Lolita
Vladimir Nabokov
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : NABO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 1994 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NABO |
Christophe Van Gerrewey
ob/kt/09 o
Dat je een roman voor waar zou nemen - het is toch te gek voor woorden? Zinnen lezen, geschreven door een ander, en dan geloven in wat ze beschrijven alsof het echt gebeurd is… Je zou net zo goed acteurs uit Thuis kunnen tegenkomen en uitroepen: ha, Frank en Simone, valt het mee in jullie nieuwe appartement? Toch is het dat waar veel mensen toe geneigd zijn. Het is absurd om je met fictie bezig te houden en niet met waarheid, of minstens met waarachtigheid, rekening te houden.
Dat raadsel - iemand verzint of bootst iets na, en precies daarom raken we er verslingerd aan - is even oud als de mensheid, en het is iets wat kinderen al op jonge leeftijd fascineert. De twintigste eeuw valt samen te vatten als het tijdperk waarin dat culturele mechanisme van vertellen en nabootsen, van taal en beeld, onder druk is komen te staan - het is zelf een thema geworden. Om nog gewoon te vertellen werden auteurs te zelfbewust, ook omdat de samenleving verzadigd raakte met ficties en beelden; vertellers gingen er weliswaar mee verder, maar maakten duidelijk dat ze 'maar' aan fictie deden, en dat wat ze presenteerden 'slechts' een verhaal was, alsof Frank in Thuis in de camera zou kijken om met zowel een zucht als een knipoog te vragen: 'Hoelang gaat dat hier nog duren?'
Moralistisch
Een auteur die dat spel als geen ander op de spits heeft gedreven is Vladimir Nabokov (1899-1977). Hij heeft er alles aan gedaan (en steeds inventiever en intensiever) om zijn verhalen als fictie te presenteren - als verzonnen taalconstructies. Tegelijkertijd liet hij geen moeite onbenut om zijn lezers van het tegendeel te overtuigen, door die fictieve werkelijkheid zo precies, mooi en extatisch mogelijk te beschrijven. Een boek van Michael Wood uit 1994 over zijn oeuvre draagt de titel The magician's doubts: Nabokov was een tovenaar die de magie van fictie perfect beheerste, maar ook twijfelde aan die toverkracht - aan de betekenis ervan, de waarde, de bruikbaarheid, de zin.
Het is overduidelijk aanwezig in de drie romans die recent in een nieuwe vormgeving bij De Bezige Bij verschenen zijn. Geheugen, spreek is Nabokovs autobiografie, maar de titel geeft aan dat niet hijzelf, maar zijn geheugen aan het woord is, en wie kan daarop vertrouwen? Bleek vuur uit 1962 wekt eveneens de indruk niet door Nabokov geschreven te zijn: het is een lang gedicht van John Francis Shade, met voorwoord en commentaar van Charles Kinbote. Hét toonbeeld van de twijfels van de magiër is echter Lolita uit 1955. Je kan zelfs zeggen dat het onderwerp (een man begint een relatie met een kind) enkel is gekozen om de doelstellingen van de auteur tot in het extreme waar te maken. De roman is één langgerekte poging om de lezer mee te slepen, terwijl er onophoudelijk gefluisterd wordt vooral niet aan die verleiding toe te geven. Het begint bij de rare naam van de misdadiger: Humbert Humbert. Echt? Het fictieve voorwoord schreef Nabokov toe aan Dr. John Ray jr., die de lezer aanraadt 'verwijzingen naar 'H.H.'s misdaad' op te zoeken 'in de dagbladen van september-oktober 1952'. Ray jr. sluit af met een suggestie: ' Lolita zou ons allen dienen te bewegen ons met nog meer waakzaamheid en visie toe te leggen op de taak in een veiliger wereld een betere generatie groot te brengen.'
Dat is precies de vraag! Nabokov was er steeds op beducht dat zijn boeken een moralistische lading zouden krijgen, en toch is dat uitentreuren gebeurd. Bij een heruitgave van Bleek vuur uit 1992 schreef de Amerikaanse filosoof Richard Rorty een (echt) voorwoord, met als conclusie dat Nabokov 'goed wist dat kunst, tenminste voor sommigen onder ons, het beste middel kan zijn voor morele verbetering'. Het zijn opvattingen die deel uitmaken van een pragmatische (en bij uitstek Amerikaanse) traditie om alles te laten renderen, zij het niet voor iedereen - of om alleszins het schermen met termen als empathie, moraliteit en ethiek als de beste apologie voor kunst te beschouwen.
In het boek Nabokov and the real world van Robert Alter, eerder dit jaar verschenen, gebeurt hetzelfde. De passage waarin Humbert op het einde van de roman nogmaals zijn liefde voor de (ondertussen zwangere) Lolita beschrijft, wordt door Alter 'ontroerend' genoemd, en een bewijs voor de 'morele zaak' die door 'het instrument van de kunst' wordt weergegeven. Maar als het inderdaad zo is dat kunst een morele zaak afbeeldt, waar ligt dan de grens, of het einde van die taak? Alter verwijst misprijzend naar een tekst van Rebecca Solnit, waarin ze Lolita het ultieme boek noemt dat bewijst hoe gevaarlijk kunst kan zijn, omdat er een wereld in wordt gecreëerd waarin jonge meisjes ongestraft verkracht en ontvoerd worden. Toch doen Alter en Solnit eigenlijk hetzelfde: ze nemen Humbert voor waar aan; ook al is hij een door en door fictief personage, hij moet en zal consequenties hebben in de echte wereld.
Geen zekerheden
Het is duidelijk dat Nabokov uit een andere eeuw stamt. Zijn poëtica, gebaseerd op een uitstel van conclusies, nut en zekerheden, dankzij de scheiding tussen schrijver en mens en tussen verhaal en werkelijkheid, is vandaag zeldzaam. Hoe zou dat komen? Omdat we tijd noch geduld hebben om kalm lezend te verwijlen in de schitterende schemerzone tussen feit en fictie? Omdat we verhalen willen die we kunnen geloven, en waar we een toekomst aan kunnen ontlenen? Omdat we romans die niets aanklagen onnozel kinderspel vinden? Omdat we minstens één keer per dag van het gevoel willen genieten de wereld te hebben verbeterd, nu politici het niet langer in onze plaats doen? Omdat er zoveel verschillends op ons afkomt dat we snakken naar wat herkenbaar is? Of omdat we taal niet meer als taal zien, maar als een transparant, handig, feilloos instrument, dat we als supermensen beheersen, terwijl het omgekeerde waar is?
't Zou allemaal goed kunnen. In al die gevallen is er Nabokov met zijn uitzonderlijke definitie van literatuur: de bitterzoete strijd tegen de fascinatie die woorden, zinnen, verhalen en beelden onophoudelijk op ons uitoefenen.
VLADIMIR NABOKOV Lolita. Vertaald door Rien Verhoef, De Bezige Bij, 368 blz., 24,99 €.
VLADIMIR NABOKOV Geheugen, spreek. Vertaald door Rien Verhoef, De Bezige Bij, 320 blz., 24,99 €.
VLADIMIR NABOKOV Bleek vuur. Vertaald door Peter Verstegen, De Bezige Bij, 288 blz., 24,99 €.
Redactie
In de reeks vertalingen van de Bezige Bij van het verhalend werk van de Russisch-Amerikaanse grootmeester (1899-1977) was dit de lang verwachte nieuwe vertaling van zijn bekendste werk. Het is de tragikomische geschiedenis van een gecultiveerde middelbare man die als een blok valt voor Lolita, het 12-jarige dochtertje van zijn hospita. Om haar in zijn macht te krijgen trouwt hij met de moeder. Als deze verongelukt staat niets zijn geluk meer in de weg -behalve dan het feit dat Lolita helaas een eigen wil blijkt te hebben en haar eigen geluk bevecht. Het relaas is geschreven vanuit het manisch-erotische perspectief van de man, die een duivels knap stilist blijkt, maar indirekt krijgt men toch ook een roerend beeld van het meisje achter het seksobjekt. Ook het Amerika van halverwege de 20e eeuw wordt prachtig getypeerd. De niet al te preutse lezer zal ook zonder dat hij alle grapjes en toespelingen oppakt zijn hart ophalen aan deze mooie en goed doordachte vertaling. Goedkope gebonden editie; kleine maar vrij ruim gezette druk, krappe marge.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.