De zang van de maskers
Claude van de Berge
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
P, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BERG |
31/12/2001
Nadat hij zich eerder liet opmerken met IJsland (1996) en Asland (1998) voltooit Claude van de Berge nu zijn trilogie over het Noordse landschap met Arctica, een bundel die het uitgepuurde landschap van Oost-Groenland tot centrale ruimte neemt. De keuze van de dichter voor uitgerekend de eindeloze vlakte van ijs en sneeuw is allerminst toevallig. Van bij zijn prille carrière als auteur heeft Van de Berge er onafgebroken naar gestreefd om in zijn teksten (aanvankelijk vooral poëtisch proza) het transcendente, datgene wat onuitspreekbaar is maar ons leven geheel beheerst en draagt, gestalte te geven. Voor die thematiek van ontgrenzing vormt het hoge Noorden allicht een uitgelezen decor. De herhaling en de litanie-achtige, gedragen toon van Van de Berges oeuvre sluiten omzeggens naadloos aan bij het sneeuwlandschap, dat eens te meer via artistieke foto's van Arlette Walgraef deze bundel fraai opluistert. De blik van de dichter is onafgebroken gericht op een speuren en een reiken dat tegelijk oog heeft voor de manifestaties van het absolute én voor de kleine details waarin die andere dimensie zich zoekt te openbaren. Allicht zal voor heel wat lezers deze thematiek al te efemeer en abstract-filosofisch klinken. Toch biedt deze poëzie, voor wie geduldig in haar universum afdaalt (of opstijgt, zo men wil), beslist een boeiende odyssee, die tegelijk voert naar de buitenwereld en naar de binnenwereld van het ik. Het gedicht 'Poëtica', waarmee de bundel afsluit, verwoordt dat project op treffende wijze: 'Spreek niet, spreek niet, woord, zwijg. / Verberg je. / Verberg je geheim. // Open je. / En ontdoe ons van onszelf. / Tot alleen jij bestaat.' Met deze Arctica heeft Van de Berge alleszins een van de hoogtepunten van zijn oeuvre, dat tegelijk bescheiden én consequent wil zijn, gerealiseerd. [Dirk De Geest]
Albert Hagenaars
De kenners weten het al lang, de Vlaamse dichter Claude van de Berge (1945) is een van de bestendigste talenten in onze poëzie. Afgaand op z'n nieuwe bundel blijft dat voorlopig ook zo. Evenals bij twee voorgaande bundels, 'IJsland' en 'Asland', zijn barre en afgelegen streken, ditmaal in Groenland, plaats van handeling. Die keuze is niet vrijblijvend, zoals niets bij Van de Berge dat is. Zijn taal zelf lijkt losgewrikt uit de eeuwige ijsvelden. Zijn beelden zijn hard en treffend en verlenen aan zijn zegging een schijn van waarheid. 'Rotsblokken worden door de gletsjerschuring / zand en stof. // Ze waaien door ons heen.' Doordat hij een beroep doet op de spirituele dimensie overstijgt deze poëzie echter plaats en tijd. Juist het balanceren tussen deze drie aspecten maakt dat Van de Berge gevolgd moet blijven worden. Tussen de teksten, zowel losse verzen als cyclussen, staan mooie kleurenfoto's van reisgenoot Arlette Walgraef. Slotsom: indringende verzen van een teruggetrokken dichter.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.