Van Eyck : een optische revolutie
Maximiliaan P.J. Martens
Johan De Smet (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2000 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 736 SMET XXL |
31/12/2001
De ondertitel van het boek geeft preciezer de inhoud ervan weer. Niet de kunst in Latem is hier de hoofdbrok, maar wel een goed dozijn andere kunstenaars, die aan de Leie leefden en werkten: van de gebroeders De Cock, Claus, Buysse, Huys en Sys tot -- een of twee generaties later -- Saverys, Malfait, De Sutter, Gevaert, Schelck en Claeys. Speciaal licht valt op Jan Delvin (Gents Academiedirecteur, gestorven 1922, een merkwaardig pedagoog die zijn studenten alle artistieke ruimte gunde) en anderzijds op Karel van de Woestijne én diens kijk op elk van de hier voorgestelde kunstenaars (én kunstenaressen, want het gaat ook om het "vrouwelijk triumviraat" Anna de Weert, Jenny Montigny en Yvonne Serruys). Het boek is met meer dan 200 (full-page) kleurenafbeeldingen zeer ruim geïllustreerd, bevat een uitvoerig notenapparaat, een goed geactualiseerde selectieve bibliografie en een namenregister (met soms foutieve paginaverwijzingen). De auteur van dit degelijke compilatiewerk (waarin toch ook een stuk eigen archiefonderzoek verwerkt zit) heeft in de structuur van zijn boek weliswaar voor enige afwisseling gezorgd, maar komt wezenlijk niet los van een typisch monografische behandeling, waarbij de afzonderlijke individuen primeren op een ruimere (kunsthistorische en/of tijdsgebonden) samenhang. De kunstkenner zal uit dit boek niet veel nieuws leren; het eigene van het boek bestaat in het belichten van een aantal kunstenaars die in de gewone overzichten meestal naar de tweede rang verwezen worden, maar hier gul (en verdiend) de ruimste aandacht krijgen. Slordige, gebrekkige taal en stijl (en spelling) betekenen een minpunt voor dit voor het overige zo verzorgde boekwerk; enige redactionele en corrigerende ingreep ware hier geen luxe geweest. [Paul Huys]
J.H. Breeschoten
Sint-Martens-Latem is een dorp bij Gent. Rond 1898 vestigde zich daar een aantal kunstenaars zoals de beeldhouwer George Minne en de schilders Valerius de Saedeleer en Gustave van de Woestijne. Het dorp is in de eerste helft van de twintigste eeuw enkele generaties lang aantrekkelijk gebleven voor beeldende kunstenaars. De belangrijkste binding is het landschap langs de Leie. In het werk van o.a. Emile Claus, George Minne, Gustave de Smet en Permeke telt niet alleen het Vlaams expressionisme maar ook invloeden als van Barbizon, impressionisme en luminisme. De waardering voor de besproken kunstenaars steunt in hoge mate op hun deelname aan exposities en salons en besprekingen en kritieken daarop van vooral Karel van de Woestijne. De goed gedocumenteerde en verzorgde uitgave heeft meer dan tweehonderd afbeeldingen in kleur, vaak paginagroot, soms over twee pagina's, uitvoerige bibliografieën, naar jaartal en naar schilder. Stofomslag toont reproductie van detail van een schilderij met tekst in wit en donkerblauw. Wat het uiterlijk betreft lijkt dit boek veel op Piet Boyens, Sint-Martens-Latem*, wat inhoud betreft ligt het accent hier op andere kunstenaars.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.