Fabels
Jean De La Fontaine
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds /Infodok, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN |
Magazijn |
Averbode, 1998 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7018 |
Magazijn |
Averbode, 1998 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9570 |
Jan van Coillie
ua/an/14 j
,,Waarom vlucht ik altijd in verzinsels, en waarom blijf ik me verbergen in Laura?'' Met die vraag sluit de zeventienjarige Manouk haar oude schrift. Ze wil opnieuw beginnen: ,,Ik moet het lef hebben om alles zonder omwegen neer te schrijven.'' Ze neemt haar schoudertas en fietst de velden in.
De eerste zinnen in haar nieuwe schrift zijn meteen vlijmscherp: ,,De stilte is hier heel anders dan thuis. Daar is de stilte tot barstens toe gevuld met alles wat niet wordt gezegd.'' Thuis heerst er koude oorlog tussen haar ouders, en vrienden om op terug te vallen heeft Manouk niet.
Tijdens een van haar tochten ontdekt ze bij een oude abdij een vervallen huisje. Ze raakt onmiddellijk in de ban van zijn bewoner, de jonge fotograaf Arne. Hij roept verwarrende gevoelens bij haar op. Hij zegt andere dingen dan de jongens van haar leeftijd, in zijn ogen ligt soms een vreemde treurnis en als ze vragen stelt over zijn verleden, klapt hij dicht. Ze heeft het gevoel dat hij haar haar graag mag, maar als ze zich ook maar even laat gaan, wijst hij haar botweg af.
Intussen wordt de kloof tussen haar ouders almaar groter. Manouk begrijpt dat er voor hen geen weg terug is. Vanuit dit pijnlijke besef gaat ze nog omzichtiger om met haar gevoelens voor Arne.
Ondanks zijn botte, afwijzende reacties en zijn onvoorspelbaarheid, blijft Manouk naar Arne teruggaan. Voor haar en voor de lezer wordt het steeds duidelijker dat zijn geslotenheid te maken heeft met zijn broer Jeroen en met vrouwen. Zijn grootste woordenstroom gaat over zijn oudere broer die hem altijd betuttelde en treiterde, maar naar wie hij desondanks opkeek. Zijn afkeer van het vrouwelijke kwetst Manouk het sterkst: als ze danst of als ze haar gevoelens blootlegt, beschuldigt hij haar ervan hem te willen verleiden.
De moeizaam opgebouwde vriendschap lijkt in elkaar te storten als Manouk een reeks naaktfoto's vindt. Dan raakt alles in een stroomversnelling. Manouk ontmoet Birgit, de vrouw op de foto's en haar verhaal maakt veel duidelijk. Zij blijkt de spil in een vreselijk drama waardoor Jeroen in een rolstoel belandde.
Manouk onderneemt nog een laatste poging om door de muur van Arnes schuldgevoel heen te breken, maar ze mislukt. Zelf heeft ze heel wat geleerd. Ze beseft nu ,,dat je eerst zélf sterk genoeg moet worden om het leven alléén aan te kunnen'' voordat je een ander echt lief kunt hebben. Ze heeft er een groeiring bijgekregen (een beeld dat ook in de jongerenpoëzie van Ed Franck voorkomt). Van Arne heeft ze geleerd dat het grondpatroon van het leven eb en vloed is. Ze zal niet in een doodlopend straatje belanden.
De kracht van dit boek ligt in de typering van Manouk. Ze is anders dan de meeste meisjes van haar leeftijd, en dat maakt haar tot een boeiend personage: ze zoekt de stilte op, ze praat met bomen en houdt van lezen en poëzie. Vooral de verwarring die ze ervaart in haar relatie met Arne is doorleefd uitgewerkt. Ze is niet zo'n praatster, maar bij Arne wil ze de stiltes doorbreken. Ze houdt van woorden, maar bij Arne vindt ze de juiste woorden niet om door zijn pantser te breken. Ed Franck heeft zich bijzonder sterk in de denkwereld van zijn personage ingeleefd. De woorden die Manouk neerschrijft, klinken echt, inclusief de soms gezwollen beelden en de clichés die je zo vaak vindt in dagboeken van tienermeisjes.
Problematisch wordt het als dezelfde stijl opduikt in de vertellerstekst. Dan gaan die formuleringen gezocht of clichématig klinken: ,,Ze had haar handen op zijn ogen te sterven gelegd.''; of: ,,Woorden als puntige ijspegels die de warmte van de wijn openspleten.''; of: ,,Ze liet zich drijven op de golven van zijn zinnen.''
Voor veel jonge lezers zullen Manouks gevoelens en gedachten heel herkenbaar overkomen. Ook de lessen die ze trekt, zijn hen op het lijf geschreven. Weglopen van de problemen helpt niet, je moet zelf uitzoeken hoe je met problemen met ouders of met de liefde om kan gaan. Dat het verhaal zich afspeelt in het decor van een vervallen abdij, maakt het extra romantisch. Als Ed Franck de vervallen tiendenschuur beschrijft, bewijst hij zijn stilistisch kunnen.
Het boek bevat ook tal van zinnen om even stil bij te staan: uitspraken over liefde, huwelijk en trouw, vriendschap, schuld, het belang van de stilte en de kracht van woorden, boeken en poëzie. Het gevaar van dergelijke uitspraken is dat ze te opdringerig gaan klinken als de verwoording te zwak of te opzettelijk is of de context geforceerd.
In één van de cruciale scènes loopt het echter uit de hand. Birgits analyse van Arnes problemen klinkt te psychologiserend, Birgit is te duidelijk een pion in de constructie van de auteur. Er wordt overigens in het hele gesprek tussen Manouk en Birgit te veel uitgelegd. De puzzelstukjes vallen te snel en te duidelijk op hun plaats. Daardoor krijgt ook het schuldmotief iets opzettelijks en mist het de kracht die het in boeken van Anne Provoost, Aidan Chambers of Peter Pohl heeft.
31/12/2004
In het adolescentenverhaal Het huis van eb en vloed van Ed Franck (eerste druk 1998 en bekroond met een Boekenwelp) zijn de problemen niet van de lucht. Het verhaal gaat over de groeipijnen van de zeventienjarige Manouk, een introverte piekeraar. Zij ontvlucht de kilte tussen haar ouders en voelt zich aangetrokken door de vreemde, wat teruggetrokken jongen Arne die in een bouwvallig huisje op het domein van een oude abdij logeert. Hij draagt een geheim mee en dat wil zij ontrafelen. Het uiterst romantisch gegeven sluit nauw aan bij de interessesfeer en de gevoelswereld van de adolescent, maar dat rechtvaardigt de heruitgave nog niet. Wat het verhaal de moeite waard maakt, is in de eerste plaats het personage van Manouk, haar evolutie en de manier waarop ze mensen observeert, relaties uitpluist en er haar eigen conclusies uit trekt. Door voortdurende bevraging groeit ze uit tot een adolescente die zich bewust wordt dat ze zelf voor haar toekomst verantwoordelijk is.
De stijl en structuur staan in functie van dit thema, en dat maakt het verhaal tot een voorbeeld van een uitgediepte adolescentenroman. Ed Franck ondersteunt Manouks bewustwording met beelden en symbolen en test ze uit op zijn tegenstrijdige personages. Terwijl Arne gelooft dat eb en vloed voor onverzoenbare uitersten staan, leert Manouk dat ze symbool staan voor het grondpatroon van het leven. Binnenin eb en vloed gaan de dingen zoals ze gaan, in een voortdurende golfbeweging. Dat besef geeft haar genoeg zelfvertrouwen om het leven aan te durven. Ook de structuur volgt Manouks bewustwording. Het chronologisch opgebouwde raamverhaal in een personele zijvorm, waarin Manouk haar omgeving observeert, beslaat twee vakantiemaanden en wordt doorkruist door Manouks dagboeknotities. Zo wordt de lezer op twee vlakken meegesleurd door de beweging van eb en vloed in de relatie tussen Arne en Manouk én tussen Manouks ouders. En net als Manouk krijgt de lezer slechts mondjesmaat informatie over Arnes geheim. Dit schept een zeker spanningsveld die de aandacht van de lezer vasthoudt. De nieuwe vormgeving met de fotocover is aantrekkelijk en ondersteunt -- toevallig of niet -- de symboliek die Ed Franck aan de foto's van Arne gaf. Met andere woorden: Het huis van eb en vloed is een schoolvoorbeeld van een goed opgebouwde en rijke adolescentenroman en is een heruitgave dus meer dan waard. [Jet Marchau]
Redactie
Manouk is een meisje dat veel nadenkt over het leven en haar leefomgeving. Daarom wandelt ze vaak in de omgeving van de abdij. Op een goede dag leert ze daar de fotograaf Arne kennen, die woont in het huisje Eb en Vloed. Niet alleen Manouk blijkt een gecompliceerd karakter te hebben: Arne ook. Aan het eind besluiten ze niet samen verder te gaan. Een psychologisch getint verhaal waarin Manouk, een puber, op zoek is naar haar eigen ik. Hierbij zijn het slechte huwelijk van haar ouders en haar verliefdheid op een jongen met evengrote problemen als zijzelf van grote invloed. Haar onzekerheid probeert ze van zich af te schrijven in een groot schrift dat in het begin de basis voor een manuscript moet zijn. Deze passages (vaak lange monologen in de ik-vorm) zijn cursief in het boek afgedrukt en gaan als een rode draad door het verhaal. De kleurstelling van de kaft typeert de sfeer van het verhaal: somber en kleurloos, diepgaand. De titel is zeer toepasselijk voor de karakters van Manouk en Arne en de reactie op elkaar. Een boek dat niet in één adem zal worden uitgelezen. Voor tieners vanaf ca. 14 jaar zullen verschillende herkenbare situaties aanwezig zijn.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.