De man die uit de lucht viel
Annie Van Keymeulen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, cop. 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KEYM |
Martine Cuyt
ru/eb/24 f
Annie Van Keymeulen schrijft jazz met 'Bas'
- Hoe bent u terechtgekomen in de verschillende werelden van harmonies en jazz?
Annie Van Keymeulen: «Ik ken fanfares en harmonies zoals iedereen die in een dorp opgegroeid is. En ik had een oudoom die bij de muziek was, een typische figuur, hij had zo in 'Wij heren van Zichem' kunnen meespelen. Ook mijn vader heeft in zijn jonge jaren klarinet gespeeld, maar dat weet ik slechts van verhalen en foto's. Fanfares en harmonies waren een soort cement in het gemeenschapsleven, die mensen bij elkaar brachten. Zoals ik een klarinetspeler van een big band tegen mijn Marcel Lijsterman zeggen: 'Dat mogen ze mij nooit afpakken.'»
- En jazz?
«Met de jazz ben ik om zo te zeggen getrouwd», zegt Annie. «Als je met een muziekliefhebber samenleeft, leef je ook met zijn muziek. Mijn man heeft me met zijn enthousiasme aangestoken en geleerd om er gericht naar te luisteren. Sommige muziek intrigeerde me meteen. Neem Thelonious Monk. Wat doet die kerel daar op z'n piano, vraag je je af? Tegen de harmonie ingaan en een nieuwe harmonie opbouwen. Dat leeft, dat vibreert.»
Coltrane
- Is John Coltrane, de muzikale vader van uw romanfiguur Marcel, ook de uwe?
«Coltrane is een mijlpaal in de jazzgeschiedenis. Zoals je de muzikale tijd kunt indelen in voor en na Armstrong, zo heb je ook voor en na Coltrane. En toen hij in '67 stierf, rouwden alle (zwarte) muzikanten, dichters en schrijvers. Hij bleek een ernstig, gedreven en verantwoordelijk persoon, iemand die nadenkt en zoekt en blijft vernieuwen. Hij is ten voeten uit wat de zestienjarige Marcel Lijsterman nodig heeft en niet vindt in zijn eigen vader. Coltrane is natuurlijk ook een van mijn favorieten, anders had ik niet op die manier over hem kunnen schrijven.»
Hartslag
- Is de contrabas het instrument van de jazz zoals de pen voor de literatuur?
«Ik hou van die diepe, warme tonen, de hartslag van de jazz, dat is de contrabas. Je hoort hem bijna niet, maar hij is de levende basis. Ik wist heel weinig over het instrument. Marcels worsteling met de contrabas is ook de mijne geweest. De research heb ik bijzonder graag gedaan: optredens, muziek beluisteren, kijken naar de musici, vooral naar de bassisten, grasduinen in de jazzwereld, muziekgeschiedenis bestuderen, vakliteratuur doornemen.»
- Schrijft u met muziek in de oren?
«Vaak. Een verhaal heeft een ritme, een pulse, een emotionele lading. Dat moet op papier komen, niet in noten en akkoorden, maar in woorden. Als ik aan een verhaal begin, heb ik een thema dat ik meer wil uitdiepen, of een beeld, iets dat me zeer getroffen heeft en daar groeit een verhaal uit. Dat is improviseren. Stilaan krijgt het verhaal vorm, dat is het leukste van het schrijfproces. Als het lukt, tenminste. Daarna komt het bijschaven, schrappen, verbeteren, er een geheel van maken. Dan wordt schrijven componeren.»
31/12/2001
Deze roman opent met een gedicht van Jan Hanlo, waarvan de slotverzen luiden: "mocht mijn fluiten / gelijken op de zang van de grote lijster". Wat voor de op dat moment 16-jarige hoofdfiguur Marcel Lijsterman op een vage en onbereikbare wensdroom lijkt, wordt in het slothoofdstuk, als Marcel de dertig nadert, weer met Hanlo-verzen afgerond: "En waarlijk, na enige tijd geleek mijn / fluiten van de St. Louis Blues / op de zang van de grote lijster". In vier hoofdstukken, die gesitueerd worden in resp.1966, 1968, 1971 en 1979, tekent Van Keymeulen het gevecht dat Marcel Lijsterman moet leveren om zich uit het bekrompen milieu van zijn ouderlijke thuis te bevrijden. O.m. via het motief van de muziek (de titel 'Bas' verwijst letterlijk naar de contrabas die Marcel zal leren bespelen in een JazzKollektief) wordt op een directe en vaak pijnlijke manier duidelijk hoe diep de kloof is en wordt tussen ouders en zoon. Vader en moeder Lijsterman trekken zich, samen met de twee dochters in huis, aanvankelijk nog op aan hun optredens in de Eerdegemse harmonie. Voor Marcel, die wil gaan studeren en totaal andere muzikale interesses vertoont, is het geschetter en gekwetter van de muzikanten een ware marteling. Met zijn contrabas als trouwe gezel, een geschenk van de antiquair voor wie hij af en toe klusjes opknapt, gaat hij op zoek naar de vrijheid. Ook op dit punt blijft Van Keymeulen op een subtiele manier oog hebben voor de onderliggende symboliek: de free jazz, die hij finaal wil gaan spelen, staat voor Marcel aanvankelijk voor de bevrijding van zijn jeugd, maar toch blijven de vragen: "Die free van hen, maakt die me vrijer? Vrijer van wat? Vrijer van het slaapverwekkende dreunen van het gewone leven?" Marcel is twintig op dat moment en beseft dat hij nergens nog bijhoort, net zoals ook de bas in een band buitenstaander blijft: niet bij het milieu van zijn ouders, niet bij de studenten die als luxekinderen door het leven gaan en verdrinken in hun eigen holle theorieën. Tien jaar later is Marcel in Elzenhoek beland, hij geeft er als onderwijzer les aan mentaal gehandicapte kinderen en leeft, schijnbaar althans, een gelukkig leventje met vrouw en kind. Niet toevallig weer keert de openingsscène uit het boek, waarin Marcel beschaamd toekijkt hoe zijn ouders en zusjes mee opstappen in de harmonie, terug aan het slot: Marcel vervangt de zieke dirigent van de Elzenhoekse harmonie en stapt nu zelf aan het hoofd van een troep klungelende muzikanten door zijn geboortedorp. De cirkel lijkt perfect gesloten. Even geslaagd ten slotte is de manier waarop Van Keymeulen een taalregister bespeelt dat de mensen en hun mentaliteit -- die van het Vlaanderen van de jaren '50 en later -- ten voeten uit typeert. [Jooris Van Hulle]
Marita de Sterck
De 48-jarige Vlaamse schrijfster, eerder opgevallen met de romans 'Mijn peepee' en 'Het leeuwerikshuis', brengt weer een sfeervol beeld van het leven op het Vlaamse platteland in de jaren '60 en '70. Marcel wil weg uit het familie- en dorpsmilieu waarin fanfaremuziek favoriet is, maar hij is er aan de andere kant met al zijn wortels mee verbonden. Hij wil geen plaats in de dorpsharmonie, maar verkent met de hulp van een oude antiquair en een al even aftandse contrabas de wereld van de jazz. Deze weg voert hem naar zijn biologische vader én zijn artistieke vader John Coltrane. Niet alleen een boeiend tijdsdocument waarin de auteur met veel kleur en zin voor humor het Vlaamse dorpsleven tekent, maar ook een indringende Bildungsroman, geschreven in een toegankelijke en soepele stijl, met levendige dialogen. Typische woorden uit de jaren '60 en '70 worden achterin verklaard, al blijkt hun betekenis ook uit de context. Waren haar vorige romans al zeer de moeite waard, dit boek is nog krachtiger wat stijl, karaktertekening en sfeerschepping betreft. Levendige psychologische roman die een ruim publiek kan boeien. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.