De vadsige koningen : roman
Hugo Raes
Hugo Raes (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : RAES |
31/12/2001
In zijn openingsstuk, meteen ook het titeldeeltje voor zijn boek, legt Hugo Raes zijn bedoeling bloot met het schrijven van wat hij op de slotbladzijde zelf noemt zijn 'laatste werk': "Om aan verdere vergiftiging te ontkomen moest ik de dingen in kaart zien te brengen teneinde er opnieuw greep op te krijgen." In elkaar snel opvolgende taferelen, vaak niet langer dan anderhalve bladzijde, blikt Raes terug op zijn leven: zijn kinderjaren, die aanvankelijk somber gekleurd werden door de voortdurende astma-aanvallen, zijn ingeboren drang om zich af te zonderen (hij was, wat Ruyslinck ooit noemde, een 'binnenvettertje'), zijn loopbaan in het onderwijs, zijn liefde voor Marie-Thérèse, zijn tweede vrouw, hun gezamenlijke tochten met de zeilboot en later hun verblijf in hun optrekje in Frankrijk. De berucht geworden schrijversfeestjes, met o.a. gezellen als Paul Snoek, Julien Weverbergh, Paul de Wispelaere en zovele anderen die tot de linkse intelligentsia behoorden die in de jaren '60-'70 sterk naar buiten traden, worden soms tot in de kleinste details beschreven. Ook beroemde figuren, o.a. Anaïs Nin en Jerzy Kosinski, behoorden tot Raes' vriendenkring. Het lijkt erop dat Raes, zeker wanneer hij aan het slot van zijn terugblik overvloedig gaat citeren uit de positieve reacties die hij kreeg op zijn romans, zonodig wil bewijzen hoe belangrijk hij als auteur (geweest) is. Boeiend wordt hij echt wanneer hij, bv. n.a.v. een bijdrage in 'Le Figaro', stilstaat bij de evolutie van de taal ("wij maken tegenwoordig een grote uitverkoop van woorden mee") of wanneer hij zelf de wortels van zijn schrijven blootlegt: "Je kunt ook stellen dat het onzekerheidsmotief en het frustrerende besef van ons eindige leven de drijfveren zijn van veel vormen van kunst." Precies op die momenten waarop Raes de persoonlijke anekdotiek in een breder kader weet te plaatsen, wordt dit boek toch wel interessant. [Jooris Van Hulle]
Jos Damen
De ondertitel van dit volgens eigen schrijven laatste boek van de Vlaamse schrijver Hugo Raes (1929) luidt 'Herinneringen en dagboekbladen'. Raes, beroemd door zijn fantastische proza als 'De vadsige koningen' en 'Een faun met kille horentjes' schetst in deze bundel in 43 korte stukken zijn zeer diverse herinneringen. Dat levert verhalen op over zijn schrijversleven, zijn leven als leraar, zijn ontmoetingen met beroemdheden (Kosinksi, Anaïs Nin, Louis Paul Boon) maar ook over trivialiteiten als hondjes, wijnoogst en Japanse toeristen in Hoboken op zoek naar helden uit een roman van de 19e-eeuwse schrijfster Ouida. Zelfs in dat kleine weet Raes mooie beelden van een voorbije tijd op te roepen. Is dit dan Raes' autobiografie, maar in flarden? Deels wel, waarbij Raes onbevangen lijkt te schrijven over 'deze kanker van de introspectie, het dolen in het eigen ik'. Ook vrouw, vriend en vijand komen aan de beurt. En zeker, er is het nodige geleuter, maar er zijn ook aardige zaken, zoals over de totstandkoming van zijn romans en over het naoorlogse literaire klimaat in Vlaanderen. En omdat Raes om zich heen kan kijken en veel gezien heeft, vormen deze herinneringen een sympathieke afsluiting van een veelzijdig schrijversleven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.