Wacht tot het voorjaar, Bandini : roman
John Fante
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12497 |
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 1985 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FANT |
Alexandra De Vos
te/ep/04 s
Openbare bibliotheken kunnen mirakels bewerkstelligen, vraag maar aan Charles Bukowski. De held van de Amerikaanse underground liep als stuurloze jongeling de bibliotheek van Los Angeles binnen en kwam als schrijver weer buiten. De reden? Een roman van John Fante. Tussen alle bloedeloze pap in de rekken stond namelijk een exemplaar van Ask the dust. Eén blik op de bladzijden en Bukowski wist dat hij iets échts in handen hield. 'Elke zin werd voortgestuwd door zijn eigen energie, en dan kwam de volgende er al aan. De inhoud van die zinnen boetseerde de bladzijde, alsof het er ingekerfd werd. Hier was, eindelijk, een man die niet bang was van emotie.'
De toen nauwelijks bekende schrijver Fante leende zijn rauwe stijl aan Bukowski en sinds die dag in de bibliotheek bleef Bukowski het vertellen aan iedereen die wilde luisteren: Fante was zijn inspiratie, Fante was God.
Nu is Ask the dust ( Vraag het aan het stof) inderdaad een mokerslag van een roman, en het decor van het mythische Los Angeles uit 1930 helpt een handje, maar Fante kon geweldig schrijven over eender wie, eender waar. Ook over zijn jeugd in Colorado, in een klein stadje waar niets bijzonders gebeurt en waar een Italiaans gezin vecht tegen armoe en kou.Wacht tot het voorjaar, Bandini heten die jeugdherinneringen, en Fante debuteerde ermee in 1938, een jaar vóór Vraag het aan het stof verscheen. In allebei de romans speelt Arturo Bandini, Fantes alter ego, de hoofdrol. Maar is Arturo in Los Angeles een pezige twintiger, in dit boek is hij pas twaalf.
Italiaan met sproeten
Arturo is dan al een heethoofd, vol plannen voor de toekomst, vol machteloze woede over de armoedige omstandigheden waarin hij geboren is. Hij haat zijn Italiaanse voornaam en wil John genoemd worden. Hij haat zijn gezicht, 'gevlekt met sproeten, als tienduizend centen over een koperen kleed gestrooid'. Een Italiaan met sproeten, kan het erger? Hij haat zijn luidruchtige gezin, zijn jongere broertjes ('wat zijn dat toch voor spaghettivreters?'), zijn devoot katholieke moeder, de badkamer zonder badkuip. Hij haat de lange winters in Colorado met hun eindeloze sneeuw, waardoor vader - Svevo, metselaar van beroep - werkloos thuis zit. Er zijn maar twee dingen waar Arturo van houdt: honkbal en meisjes. 'Vrouwen', noemt hij ze, want dat woord klinkt mooier. En de zoetste onder alle vrouwen is Rosa, een klasgenootje waarop hij al twee jaar lang heimelijk verliefd is.
Maar Arturo's passies worden op alle mogelijke manieren gedwarsboomd. Rosa ziet hem niet staan en wordt ziek, en 's winters wordt er geen honkbal gespeeld. Tot overmaat van ramp verdwijnt Arturo's vader na een bezoek van zijn onuitstaanbare schoonmoeder, Donna Toscana. Als Maria, Arturo's moeder, erachter komt dat haar man bij een rijke weduwe zit, valt het hele gezinsleven in duigen. En dat in de dagen voor Kerstmis. 'De peilloze dagen, de droeve dagen', klaagt Arturo. Het uitgewoonde, nooit afbetaalde huis van de Bandini's klaagt mee: 'Een losse dakspaan fluisterde sarcastisch tot de wind; de elektriciteitsdraden schuurden tegen de gevel van de achterveranda, honend.'
Vader Bandini in het bed van een andere vrouw, terwijl zijn eigen vrouw bidt voor zijn zielenheil. Komt dat ooit nog goed? Wordt het ooit nog lente - seizoen van liefde en honkbalsport? 'O, de knal van het slaghout, de stekende pijn van een bal op zachte handpalmen...'
Sprankel hoop
Wacht tot het voorjaar, Bandini balanceert op het randje. Bij een mindere schrijver zou dit winterse migrantenrelaas leiden tot miserabilisme, of melodrama - de verfilming van Dominique Deruddere uit 1989 maakt zich daar schuldig aan. Maar niet zo bij Fante. De man is een evenwichtskunstenaar, elk woord klinkt rauw en eerlijk. De werkelijkheid wordt nergens opgeleukt ten behoeve van het publiek. Castte Deruddere de glamoureuze Ornella Muti als moeder Maria, in de roman is diezelfde Maria een vermoeide vrouw, 'zij met het magere, afgemartelde gezicht, de lange benige handen'. Maria's verliefdheid op haar eigen man is bij Fante schrijnend, niet Hollywoodiaans romantisch. En Arturo minacht Maria vanwege haar verdriet, liever had hij een blonde flirterige moeder - als de o zo Amerikaanse Effie Hildegarde voor wie vader Svevo valt.
Maar bij Fante is er altijd die sprankel hoop, die wilde onschuld die het lezen van zijn romans tot een weliswaar onthutsende maar ook opwekkende ervaring maakt. De mannelijke Bandini's zijn schoften - ja, ook Arturo - en ze haten kwetsbaarheid meer dan wat ook, maar ze kunnen goed van kwaad onderscheiden en hun geweten knaagt als een hondsdolle rat. Lees Wacht tot het voorjaar, Bandini of Vraag het aan het stof en je raakt zowaar verzoend met de mensheid en haar streken. Van navolger Bukowski kan je niet hetzelfde zeggen. Misschien is Fante inderdaad God.
JOHN FANTE
Wacht tot het voorjaar, Bandini.
Vertaald door Mea Flothuis, Meulenhoff, 223 blz., 18,95 euro. Oorspronkelijke titel: 'Wait until spring, Bandini'.
De auteur: Amerikaans-Italiaanse schrijver (1909-1983) van (autobiografische) verhalen en roman.
Het boek: de twaalfjarige Arturo Bandini ziet in de winter zijn gezin uiteenvallen. Hij hoopt op beterschap in de lente.
ONS OORDEEL: onthutsend en opwekkend. Fante verzoent je met de mensheid en haar streken.
Alexandra De Vos ■
Redactie
De hoofdpersoon in dit boek is de 14-jarige Italiaanse immigrantenzoon Arturo Bandini, die een stom en hopeloos leven leidt in een duf stadje in Colorado, maar in feite gaat het over de schlemielige vader, metselaar Svevo Bandini, vervuld van grootse plannen, waar de armoe evenwel niet mee te lenigen valt. Het beschrijft de dagen dat Svevo van huis weggelopen is, en een kortstondige relatie heeft met een welgestelde weduwe. Svevo keert gedesillusioneerd naar huis terug: de beschrijving van een kleine groep die op vreemde bodem door het leven stuntelt. John Fante (1909-1983) is een tijdgenoot van o.m. Faulkner en Scott Fitzgerald die lange tijd vergeten was. Sinds de heruitgave van zijn werk in 1980 is er sprake van een Fante-revival. Dit is het eerste deel van de Bandini-cyclus, voorzien van een nawoord van Martin Schouten. Ook verfilmd onder de titel 'Wait until spring, Bandini'. Fante is een groot schrijver geweest dit met veel humor, oog voor tragiek, en emotionele betrokkenheid zijn milieu wist te schilderen. Paperback; volle bladspiegel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.