Dat met Leo
Stefan Boonen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2001 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BOON |
31/12/2001
Waar Simon precies woont, is niet duidelijk, maar het heeft veel weg van een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen: "Kenny schuift heen en weer alsof zijn billen vol maden zitten. Nu we maar met zijn vieren zijn, houdt hij zich in. Hij moet wel. Of ik ram hem tegen zijn hoofd. Anders doet Mitte dat wel. Ze rukt zonder aarzelen de oren van iemands hoofd." Boonen beschrijft de situatie in dat tehuis op onnavolgbare wijze, zoals hij dat trouwens in het vervolg van het verhaal met alle situaties doet. Simons moeder zit ergens in Frankrijk en waar zijn vader vertoeft, wordt op een gegeven moment in het verhaal duidelijk: "Sinds wanneer ben je vrij?' 'Vanochtend, ik ...' Hij oefent een glimlachje. 'Hier heb jij niets te zoeken.' Ik krijg mijn mond niet open. Mijn ogen doen pijn. Links de boze tranen en rechts de droeve."
Oom Flakke van Simon is ook niet bepaald het type van de geciviliseerde heer. Hij rijdt in een gammele schroothoop waarin hij alleen Bob Marley draait, woont samen met zijn hond Tarzan en kip Charlotte in een 'chalet', "een rechthoekig houten ding met een verhoogde veranda en geel geverfde luiken." Autobanden, autowrakken, een gebroken wip en een oud bad vormen het decor. Maar oom Flakke heeft meer hart in zijn donder dan Simons vader en moeder bij elkaar. Bij hem mag hij een week doorbrengen. Zwemmen in de langsstromende beek doen ze in hun blote kont, 's nachts liggen ze gewapend met een knuppel op wacht om de onverlaat op heterdaad te betrappen die daar zijn vuilnis neergooit. Als Flakke hem weet te pakken, blijkt het de vriend van zijn ex. Flakkes wraak is zoet. "Dat van een beetje liefde zoveel woede komen kan", laat Boonen Simon denken.
In korte zinnen, vaak met prachtige beeldspraak zet Boonen de figuren en situaties neer. Een ansichtkaart van zijn moeder heeft bij Simon de uitwerking alsof iemand "een koude, stijve sjaal om mijn hals bindt." Bij zoveel mooi taalgebruik is het extra opvallend fouten aan te treffen als: 'wilt mijn oom weten' en 'scheiterd'. Zoiets moet een redacteur voorkomen. Afval steekt door zijn onderwerp keuze en schrijfstijl hoe dan ook ver boven de middelmaat uit. De suggestieve verteltrant wordt prima ondersteund door de dubbele tekeningen van Jan de Kinder. [Casper Markesteijn]
A.C. Rietveld-Prinsen
Simon woont in een tehuis, verlaten door zijn ouders. Onverwacht mag hij bij zijn oom logeren; even hoopt hij dat hij daar zijn moeder zal ontmoeten. Dat blijkt ijdele hoop. Zijn oom biedt hem, ondanks zijn magere bestaan in een keet bij een vuilstortplaats, een goede week. Misschien wel omdat ze zich allebei enigszins buiten de maatschappij geplaatst zien. Geen makkelijk onderwerp; eenzaamheid, verlangen naar ouders en een normaal gezinsleven, vertrouwen in mensen, een moeilijk bestaan voor een verwaarloosde jongen. Het einde is min of meer open. Boeiend geschreven, waarbij veel tot nadenken stemt. Technisch niet moeilijk, maar inhoudelijk niet voor iedereen geschikt. Elk hoofdstuk begint met een klein zwart inktschetsje, genoeg om even een toon te zetten. Verdere illustraties zijn geheel overbodig. Een stijlvol geschreven verhaal dat, in tekst en prentjes, goed de sfeer raakt van Simons eenzaamheid. De onverwachte vriendschap van oom en zijn hond zijn mooi meegenomen. Vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.