Tijl Uilenspiegel
Charles De Coster
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Averbode, 2001 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VAND |
te/ep/08 s
Als Henri van Daele over poezen schrijft, leest iedereen met spitse oortjes. Van Daele is een meester-verteller, dat komt omdat hij vooral goed kijkt. Ik denk dat hij het liefst uren naar de tuin zit te kijken, naar de poezen, de meesjes, de egels, en zelfs de muggen. Zeg maar Toet is dan ook een prettig verhaal. Met leuke grapjes en vaak aardige vondsten. Zo klampen sneeuwmannen zich aan de winter vast, tot ze hun langste tijd hebben gehad. 'Dode sneeuwmannen gaan niet naar een piramide. Ze worden gewoon water en verdwijnen in het riool", bedenkt Toet die in werkelijkheid Toetmosis-Anton III heet maar door zijn Baasje Pinguïn genoemd wordt. Dat Baasje drinkt meer dan goed is voor hem, én voor zijn huwelijk. Als Toet vader is geworden van een vijfling pakt Vrouwtje haar koffers en vlucht het huis uit. Baasje leeft vanaf dan op een rantsoen van vis uit blik en slaapmutsjes. Tot er een nieuw Vrouwtje in huis komt. Van Daele beschrijft die dranktaferelen niet uitvoerig, maar toch monkelend en redelijk instemmend. Van Daele laat op het einde van het verhaal de touwtjes schieten, en stapt rond alle problemen heen. Dronken? Nou en? Echtscheiding? Nou en? Makkelijk schrijven mag niet eindigen in gemakzucht. Daar lijdt Van Daele wel eens aan. Goede verhalenvertellers moeten volhouden, tot het bittere of het happy end.
Zeg maar Toet, Henri van Daele (tekeningen van Ann Geerinck), Averbode, 62 blz. Vanaf 10 jaar.
31/12/2001
Het familiaire 'Toet' wordt de lezer door de kat in kwestie genadig toegestaan. En dat is al heel wat als je weet dat zijn werkelijke naam Toetmosis Aton II is, vanwege zijn Egyptische voorouders. Het is al erg genoeg dat Baasje en Vrouwtje hem Pinguïn noemen en dat er ook nog mensen zijn die over 'poes' praten. Het zal duidelijk zijn, Toet is een kat met eigen meningen, die hij vaak deelt met Paard. Dat hun meningen niet parallel lopen aan die van de mensen zal geen verwondering wekken. Bij al ons menselijk doen en laten, bij al onze technische verworvenheden zetten Toet en Paard vraagtekens. Maar ze zijn niet zo star in hun opvattingen dat ze ongevoelig zijn voor de comfortabele kanten van hun bestaan. We maken het leven van Toet mee gedurende vijf seizoenen, van herfst tot en met herfst. Het zijn tevens de vijf hoofdstukken in het boek en daar lopen twee lijnen doorheen. De eerste is die van Toets kattenleven met alle grote en kleine gebeurtenissen die zo'n leven interessant maken. Het kan niet anders of de auteur heeft nauwkeurig geobserveerd hoe katten zich onderling en in hun verhouding tot de mensen gedragen. Het lijkt wel erg veel op de nostalgische mensenpraat van 'vroeger was alles beter'. De tweede lijn heeft betrekking op de relatie tussen Baasje en Vrouwtje, gezien vanuit Toets optiek. In de loop van het verhaal komt daar danig de klad in. Overmatig drankgebruik door Baasje, ruzies en tenslotte Vrouwtje die het huis verlaat. Toet registreert het nauwkeurig en met afstand. Na een periode van verloedering keert voor Baasje het tij; een nieuw Vrouwtje doet haar intrede. Voorwaar, een dramatisch geladen lijn, deze tweede. Een problematiek die nogal veraf staat van kinderen en slechts enigszins acceptabel is doordat Toet als neutraliserende tussenpersoon functioneert. Het is onduidelijk tot welke lezersgroep het boek zich richt. Is het verhaal in zijn geheel niet té beschouwend, voortdurend commentaar leverend op wat Toet waarneemt? In ieder geval valt er te genieten van Henri van Daeles beeldrijke taal. Neem alleen al de karakterisering van de massa: "met een bleek neusje", "zo geel als een klont boter", "als een paardebloem". Of de beschrijving van Baasje die Pinguïns naam in de sneeuw plast en moeite heeft met de dubbele punt. Of de uitleg van Paard wat kaarten en biljarten is. Het kost weinig moeite zo nog even door te gaan. In die feestelijke omgang met de taal staat de schrijver in de waardevolle Vlaamse verteltraditie. [Herman Kakebeeke]
Johan Berenschot
De kater Toet, die Egyptische voorouders heeft, vertelt over zijn ervaringen met de mensen en dieren uit zijn omgeving. Toet, ook wel Pinguïn genoemd vanwege zijn zwarte vacht en witte bef, heeft een humoristische kijk op de wereld. In vijf hoofdstukken, genoemd naar de seizoenen, volgen we de kat ruim een jaar. In korte, fragmentarische stukjes worden zijn belevenissen met o.a. Paard, Egel en straatkat Schele Rosse uit de doeken gedaan. Toet geeft met geheel eigen woorden de menselijke gebruiken weer; zo zijn Baasje en Vrouwtje regelmatig aan het 'duiven'. Helaas loopt halverwege het verhaal de relatie tussen die twee op de klippen. Het dier maakt zich enige tijd zorgen over de baas, die in z'n eentje in huis een hoop rommel maakt. Maar aan het eind van het boek begroet onze hoofdfiguur met veel genoegen een nieuwe bazin. Als resultaat van het 'duiven' tussen Toet en poes Sheherazade worden vijf kleine katjes geboren. Een leuk boek met veel humor en grappige zwartwitillustraties van Ann Geerinck, die ook de gekleurde voorkant ontwierp. Ruime bladspiegel. Vanaf ca. 10 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.