Verloren eer
Calixthe Beyala
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Wereldbibliotheek, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BEYA |
31/12/2000
Begin jaren '90 bracht de veel geprezen, maar als gevolg van twee plagiaatcontroverses omstreden auteur Calixthe Beyala (Kameroen/Frankrijk) twee romans uit die afweken van haar gebruikelijke stijl. In de picareske Le petit prince de Belleville (1992) en Maman a un amant (1993) vertelt en becommentarieert een Malinese tienerjongen het wedervaren van zijn familie in de Parijse voorstad Belleville. Het tweede boek is nu vertaald in het Nederlands.
Het is jammer dat men niet eerst Le petit prince de Belleville heeft vertaald. Hoewel het vervolg op zich kan worden gelezen, mist de lezer allerlei verwijzingen en het contrasterend verband tussen de twee romans. In dat eerste deel waren de schoolproblemen van Loukoum, de tienerprotagonist en verteller, aanleiding voor een zoveelste ruzie tussen de twee vrouwen van zijn vader Abdou. Dit polygame huwelijk gaf trouwens aanleiding tot een mediaschandaal, en tijdens de ruzie komt Loukoum dan nog te weten dat zijn natuurlijke moeder een prostituee is. Beyala heeft in deze roman haar kritiek op polygamie, seksuele moraal en de positie van de Afrikaanse vrouw verwerkt in een andere context (immigratie) en een andere vorm (een tienerjongen als ikverteller). Vooral de onbevangen blik van Loukoum -- en daarin valt de grootste gelijkenis met De Saint-Exupéry's Nicolas te ontdekken -- en de humor maakten het boek tot een groot succes.
In Mama heeft een minnaar is Loukoum twee jaar ouder en kan het veelgeplaagde gezin zich een vakantie permitteren in het zuiden van Frankrijk. Daar ontmoet Loukoums moeder (d.w.z. degene die hem opvoedt) Maryam een blanke man, die bij haar verloren gewaande gevoelens van liefde en vrijheid opwekt. Terug thuis in Parijs is het opnieuw een onderwijskwestie, ditmaal de alfabetisering van Maryam, die aanleiding geeft tot een fikse ruzie in het gezin. Maryam trekt in bij de blanke, er ontstaat groot oproer in de Malinese gemeenschap, Loukoum voelt zich heen en weer geslingerd tussen zijn vader en moeder.
Beyala heeft het dunne verhaal op een bijzondere manier uitgewerkt. Korte scènes volgen elkaar snel op. Situaties uit het leven van (illegale) migranten worden levendig geschetst aan de hand van raak getypeerde personages en frisse, soms rauwe dialogen. De toon is afwisselend humoristisch, verwonderd of gevoelig. De keuze van een tiener als verteller is geslaagd omdat zo'n jongen een brugfiguur tussen de mannelijke en vrouwelijke wereld is. Zijn perspectief biedt de schrijfster de kans om de vele, tegenstrijdige gevoelens over de verhouding tussen vrouwen en mannen in de Afrikaanse culturen en diaspora van alle kanten te belichten. Loukoum kraamt bv. ruige taal uit over "de listen van de vrouw" en de "autoriteit van de man", maar hij is te jong en te zeer gebonden aan zijn moeder en zijn geliefde Lolita opdat deze uitspraken veel zouden betekenen. Loukoum beseft dat hij een eigen tussenweg moet vinden tussen zijn gevoelens en sociale tradities, en in die zin staat zijn eigen (psychologische) ontwikkeling symbool voor de (sociale) weg die de Afrikaanse gemeenschappen volgens Beyala dienen op te gaan. In Loukoum komen ook nog andere stemmen en gevoelens samen: de koran als leidraad voor het leven, de sociale controle in de wijk, de cultuur van migrantenjongeren, de school, de Franse overheid. Het relaas van Loukoum wordt regelmatig onderbroken door brieven van Maryam, gericht aan een ingebeelde vriendin. Het zijn bittere brieven van een ontgoochelde vrouw die plots een uitweg ziet voor verloren gewaande gevoelens en idealen. Beyala portretteert hier de 'andere' zijde van het verhaal: een onvruchtbare, analfabete vrouw die lijdt onder polygamie, mannelijke promiscuïteit en achteruitstelling. Maryams brieven verduidelijken nog het meest de band tussen Le petit Prince de Belleville en Maman a un amant: in de eerste roman vormt de polygamie van Abdou een schandaal voor de Franse goegemeente, niet voor de Malinese diaspora; in het vervolg wordt Maryams affaire veroordeeld door de Malinese gemeenschap. Dit contrast laat Beyala toe de dubbele standaard aan te klagen, maar ze gebruikt het contrast ook om de positieve, zorgzame gevoelens van vrouwen te verkennen. Daarmee illustreert ze een van haar basisthema's: "la femme est le moteur de ce continent [Afrika]". [Chris Bulcaen]
Drs. L.K. de Voogd
Een migrantengezin uit Mali woont in een van de 'zwarte' wijken van Parijs. De twaalfjarige jongen Lonkoum is de verteller. Zijn (stief)moeder is kostwinner en neemt het gezin mee op vakantie naar Zuid-Frankrijk. Daar ontmoet ze haar blanke minnaar; een relatie die voortduurt terug in Parijs. Ook tussenkomst van de zwarte gemeenschap helpt niet, maar uiteindelijk kiest de moeder zelf voor het gezin. Ieder hoofdstuk begint met een poëtische reflectie van de stiefmoeder op haar leven. Dan volgt met humor en in een vlotte stijl het relaas van Lonkoum. Het boek zit vol (zelf)spot, naar de zwarte gemeenschap, de man-vrouw verhoudingen, de achterstandswijk. Maar het is ook heel oprecht over de liefde, trouw, de eerste verliefdheid van Lonkoum. De schrijfster (geboren in Kameroen), studeerde in Parijs. Een vorig boek 'Verloren eer'*, werd bekroond met de Grand Prix du roman van de Académie Française. Een sprankelend boek voor een breed publiek. Het blauwe omslag toont een foto rechtsboven van een lachende Afrikaanse jongen. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.