Pan pan voor de Poeper van de Neger Naakt ; Bar Nicanor
Clément Pansaers
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Vantilt, cop. 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN 877 PANS |
31/12/2001
In 1921 verschijnt bij Ãa Ira!, uitgever van het bekendste Antwerpse avant-gardetijdschrift 'L'apologie de la paresse', een proto-dadaïstisch gedicht van de Vlaams-Brabander Clément Pansaers, die op dat ogenblik in Parijs een van de coryfeeën is in de ontluikende Dadabeweging. Samen met Duchamps, Picabia, Cocteau, Brancusi en Stravinsky werkt hij aan de oprichting van een tijdschrift, 'Le bilboquet', waarvan hij de start niet meer zou meemaken. Hij overlijdt immers kort daarop in 1922, nauwelijks 37 jaar oud. Zijn faam had hij gevestigd met twee dadaïstische plaquettes, die enthousiast verwelkomd werden door André Breton, Tristan Tzara, Theo van Doesburg en andere manitou's van de modernistische strekkingen.
De Apologie van de luiheid, erg knap vertaald door Rokus Hofstede, dateert in feite van 1917 en was een product van zijn Belgische periode, nadaat hij zijn priesterstudies had afgebroken om zich in het artistieke leven te storten. Het is in feite een op expressionistische leest geschoeide tekst met grote betrokkenheid en emotie geschreven, en tezelfdertijd ook al een dadaïstisch commentaar op de samenleving, waarin de boodschap wordt gerelativeerd en wordt opgeroepen tot meer wol en minder gescheer.
In het zog van taoïstische interesses pakt Pansaers de valse tegenstellingen aan die in de samenleving heersen, tussen het ego en het al, lichaam en ziel, leven en dood. In de woorden en commentaren die de ikpersoon richt aan een reeks van figuren -- achtereenvolgens een hoertje, een filosoof, een artiest, een aristocraat, een libertijn, een zwangere vrouw, een snob en een proletariër -- horen we zijn pleidooi voor een leven in luiheid, maar dan wel in de zin van het taoïstische concept, het 'niet-doen', oftewel een leven zonder doeleinden, het leven als de weg die men gaat.
De tekst intrigeert en fascineert door zijn poëtische en beeldende kracht. Spontaan en toch vol van betekenis, geestig en tezelfdertijd provocerend, cynisch en brutaal. Een liefdesverklaring en een scheldpartij tegelijkertijd. [Jan Baes]
J.F. Vogelaar
De vroeg gestorven, in Hoegaard geboren Clément Pansaers (1885-1922) is een onbekende, maar paste in een tijd waarin het wemelde van artistieke vernieuwingsbewegingen en initiatieven. Het katholicisme van zijn jeugd ruilde hij in voor de kunst, via Brussel kwam hij 1920 in Parijs terecht waar hij kennismaakte met velen die later beroemde namen zouden worden. 'Apologie van de luiheid', in Antwerpen gepubliceerd in 1921, vermoedelijk al in 1917 geschreven, is een traktaat over de luiheid als deugd die in strijd is met vrijwel alle maatschappelijke waarden: luiheid als tijd voor liefde en lust. In hooggestemd lyrisch proza, denkend vanuit de buik, spreekt de libertijn allerlei figuren toe, o.m. een prostituée, een filosoof, en zwangere vrouw, politici. De tekst is nu vooral een historische curiositeit, maar laat ook zien hoe een sensibele geest toentertijd op de wereld reageerde. Niemand weet wat de aan een ongeneeslijke ziekte gestorven Pansaers verder nog had zullen schrijven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.