O jee het zijn er twee : het eerlijke tweelingboek voor supermoeders
Janneke Jonkman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bakker, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : JONK |
31/12/2001
De hoofdpersonen Max en Kaneel tobben wat af in Janneke Jonkmans veelbelovende debuut Soms mis je me niet. Max en Kaneel hebben een relatie gehad vorig jaar zomer. En nu, nu de lente er weer aankomt, denken zij beiden veel aan elkaar en aan het mislukken van hun relatie. Max twijfelt eigenlijk over alles in het leven. Hij woont uit huis, heeft een jaar communicatiewetenschap gestudeerd en werkt nu in de telemarketing. Dat studeren werd niets, omdat hij meer dan een halfuur in de trein moest zitten om naar de colleges te gaan. En het werk dat hij nu doet, vindt hij het stomste dat er bestaat; het is "speciaal uitgevonden voor mensen die nergens goed in zijn". Maar voorlopig vindt hij het wel prima zo, want hij hoeft tenminste nergens over na te denken. Als hij zich rot voelt, smoort hij dat gevoel met seks. Maar zelfs dan steekt de gedachte dat hij niet zonder Kaneel kan de kop op.
Kaneel doet ook niet wat ze eigenlijk wil. Ze is klaar met school, woont nog thuis, zit aan tafel en schrijft over alles wat ze meemaakt, droomt en bedenkt. Twee keer in de week werkt ze in de universiteitsbibliotheek. Ze had al op reis willen zijn, en twijfelt of ze nog zal gaan, want ze weet niet of het wel waar is dat je van reizen veel leert. Zou het niet zo zijn dat je veel meer leert van boeken lezen? Kaneel durft niet weg te gaan, omdat ze zich verantwoordelijk voelt voor haar zusjes Eefje, Jet en Maria. Haar moeder is zo labiel als wat en eigenlijk alleen in de zomermaanden normaal te noemen. Ernst, naar zij denkt de vader van haar drie zusjes, is vertrokken en komt zo nu en dan Eefje en Jet halen om een weekend te logeren. Maria mag dan niet mee en Kaneel denkt dat dit komt omdat Maria bijzonder is, anders dan andere kinderen. Haar eigen vader heeft ze nooit gezien en ze heeft er ook helemaal geen behoefte aan.
Het verhaal is zo gestructureerd dat de lezer mondjesmaat aanwijzingen krijgt over het mislukken van de relatie van Max en Kaneel. Jonkman heeft hoofdstukken geschreven vanuit Max en vanuit Kaneel. De hoofdstukken van Max zijn te herkennen aan het plaatje van twee opgestoken handen en die van Kaneel aan het plaatje van een aardbei. Door het boek heen staan echter ook hoofdstukken waar het perspectief van de auctoriële verteller regeert. Deze hoofdstukken vertellen chronologisch over de tijd dat Kaneel en Max een relatie hadden.
Langzaamaan begrijp je als lezer waarom het is misgegaan en op hetzelfde moment leef je met de ontwikkelingen in Max' en Kaneels leven mee. Soms is er de kans dat de twee elkaar weer tegen het lijf zullen lopen, maar dan is de lezer vaak de enige die daar weet van heeft. Kaneels kleine zusje Maria heeft de gewoonte om weg te lopen als de deur per ongeluk open blijft staan. Op een nacht vindt Max haar midden in de stad. Hij besluit om haar terug te brengen, ook al is hij sinds vorig jaar zomer niet meer bij Kaneel thuis geweest. Kaneel en haar moeder zijn op dat moment naar Maria aan het zoeken, waardoor Max en Kaneel elkaar mislopen. Max schrijft een briefje en legt dat op tafel, maar Maria heeft de gewoonte om elk stukje papier dat ze in haar handen kan krijgen te verscheuren. Het blijft voor haar en haar moeder wel een raadsel hoe Maria thuis is gekomen, maar ze vermoeden dat Maria zelf begint te leren hoe ze weer naar huis moet. Max vraagt zich ondertussen af waarom hij niets van Kaneel hoort, niet eens een bedankje voor het thuis brengen van Maria.
Die extra kennis bij de lezer zorgt voor spanning en geeft het thema gestalte. Nergens geeft Jonkman de hoofdpersonen dramatische woorden in de mond, ook al voelen ze zich nog zo verlaten. Het menselijk tekort om relaties aan te gaan, krijgt diepgang door de structuur van het verhaal. Kaneel en Max leven langs elkaar heen en de lezer is de enige die getuige is van het verlangen naar elkaar.
Kaneel doet tot twee keer toe een poging om naar Max te gaan. De eerste keer springt ze op de fiets, koopt aardbeienthee voor hem en spurt naar hem toe. Onderweg rijdt ze bijna een jongen omver, het is Max. Ze weet zich geen raad met de situatie, want "het moest perfect zijn, ik moest bij hem aanbellen, hij zou opendoen en als hij me zag zou hij alles begrijpen. En nu kwam ik hem hier tegen, op straat." Kaneel zegt prompt de verkeerde dingen en fietst na een kort en onbenullig gesprekje hard weg. En ook Max wil weer contact met Kaneel, maar hij durft niet te bellen of langs te gaan. Hij besluit een brief te schrijven terwijl hij zich helemaal van de wereld afsluit; zelfs de telefoon trekt hij eruit. Als hij zijn telefoon heeft aangesloten, blijkt dat Kaneel een bericht heeft ingesproken op zijn voicemail. Ze klinkt verdrietig en een beetje ongeduldig. Toch durft Max Kaneel niet te bellen. Want wie weet stonden er wel meer berichten op zijn voicemail en zijn die al gewist omdat hij zijn telefoon zo lang niet aan had staan. Hij besluit zijn brief af te maken, maar bedenkt zich dat Kaneel misschien ook een brief gestuurd kan hebben. Hij gaat naar beneden en doorzoekt de berg post die daar ligt. En er ligt een brief, maar die beantwoordt totaal niet aan Max' verwachting. En waarom niet, dat moet hier in het midden blijven, want de roman is te goed gestructureerd, te mooi om dat te verklappen. Het boek bevat zoveel meer dan hier weergegeven kan worden, dat ik me geconcentreerd heb op de hoofdlijn. De zijpaden over Maria, over Kaneels moeder en vader zijn echter ook belangrijk voor de ontwikkelingen in de hoofdlijn.
Janneke Jonkman (geboren in 1978) heeft een prachtdebuut geschreven over het menselijk tekort om een relatie aan te gaan en te onderhouden. Ze heeft een zeer eigen schrijfstijl die gekenmerkt wordt door spelletjes met taal, filosofische gedachten en door een lichtvoetige manier van vertellen over ingrijpende thema's. Daar komt bij dat ze slechts enkele woorden nodig heeft om een personage neer te zetten. [Miriam Piters]
J.H. Corts
De twee hoofdpersonen in deze roman leven in totaal verschillende werelden. Max leeft in een wereld vol snelle vriendschappen en kortstondige liefdesaffaires en leeft van feest naar feest. Kaneel droomt weg achter de keukentafel en probeert het leven te begrijpen door het in woorden te vangen en op te schrijven. Haar vreemde zus Maria is er de oorzaak van dat Max en Kaneel elkaar ontmoeten en ongemerkt steeds meer met elkaar te maken krijgen. Zowel Max als Kaneel beseffen niet dat ze belangrijk voor elkaar zijn, maar dan is het weer Maria die voor beiden de trieste aanleiding vormt om beter naar elkaar te zoeken. Deze debuutroman van de in 1978 geboren schrijfster laat zich gemakkelijk lezen en geeft een realistisch beeld van de levensstijl van veel hedendaagse jongeren. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.