Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Birgit Vanderbeke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, cop. 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VAND VAND |
31/12/2001
De in Oost-Duitsland geboren Birgit Vanderbeke (1956) vluchtte op jonge leeftijd met haar ouders naar West-Duitsland. Het andere Duitsland, dat van haar adolescentie, is meteen ook het decor van haar debuut, Het mosselmaal (1990). Of om preciezer te zijn, het decor is een Duitse huiskamer. Moeder heeft mosselen klaargemaakt om vader te vieren die terugkeert van een dienstreis en promotie heeft gekregen. Een pot mosselen, wijn, moeder en haar twee kinderen -- alles is klaar, maar vader is te laat. Dat is nog nooit gebeurd: vader is nl. een uiterst stipte vader. Een ambitieuze man die in West-Duitsland vooruit wil komen en eist dat zijn gezin zich daaraan aanpast. Zijn vrouw moet zich opdirken, recepties organiseren en mee naar de juiste concerten gaan. Vrouw en kinderen moeten zich onderwerpen aan zijn discipline en zijn idee van een goed Duits gezin. Dat werd tot dan door iedereen min of meer stilzwijgend aanvaard, maar op het uitblijvende mosselmaal gaan enige dekseltjes van de potten en uiten de drie eerst voorzichtige, dan driestere, ten slotte bepaald ongehoorde kritiek aan het adres van de huiskamerdespoot. De schellen vallen van de ogen en wat daar in zijn blootje gezet wordt, is een banale, Duitse levensstijl die de proeve der kritiek helaas niet doorstaat en ten slotte wordt verworpen. Vanderbekes fantasierijke taalgebruik verleent extra uitdrukkingskracht aan deze satirische schets.
Literair succes is relatief: Het mosselmaal werd destijds door het Literarisches Quartett met Marcel Reich-Ranicki onder lof bedolven en critici gewaagden van een unieke en nieuwe toon in de jongste Duitse literatuur. Maar bij nauwkeurige lectuur stel je vast dat Het mosselmaal meer is dan alleen een media-hype. Ellenlange en toch soepele zinnen, bijna bezwerend aandoende zinsnedes die herhaald worden en avontuurlijke woordverbindingen vangen de aandacht van de lezer. [Kris Lauwerys]
Redactie
Een vrouw zit met zoon en dochter aan tafel te wachten op de thuiskomt van hun man en vader. Feestelijk, bij een pan mosselen, want als pa thuiskomt heeft hij zo goed als zeker promotie gemaakt. Hij komt echter niet opdagen. In een lange innerlijke monoloog, vol herinneringen aan haar jeugd, zet de dochter naar vader neer als een echte huistiran, geestelijk geweld uitoefenend over vrouw en kinderen, met starre denkbeelden over 'echte gezinnen'. Naarmate de avond vordert en duidelijk wordt dat hij niet meer komt, merkt de lezer dat men het voortaan graag zonder hem zal stellen. Een scherp portret, ironisch. Lange zinnen, zoals bij een voortstromende, van de hak op de tak springende gedachtegang, maar toch heel duidelijk en, soms meesmuilend, leesbaar. Prima debuut. De Duitse schrijfster (1956) kreeg er de Ingeborg Bachmann-prijs 1990 voor. Formaat 14 x 18 cm, ruim gezette kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.