Knipogen zoals mama
Karl Vissers
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VISS |
31/12/2000
De titel Vanuit nergens met liefde vat het best Karl Vissers' scherpe ontleding van de liefde en bij uitbreiding alle menselijke relaties samen. Alle mensen staan uiteindelijk alleen in de wereld, maar die fundamentele eenzaamheid belet hen niet om waarachtig en o zo pijnlijk lief te hebben. Een substantiële bestaansreden in het 'nergens' is de liefde. Maar hoe paradoxaal het ook mag klinken, die liefde -- en met name de eerste liefde -- confronteert de mens juist met zijn existentiële eenzaamheid. De liefde is immers zo complex en fragiel dat ze de geliefden des te nadrukkelijker met de neus op hun (potentiële) alleen-zijn drukt. Het klinkt allemaal als een gemeenplaats, maar Karl Vissers weet zijn inzichten op een subtiele en zelden filosofisch belerende manier in een helder en vaak herkenbaar verhaal te gieten.
De herkenbaarheid zit niet zozeer in het aloude thema van de liefde. Hoewel het onderwerp er zich voor leent, vermijdt de auteur elke wereldvreemde lyrische schoonschrijverij. Zijn analyse van de liefde is immers onlosmakelijk verbonden met een accurate en vaak schrijnende, maar daarom niet altijd zwartgallige ontleding van de hedendaagse samenleving. Dit aan de oppervlakte schijnbaar onschuldige liefdesverhaaltje over een opgroeiende vijftienjarige jongen, onthult een wereld van misverstanden, vermiste kinderen, drugs en valse helden. Op elke bladzijde speelt Karl Vissers het absolute 'Nergens' uit tegen datgene wat de mens rechthoudt: de liefde.
Rico komt uit een ogenschijnlijk perfect gezin. Zijn vader heeft een goedlopende tandartsenpraktijk, zijn moeder werkt thuis voor een bekend damesblad en zijn zus Nele is een lieve, levenslustige vriendin. Achter de façade gaat echter een ontregelde familie schuil. De incompetentie van de vader om te communiceren belet hem de problemen van zijn vrouw en kinderen te erkennen. Bovendien meent hij dat tucht en discipline leiden tot een harmonieus gezin, maar daarmee stoot hij integendeel alle gezinsleden af. Daarnaast is de moeder volledig in beslag genomen door haar midlifecrisis. Wanneer Rico's zus met hersenvliesontsteking in het ziekenhuis belandt, kan hij bij niemand meer terecht -- ook niet bij zijn jioe-jitsoeleraar Ludo. Gelukkig ontmoet hij Marion. Het klikt tussen de twee en ze geven er alles voor om mekaar te kunnen ontmoeten. Dat moet vaak stiekem gebeuren, want Rico vreest dat zijn vader hun liefde zal afkeuren. De twee geliefden ontdekken elkaars wereld en ook die van de volwassenen in hun omgeving.
Liesbeth, Marions moeder, tracht haar relatie met haar overspelige man Jules te redden. De druk van maatschappelijk succes saboteert niet alleen hun huwelijk, ook dat van Rico's ouders en dat van zijn tante Judith en oom Frederik. Frederik kan zijn maatschappelijk falen niet aan en rijdt zich te pletter tegen een stilstaande vrachtwagen. Maar in de eerste plaats zijn de kinderen slachtoffer van alle touwtrekkerij. Ook de liefde tussen Rico en Marion blijkt niet bestand te zijn tegen de 'wrede' wereld van de volwassenen. Jules verlaat zijn vrouw en verdwijnt spoorloos met zijn dochter. Eenzaam en ziek van liefde blijft Rico achter.
Rico's kernachtige conclusie kan de lezer (her)lezen in het eerste hoofdstuk van het boek: "Vijftien jaar is een niemandsland." Het 'Nergens' komt als overwinnaar uit de strijd die het leven is. Niet voor niets vergelijkt de auteur, bij monde van het personage Reinders, het leven met de Grote Oorlog: "De enige weg is de weg vooruit, naar de loopgraven aan de overzijde. [...] Onderweg halt houden is dan waarschijnlijk verleidelijk. Schuilen achter brokstukken waarover je struikelde en gewoon nergens zijn." Maar dat kan niet, want er zijn steeds "de anderen" en de liefde.
Met dit inzicht is Rico opgenomen in de wereld van de volwassenen. De lezer volgt de hele ontwikkeling van de wat naïeve jongen tot een volwassene die, geconfronteerd met het verlies van dierbaren, besluit dat de mens er steeds alleen voor staat. De manier waarop het boek is ingedeeld in hoofdstukken, weerspiegelt de volwassenwording van het hoofdpersonage. Ze krijgen als titel telkens een kleur mee. Die kleuren zijn niet willekeurig gekozen, maar staan voor een gordel uit de oosterse verdedigingssport jioe-jitsoe, Rico's favoriete sport. Om een bepaalde kleur gordel te halen, moet de jioe-jitsoeka een bepaalde proef afleggen. De jioe-jitsoeka vertrekt van een witte gordel en kan ten slotte door ervaring een zwarte gordel verdienen. De ervaringen waarover het in Vanuit nergens met liefde gaat, hebben vaak te maken met definitief verlies: Frederik pleegt zelfmoord, Marion verdwijnt en oma is gestorven. Zo gaat het er in de werkelijkheid net aan toe, moet Karl Vissers gedacht hebben.
Het hele boek is doordacht geconstrueerd, zonder daarom voorspelbaar of vervelend te worden. De lezer verwerft gemakkelijk zijn zwarte gordel: het boek is vlot geschreven en een geloofwaardige psychologische karakterontleding van de personages draagt bij tot een interessante lectuur. Vissers legt een aantal maatschappelijke problemen bloot (drugs, sociale druk, familiedrama's) zonder ze te benoemen, maar hij laat het verhaal zelf deze problemen oproepen. De auteur vermijdt daarmee eender welke modieuze of sloganeske populaire literatuur te produceren en geeft zichzelf de kans om genuanceerd de diverse gevoelige onderwerpen te benaderen. Karl Vissers doet dat in een sobere, poëtische stijl. Met een minimum aan woorden weet hij een maximum aan betekenissen op te roepen, behalve die van het 'Nergens'. Jammer genoeg slaagt Vissers er niet in om juist met woorden, met de taal zelf het niemandsland op te roepen. Dat zou ertoe bijdragen dat de lezer gedwongen wordt na te denken over Karl Vissers' impliciet aanwezige inzichten. Nu bestaat alsnog het 'gevaar' dat sommige lezers het verhaal louter als een dramatische liefdesgeschiedenis lezen. Maar dat is muggenzifterij bij een sterke roman. [Jan Stuyck]
Marita de Sterck
Hoofdfiguur in deze vlot leesbare psychologische roman is de vijftienjarige Rico die opgroeit in een claustrofobisch milieu en door zijn ouders naar een ouderwets internaat wordt gestuurd. Als hij verliefd wordt op Marion, wil hij zich losmaken van zijn omgeving. Zijn onhandige pogingen om een relatie te beginnen stuiten op onbegrip bij de volwassenen. Zijn ouders en ook Marions ouders hebben slechts oog voor hun eigen frustraties en relatieproblemen. Alleen zijn jiu-jitsueleraar begrijpt waar Rico mee bezig is. Tot die ook in een problematische relatie verzeild raakt. Temidden van volwassenen die hun problemen alleen maar op een krakkemikkige manier aanpakken, groeit Rico naar de volwassenheid toe. Een weemoedige roman over een eerste grote liefde en over de emotionele stommiteiten die mensen - over de generaties heen - dwangmatig blijven herhalen. Van Vissers (1961) verscheen eerder de verhalenbundel 'Knipogen zoals mama' en de roman 'Water wil ik worden'*. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.