Donker toerisme : reizen door het Europa van de 20ste eeuw
Luc Rasson
Luc Rasson (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Pelckmans, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN 856 RASS |
31/12/2001
Luc Rasson, hoofddocent Franse literatuur aan de UFSIA, interesseert zich al jaren voor de 20e-eeuwse Franse literatuur die de taal uitspeelt als een maatschappelijk breekijzer, en publiceerde onlangs zijn bevindingen. Een selectief parcours, waardoor interessante figuren als André Malraux en François Mauriac jammer genoeg uit de boot zijn gevallen, dat aan de hand van een 15-tal auteurs niettemin een duidelijk beeld schept van een typisch Franse problematiek.
Aanvankelijk geloofden de Franse schrijvers van deze eeuw nog in de maatschappelijke relevantie van het woord. "Nous sommes la grande force, avec notre encre et nos plumes", aldus Zola. Literatuur kan de wereld veranderen. Pacifisten als Barbusse, Rolland en Giono zetten n.a.v. de Eerste Wereldoorlog hun woorden in tegen kanonnen, in een poging alle mooipraterij die de ware oorlog verhult te ontmaskeren en de lezer bikkelhard te confronteren met de lichamelijke vernietiging. Nizan, Vailland en Sartre gaan -- de een al wat langer dan de andere -- een communistisch engagement aan, net zoals Céline (mooi geregistreerd als "reactionair modernist"), Brasillach en Drieu la Rochelle aanklopten bij het fascisme. "Dankzij de megafoon die de partij aanrijkt, kunnen je woorden aan slagkracht winnen". De teksten van de vernoemde auteurs tonen echter tegelijk aan dat woorden geen gevolg hebben. Rassons analyse van de vergeten roman Vérité (1902) van Zola, een romaneske kijk op de Dreyfusaffaire, bewijst dat reeds daar twijfels omtrent de macht van het woord opduiken. De auteur van J'accuse speelt, aldus Rasson, een dubbele voortrekkersrol. De loskoppeling van taal en werkelijkheid werd trouwens al door Rimbaud en Mallarmé opgemerkt, maar zou pas diep in de 20e eeuw als dusdanig onder ogen gezien worden. Het is deze breuk, het "verbroken contract" volgens George Steiner, die de Antwerpse literatuurdocent aan de hand van een aantal belangrijke en minder belangrijke auteurs illustreert. In de tweede helft van onze eeuw "leert men leven met de melancholie van het kreupele woord". Yourcenar, Castillo en Makine beseffen de beperkte politieke draagkracht van literatuur, maar blijven wel schrijven, o.a. om in het reine te komen met het verleden toen men de literatuur nog krachten toedichtte die ze uiteindelijk niet bleek te bezitten. Een bijstelling van de mogelijkheden als het ware, waarbij de relevantie van het woord vooral geput wordt uit haar interpretatiepotentie of om het met Max Frisch' woorden te zeggen: "Als de literatuur er niet was, zou de wereld niet anders verlopen, maar wel anders gezien worden." Interessant is dat Rasson ook even de Hexagoon verlaat en een blik werpt op de hedendaagse Algerijnse literatuur, waar woorden hun greep op de werkelijkheid nog niet lijken verloren te hebben. Een functioneel notenapparaat en beknopte bibliografie sluiten het werk af.
Rasson voert zijn betoog op een heldere manier, waarbij een onbetwistbare kennis van zaken, tekstuele inzichten en functionele anekdotiek hand in hand gaan. Bovendien vult hij met dit boek een leegte in, want behoudens Moderne Franse literatuur (Nijhoff, 1996) en Franse literatuur na 1945 (Peeters, 1998-1999), die zich trouwens in de eerste plaats profileren als overzichtswerken, bestaat er bij mijn weten geen enkel recent Nederlands boekwerk dat volledig in het teken staat van de uitdieping ener thema uit de rijke letteren van onze zuiderburen. Dat vergeten werd een lijst toe te voegen met de beschikbare Nederlandse vertalingen van de besproken werken is een schoonheidsfoutje dat hopelijk rechtgezet wordt bij een eventuele volgende druk. [Bart Van Loo]
Matthieu Kockelkoren
Centraal in deze essaybundel staat de - typisch Franse - vraag in hoeverre literatuur macht heeft en welke invloed de intellectueel heeft op het politieke spel. Aan de hand van beroemde voorbeelden als Zola en de Affaire Dreyfus, het fascistische geschrijf van Brasillach en Céline, of het geëngageerde orakelen van Sartre, geeft de auteur (1956) aan in hoeverre literatuur kan dienen als wapen en wat de reikwijdte ervan is. Zijn intelligente, bevattelijk geschreven opstellen bieden een boeiend overzicht van de twintigste-eeuwse geëngageerde literatuur in Frankrijk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.