder positieve kanten van de Amerikaanse samenleving: het smakeloze eten, de banale films, de algehele oppervlakkigheid van de mensen. Een verfrissende kijk van de oude op de nieuwe wereld die zijn actualiteit nog bepaald niet verloren heeft. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.