Het bouwen van een brein : het geheim van het menselijke denken ontrafeld
Ray Kurzweil
Ray Kurzweil (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 520.7 KURZ |
31/12/2000
In The age of intelligent machines (1990) voorspelde de auteur tien jaar geleden wat er zou gebeuren wanneer computers eindelijk eens wat anders gingen doen dan het domweg invoeren en uitvoeren van formules. In Het tijdperk van de levende computers stelt Kurzweil zich de vraag wat er gaat gebeuren wanneer computers net zo slim worden als mensen, zelfstandig kunnen leren, hun eigen doelen nastreven zonder hulp van buitenaf en zelfs hun eigen bewustzijn ontwikkelen. Kurzweil ziet deze evolutie als onvermijdelijk. De technologische vooruitgang neemt exponentieel toe en wanneer deze tendens aanhoudt, dan hebben we binnen twintig jaar machines met evenveel 'geheugen' en 'intelligentie' als doorsnee mensen. Deze gedachtegang wordt evenwel ondermijnd door het feit dat er een aantal technologische doorbraken vereist zijn om dit te verwezenlijken. Het is nl. zo dat momenteel het oppervlak waarop transistors worden geëtst (in computerprocessoren) gemiddeld elke 24 maanden halveert. Bijgevolg verdubbelt de rekencapaciteit (het aantal transistors op een chip) elke twee jaar, alsook de snelheid. Deze wet van Moore, zoals ze binnen de computerindustrie gekend is, zal over twintig jaar zijn geldigheid verliezen, om de eenvoudige reden dat de isolatoren van de transistors nog maar een paar atomen dik zullen zijn en de conventionele methode om ze verder te verkleinen niet meer zal werken. Kurzweil probeert deze limiet te omzeilen met de 'wet van de versnelde opbrengsten'. Naarmate de orde exponentieel toeneemt, versnelt de tijd exponentieel (het tijdsinterval tussen opvallende gebeurtenissen neemt af met het verstrijken van de tijd). Eenvoudig gesteld betekent dit dat een andere computertechnologie de draad zal oppikken waar de wet van Moore hem liet vallen. De hele geschiedenis van de computertechnologie lijkt deze wet te volgen. Concreet betekent dit dus dat we in het jaar 2020 gebruik kunnen maken van een desktop pc ter waarde van 1000 (huidige) dollar, die over een rekenvermogen beschikt dat evenredig is aan dat van een menselijk brein. Veertig jaar later zal dezelfde pc een rekenvermogen hebben dat de gecombineerde capaciteit van elke menselijke geest op aarde overtreft. En ook daar stopt het niet...
Uiteindelijk zullen de mensen deze nieuwe superintelligentie assimileren, om de normale biologische evolutie te overstijgen en geest en lichaam te perfectioneren. Kortom, er zal een nieuw ras komen dat de primitieve koolstofwezens zal vervangen. Kurzweil eindigt zijn tijdlijn met de profetische woorden: "Vele millennia later: Intelligente wezens denken na over het lot van het heelal."
Bij de uitwerking van zijn visie behandelt Kurzweil een enorm uitgebreid aanbod van onderwerpen, die hun basis vinden in de meest uiteenlopende onderzoeksgebieden; entropie, chaos, de oerknal, kwantummechanica en thermodynamica vormen de basis van zijn geloof in de onvermijdelijke evolutie van computertechnologie. Daarnaast wijdt hij een uitgebreid deel van zijn boek aan de onvermijdelijke filosofische vraag: 'wat is bewustzijn?' Is de menselijke geest niet meer dan een neuraal netwerk dat net zoals op een computerchip signalen rondstuurt die bepaalde reacties tot gevolg hebben? Het valt te voorspellen dat Kurzweil wat dit betreft op heel wat tegenstand zal kunnen rekenen. Er bestaan nu al computerprogramma's die schilderijen maken, muziekstukken componeren, gedichtjes schrijven, verhalen verzinnen en zelfs grappen maken, maar het eeuwige commentaar op hun verwezenlijkingen luidt steeds: 'er ontbreekt iets'. Kurzweil gaat deze discussie weliswaar niet uit de weg, maar je krijgt wel de indruk dat hij ze tamelijk irrelevant vindt. Het beeld dat hij schetst van alsmaar beter wordende computers die uiteindelijk ook met de mens zelf kunnen versmolten worden, is weinig provocerend. Menig sciencefictionauteur doet het wellicht even goed, zoniet beter. Het tijdperk van de levende computers lijkt dan ook opzettelijk non-lineair opgesteld, enerzijds als illustratie van de chaostheorieën die Kurzweil zo hoog in het vaandel draagt, en anderzijds om de lezer toe te laten zijn eigen pad te kiezen om tot de onvermijdelijke conclusie te komen dat de vooruitblik zoals die ons wordt aangeboden een logisch gevolg van de huidige stand van zaken is. Informatica en logica gaan inderdaad goed samen... [Koen Van der Elst]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.