De dans van Victoria
Antonio Skármeta
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SKAR |
31/12/2001
Antonio Skármeta heeft nooit hoog opgelopen met de losgeslagen ambities van militairen, waar ter wereld ook. Dat hij Chili in 1973 na de coup van generaal Pinochet de rug toekeerde is daarvan het logisch gevolg. Een ander gevolg is dat de soldateska in heel zijn bekende oeuvre een bepalende rol speelt, maar dan wel ter vernietiging van de mooie dingen die in wording zijn. Dat was manifest het geval in De postbode, gebaseerd op de droeve realiteit van Chili tijdens de periode van de coup, dat is evenzeer het geval in De bruiloft van de dichter. Het is een beeldig en speels verhaal dat intieme en dramatische scenes zo met elkaar verweeft en zo geraffineerd uitwerkt dat je niet anders kan dan het geheel genoeglijk verorberen alsof het een uit de hand gelopen sprookje is. Ook al worden in een sprookje talloze boze wolven opgevoerd, toch degusteer je het met smaak, omdat je weet dat het 'maar' een sprookje is. Zo ook hier. Maar op dit punt houdt de gelijkenis op, want een sprookje loopt altijd goed af, terwijl in Skármeta's fantasievolle verhaal op de laatste bladzijde de bezorgdheid en het niet-weten overeind blijven. Intussen is de auteur er als geen ander in geslaagd uitslaande dramatiek te koppelen aan intiem geliefkoos en baarlijk nonsensikaal gezwets aan zinnige filosofische hoogstandjes. En hij weet er nog een fraai verhaal uit te toveren ook.
Beeld je Europa in kort voor de Eerste Wereldoorlog, wapengekletter in Duitsland, in Oostenrijk, de Nieuwe Wereld dient zich aan, de Balkan kookt. Vóór de kust van Malitië -- dat zou een stuk van Italië zijn -- ligt het eiland Gema. Zoek het niet op in de atlas, want je zal het niet vinden. Op die onooglijke vlek die sedert tijden al droomt van autonomie, staat de 'dichter' Hieronymus Franck, een rijke ingeweken Oostenrijker, op het punt te trouwen met Alia Emar, een piepjonge plaatselijke schone. Rond diezelfde tijd ook sturen de Oostenrijkers een militaire eenheid om het eiland tot de orde te roepen, maar de troep wordt zonder veel omhaal door een bende jonge snaken tot de laatste man uitgemoord. Een van deze rebellen is de weekhartige Stefano-met-de-blauwe-ogen, en toevallig heeft ook dié zijn indringende kobaltblauwe kijkers op Alia gericht. Een en ander zorgt voor vuurwerk: de Oostenrijkse vloot (!) die ter bestraffing van de snoodaards naar Gema wordt gestuurd, zet een groteske repressie op het getouw, Hieronymus' huwelijk loopt grandioos op de klippen en de rebellenmeute moet op de vlucht, eerst naar het Italiaanse vasteland, en vandaar naar... Chili, een land dat niet veel meer is dan "het kale niets".
Is er een pointe aan dit opgeklopte verhaal? Niet echt. Een boodschap? Misschien wel, maar dan enkel fragmentarisch: zo wordt de oeverloze belachelijkheid van de militaire operaties stevig op de korrel genomen, maar evenzeer het onbesuisde sturm-und-drang-optreden van de jeugdige patriotten; zo gaat het berekend spel van Hieronymus onherroepelijk voor de bijl, maar wordt evenzeer de primaire levensfilosofie van de eilandbewoners tot voorwerp van spot. Kortom, Skármeta spaart in dit burleske verhaal niets of niemand, hij speelt een soms gevoelvol en soms macaber literair spelletje waaraan in de eerste plaats hijzelf genoegen lijkt te beleven. Het weze hem overigens van harte gegund, want hij laat de lezer ten volle meegenieten van het absurde spektakel. En als iets voor Skármeta bijzonder kenmerkend kan heten, dan is het wel zijn vermogen om op een volstrekt harmonische manier fantasie-elementen in te enten op het geschiedkundig feitenarsenaal. Historische achtergrond in deze roman wordt gevormd door de hectische periode vlak vóór de Eerste Wereldoorlog en de migratie naar Amerika, om maar twee aspecten te noemen. In eerste instantie geraak je daardoor op het verkeerde been, want in de veronderstelling dat de historie op de voorgrond staat. Voortdurend moet men gissen naar wat waarheid is, wat fictie. Maar dat maakt deel uit van het spel. Een spel dat Skármeta, dat dient gezegd, regisseert als een echte meester. [Hugo Van Hoecke]
Drs. G.A. Ribbink
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog broeit er wat op het eilandje Gema, voor de kust van Malitië (Dalmatië?), in de Adriatische Zee. Enerzijds worden voorbereidingen getroffen voor een groots huwelijk tussen Hieronymus Franck, bankierszoon en dichter uit Salzburg, en zijn jonge, bekoorlijke bruid, Alia Emar. Anderzijds beraamt een groepje jonge mannen een opstand tegen de Oostenrijkse troepen, om niet in dienst te hoeven. Deze twee verhaallijnen worden samen met andere losse eindjes verweven tot een geheel, en rijkelijk gelardeerd met historische verwijzingen en komische wendingen, op de wijze die we inmiddels kennen van de schrijver. De auteur (Chili, 1940), die doorbrak na de verfilming van zijn boek 'De postbode'* ('Il postino'), heeft zich laten inspireren door zijn eigen grootvader, die ooit vanuit Dalmatië naar Chili is geëmigreerd. Dat hij het daarbij niet zo nauw neemt met de chronologie is tot daar aan toe, maar helaas is het verhaal ook niet erg overtuigend. Daarvoor is het te karikaturaal geschreven, in een stijl van 'lange halen, snel thuis'. Jammer, er had meer in gezeten. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.