Gedichten
Sappho
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Kritak, 1990 |
VOLWASSENEN : POEZIE : KLAS-G 877 SAPP |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Kritak, 1990 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KLAS-G 877 SAPP |
Ward Daenen
ru/eb/15 f
Voor een nieuwe uitgave van haar Liederen van Lesbos, uit bij Meulenhoff/Manteau, vertaalde meestervertaler Paul Claes voor het eerst een vorig jaar ontdekt poëziefragment naar het Nederlands.
Paul Claes (°1943) leerde Sappho op zijn zeventiende in de Grieks-Latijnse kennen. Het bleek liefde op het eerste gezicht en omdat liefde een werkwoord is, publiceerde de classicus in 1985 voor het eerst zijn Nederlandse vertaling van de Liederen van Lesbos. Precies twintig jaar later zou hij die vertaling oppoetsen en bijwerken. "Vorig jaar verscheen mijn De gouden lier", zegt de vertaler, "een bloemlezing van archaïsche Griekse lyriek, waarvan Sappho de grootste naam is (DM 23/3/2005). Voor die uitgave van Athenaeum-Polak & Van Gennep heb ik niet alleen een paar nieuw gevonden fragmenten vertaald, maar vooral ook de vertaling van 1985 duchtig opgepoetst. Het Nederlands van toen bleek lichtjes ouderwets geworden."Afgelopen zomer werd evenwel voor het eerst een nieuw gedicht gepubliceerd van de Griekse dichteres. "Het beruchte tekstfragment is twee jaar geleden in Keulen ontdekt op een stukje papyrus dat verwerkt was in een sarcofaag. Het bleek bij een ander stuk te passen dat al in 1920 was teruggevonden. Sappho zegt erin dat ze oud geworden was en niet meer met de jeugd kon mee dansen. Het is de eerste keer dat het fragment uit de grondtekst naar het Nederlands is vertaald."
De gedichten van Sappho zijn zeer fragmentarisch overgeleverd. Bij leven moet ze er een vijfhonderdtal hebben geschreven, maar slechts één ervan is volledig overgeleverd. Van tien andere zijn er fragmenten. "Die moet je ontcijferen, want niet alle letters op de stukjes papyrus zijn goed zichtbaar", aldus Claes. Bovendien moet je de teksten ook in hun tijd plaatsen. "Sappho schrijft over jonge meisjes, hoe knap ze wel zijn. Wij denken dan meteen dat ze lesbisch was, maar dat kan niet kloppen. Dat soort lyriek kon toen niet bestaan. Gedichten waren geen intieme ontboezemingen, ze werden uitsluitend in het openbaar voorgedragen, meestal begeleid door muziek."
Sappho moet 2.600 jaar geleden een privéschool hebben geleid, verklaart de classicus zich nader. Geen gewone school, maar een waar meisjes van een jaar of tien, twaalf werden klaargestoomd tot bruid. "Als Sappho in een gedicht over een meisje zegt 'Je bent mooi', bedoelt ze dat haar leerlinge een goede kans zal maken op de huwelijksmarkt. Met intieme gevoelens heeft dat niks te maken. Sappho schreef geen echte liefdespoëzie, maar iets wat je voorhuwelijkse gedichten mag noemen. Door hun schoonheid op te hemelen, maakte ze eigenlijk reclame voor haar leerlingen."
Anakreon noemt haar de zoet zingende, Lucianus de honingzoete glorie van Lesbos en een aan Plato toegeschreven epigram noemt haar de "tiende muze". De Grieken waren het dus roerend eens: Sappho was de grootste dichteres aller tijden. "Voor een vrouwvijandige cultuur blijft dat opmerkelijk", zegt Claes, die inmiddels alle lyrische dichters heeft vertaald. "Sappho valt mij altijd weer mee in vergelijking met Alkaios en andere tijdgenoten. Haar verzen zijn zinnelijker, concreter en gewoon minder clichématig." Claes steekt zijn liefde voor zijn vertaalde niet weg. "Haar werk is een toppunt van vrouwelijke poëzie. In de Romeinse cultuur is er geen enkele dichteres echt het vermelden waard en in de middeleeuwen is het wachten tot Hadewych." Om kort te gaan: Sappho vertalen was altijd een plezier. "Een genot maar toch een karwei", aldus nog Paul Claes.
Marc Holthof
ru/eb/25 f
Eigenlijk is de prachtig vormgegeven bundel 'Liederen van Lesbos', deze maand verschenen bij uitgeverij Meulenhoff/Manteau, al meer dan twintig jaar oud. In 1985 al liet het vroegere Kritak de vertaling van schrijver en gelauwerd vertaler Paul Claes van de persen rollen. Vorig jaar nog schaafde hij de vertaling wat bij voor zijn uitgebreide bloemlezing over de antieke lyriek, 'De gouden lier'. Oude wijn in een nieuwe fles zou je kunnen zeggen, maar dan wel een heel mooie van vormgevers Dooreman en Houbrechts. Ook de begeleidende epiloog werd bijgesteld en - wat nog interessanter is - er werd een onlangs ontdekt fragment aan de bundel toegevoegd.
Leuvenaar Paul Claes maakte de voorbije jaren naam als romancier, dichter en vertaler. Bijzonder geslaagd waren onder meer zijn vertalingen van Arthur Rimbaud en James Joyces 'Ulysses'. Op dit moment sleutelt hij in opdracht van De Bezige Bij aan een nieuwe Nederlandse versie van T.S. Eliotts 'The Wasteland'. Ondanks de ouderdom van de verzen en het klassieke metrum dat Sappho hanteerde, klinken de 'Liederen van Lesbos' bijzonder eigentijds en toegankelijk.
'Eigenlijk zou ik Sappho in een soort verheven dichterlijke taal moeten vertalen,' zegt Paul Claes, 'maar dat zou voor de hedendaagse lezer moeilijk zijn. Bovendien schreef Sappho in vergelijking met soortgelijke lyrici veel spreektaliger. Toen deze vertaling voor het eerst verscheen, was hoe het werd gebracht nog vrij wereldschokkend. Tot dan toe waren er alleen vertalingen die strikt metrisch waren, die door classici in een heel ouderwetse taal vervaardigd werden. Dit was dan ook bijzonder verfrissend voor veel lezers, sober en in een hedendaags idioom. Intussen zijn er gelukkig meer en meer klassieke vertalingen ontstaan die leesbaar zijn voor een breed publiek dat geen Grieks kent.'
Sappho vertalen is een monnikenwerk, als je bedenkt dat haar poëzie hoofdzakelijk in kleine lapjes, reepjes en afgescheurde stukjes is overgeleverd. Van de honderden fragmenten die werden verzameld, bestaan de meeste uit wat losse woorden of halve zinnen. Een deel is bewaard gebleven op door kevers afgevreten papyrus; andere fragmenten werden als citaten opgenomen in recentere boeken. Om het verschil tussen het Lesbische dialect en het gangbare Oudgrieks te illustreren, haalden woordenboekmakers Sappho's taal aan, waarna het origineel verloren ging.
Paul Claes: 'Het materiaal dat in de derde eeuw voor Christus werd uitgegeven, was vrij uitgebreid. Met laat ons zeggen een vijfhonderdtal gedichten, was het een echt verzameld werk à la Nolens. Uiteindelijk is daar slechts één gedicht van overgebleven, omdat het elders geciteerd was, en nog een tiental langere fragmenten met een strofe of een stukje eraf.
Voor de rest zijn het kleine zinnetjes, soms één woord, soms drie letters. Als je papyrusrollen vaak leest, komen er gaten in. Daarna werd het voor wat anders gebruikt, bijvoorbeeld om vis in te pakken. Of op de achterkant werden kladjes of rekeningen gemaakt. Het merendeel van Sappho bevindt zich in een grote vuilnisbelt in de Nijldelta. Sinds 1900 heeft men er tonnen en tonnen papyrus opgegraven.'
Uiteindelijk geeft dat fragmentarische ook een onverwacht effect. De flarden worden uit hun context gerukt en krijgen een soort patina. Claes: 'Soms zeggen ze zelfs meer dan wanneer je het volledige gedicht zou hebben. Als Hugo Claus op die manier verloren zou zijn gegaan en je zag altijd maar drie woorden, zou het in elk geval een heel andere Claus zijn - en wie weet zelfs een mooiere.'
Ook het nieuwe gedicht 'Ouderdom' dat in 'Liederen van Lesbos' is opgenomen, heeft een boeiende voorgeschiedenis. Claes: 'In 1922 had men al een stuk gevonden van dit gedicht, maar enkel de achterste helft. Twee jaar geleden heeft men dan in Keulen bij het openmaken van een sarcofaag uit papier-maché de rest ontdekt. Na het losweken van alle snippers werden ze weer naast elkaar gelegd. Gelukkig is dat nu door computer wat makkelijker. Op die manier heeft men de eerste helft van het gedicht geplakt aan wat ze al hadden. Eigenlijk is het nog steeds niet helemaal volledig, want bepaalde stukken zijn aangevuld op basis van bestaande topoi en clichés. Maar voor Sappho mag je het wel een fantastisch goed bewaard gedicht noemen.'
Aphrodite
Dat Sappho na 26 eeuwen nog zo populair is, heeft veel te maken met de fantastische verhalen die rond haar figuur werden gesponnen. Met godin van schoonheid en liefde Aphrodite als bezielster prikkelde ze de fantasie van velen: vrouwen en mannen, geleerden en onbevangen lezers. En hoewel de passionele Sappho als lesbienne, vrijgevochten vrouw en hoedster van jonge maagden vast nog een lang leven is beschoren, denkt een moderne classicus als Paul Claes intussen wel wat genuanceerder over haar controversiële levenswandel.
'Sappho had een soort opleiding voor heel jonge meisje, acht tot tien jaar hooguit. Ze trouwden in die tijd al op hun dertiende of veertiende. Sappho hield die meisjes een tijdje bij, gaf ze een opvoeding in alles wat een aristocratische dame moest hebben: opschik, dans, zang, verfijnde manieren en gevoel voor mode. Waarschijnlijk kwam er ook wel een soort seksuele initiatie bij kijken, wat je ook weer tijdgebonden moet zien. Ook bij volksstammen zie je nu nog wel eens hoe jongens een soort initiatierite krijgen en je hebt ook vrouwenhutten, waar meisjes kennismaken met de geheimen van het huwelijk en seks.'
'De cultuur waarin Sappho leefde, was veel verfijnder dan de onze. Een bijzonder elitaire cultuur ook, het ambachtelijk werk werd door de slavinnen gedaan. Dat kennen we niet meer en dus zijn we bijna gedoemd om het verkeerd te begrijpen, niet alleen de gewone lezer, maar jarenlang ook de grootste classici. Het al dan niet lesbisch zijn van Sappho leidde lange tijd tot grote discussie. Dankzij vergelijking met andere culturen hebben we nu een betere indruk van wie die Sappho was. Voor een romantische verlekkerde lezer is dat misschien een afknapper, maar anderzijds maakt dat het ook interessant: je leert het vreemde kennen.'
Bruidslied
Waar de oorspronkelijk Alex-andrijnse uitgave van Sappho's werk waarschijnlijk een metrische ordening kende, koos Paul Claes voor een thematische indeling van de bundel. Na een reeks 'liefdesliederen', veelal opgedragen aan de meisjes die bij Sappho in de leer waren, volgen de 'bruiloftsliederen', 'godenliederen' en 'liederen over leven en dood'.
Hoewel de verzen kolken van passie en verheven liefde, waarschuwt Paul Claes ons ervoor ze als een persoonlijke belijdenis te lezen. 'Om antieke lyriek echt te begrijpen, moet je weten wanneer en in welke poëtica het geschreven is. Als je Sappho met een moderne, nog niet door kennis bezwaarde blik leest, zou je kunnen denken dat het om intieme, bijna hoofdkussenachtige poëzie gaat. Maar dat is het niet. Heel onze opvatting over poëzie is een romantische opvatting. Sinds de 18de eeuw gaan we ervan uit dat alle lyriek iklyriek is, waarbij intieme gevoelens naar voren worden gebracht. Maar vóór de romantiek was poëzie absoluut niet persoonlijk. Bij Hadewych bijvoorbeeld ging het niet om haar eigen ik, maar om de ik van een hele groep. En ook Sappho schreef liederen om in groep te gebruiken. Er werd op de lier gespeeld, er werd gedanst en de teksten werden gezongen. De meeste van haar gedichten zijn gebeden aan goden, feestliederen, huwelijksliederen en dergelijke. In de Griekse lyriek schreef niemand iets voor zichzelf, het was altijd om voor anderen uitgevoerd te worden, gedeclameerd en gezongen.'
'Bruidegom, nooit was er een meisje zoals zij', dichtte Sappho bij het afscheid van een van haar meisjes, wanneer die de school verliet om bij haar kersverse echtgenoot in te trekken.
Ook hier gaat het voor Claes niet zozeer om Sappho's ontboezeming, maar om een gangbaar gebruik in de huwelijkslyriek. 'Het bruidslied betekent: de bruid is de mooiste van alle bruiden die er is geweest, ze is schattig, lief, goddelijk, iedereen valt in zwijm voor haar. Op die manier wordt de schoonheid van het meisje publiekelijk verheerlijkt en wordt aan de familie van de bruidegom duidelijk gemaakt dat hij een goede partij heeft getroffen. Zo ging dat in een oosterse cultuur waar je alles moet expliciteren. Overigens trouwde geen enkel van die meisjes met de man van haar dromen. Het waren gearrangeerde huwelijken, gebaseerd op stand en familiefortuin. Nu schrikt iedereen ervan dat het bij moslims zo gaat, maar nauwelijks vijftig jaar geleden was het hier net zo. Antieke liefde was anders dan wat we nu als liefde kennen. Minder individueel en misschien ook meer op het uiterlijke gericht. Voor ons is liefde een diep gevoel, voor hen was het meer lichamelijke, zeg maar seksuele aantrekkingskracht. Liefde is een moderne uitvinding, zou je kunnen zeggen.'
Dirk Martens
ua/an/27 j
Het toont aan hoe vervormd ons beeld van de Grieks-Romeinse beschaving is. ,,Als de studie van de Oudheid zin heeft, is het juist omdat ze anders was. Van de Oudheid wordt altijd beweerd dat ze zo herkenbaar is, maar dat is ze juist níet'', zegt Paul Claes (62).
Hij is een van onze belangrijkste literair vertalers met op zijn actief werk van reuzen als Ezra Pound, D.H. Lawrence, Georges Bataille en Arthur Rimbaud. Met Mon Nys vertaalde hij zelfs Ulysses van James Joyce. Als classicus vertaalt hij de Ouden. Vorig jaar verscheen van hem De gouden lier, de ruimste bloemlezing Helleense lyriek ooit in het Nederlands gemaakt.
De wijsheid van de Ouden nestelde zich in zijn eigen literaire werk: ,,De nieuwe Wijsheid vervangt de oude niet, maar herschrijft haar'', filosofeerde Paul Claes ooit. Zijn debuutroman De sater speelde al met het genre van de antieke roman. De zoon van de panter reconstrueert een verloren evangelie. De lezer bundelt zijn historische romans. Nu werkt hij zijn negende eigen literaire werk af: Psyche , een roman in het oude Egypte. Voor De kameleon , zijn grootste succes, kreeg hij de ECI-prijs.
Lesbos
In het steeds mooiere fonds van Meulenhoff/Manteau verschijnt nu Liederen van Lesbos , zijn licht herziene vertaling van de 2.600 jaar oude, sensuele lyriek van Sappho van Lesbos, de lierdichteres die in haar huis meisjes onderwees.
Paul Claes: ,,Homeros, Eurypides of Sofokles werden voortdurend overgeschreven op zeer fragiel papyrus, dat versleet door het vele lezen, waardoor de teksten opnieuw overgeschreven moesten worden. Sappho had het geluk dat ze toen al, in die vrouwonvriendelijke tijd, als een van de groten werd aangezien. In de Alexandrijnse tijd, een paar eeuwen voor Christus, hernieuwde de belangstelling voor de oude dichters en werden hun teksten echt uitgegeven. Ook die van Sappho, van wie negen rollen met elk duizend verzen zouden zijn bijgehouden. Geen klein oeuvre, in omvang vergelijkbaar met dat van Leonard Nolens vandaag. De enige plek waar die papyri bewaard zijn gebleven, was in de droge hitte van Egypte. Daar, in Oxyrhynchus bij de Nijl, is een heuse papyrusstortplaats opgegraven.''
,,In de 2de eeuw na Christus werd wat als belangrijk geselecteerd werd overgeschreven op perkament. De wereldliteratuur is toen herleid tot tien procent. Ook Sappho is gesneuveld. Haar erotische verzen werden nog tot de 10de eeuw gelezen in Byzantium, maar zijn vernietigd in de boekverbrandingen van de islam.''
Mohammedanen
Van Sappho is ons één volledig gedicht van vijf strofen overgebleven, de Ode aan Aphrodite , omdat het geciteerd is in een traktaat over stilistiek. Verder zijn er 650 fragmentarische verzen. Nieuw is het zogenaamde vierde' gedicht, waarvan in Oxyrhynchus in 1922 letterlijk de helft is gevonden, op een in de lengte doormidden gescheurd stuk papyrus. In 2004 vonden wetenschappers in Keulen de andere helft in het papier-maché van een sarcofaag.
Paul Claes: ,,Zeggen dat de lesbische liefde de rode draad is van Sappho's gedichten, is fout. Homoseksualiteit zoals wij die ervaren bestond niet in de Oudheid. Wel pederastie: in de aristocratie werden jongetjes toegewezen aan een voogd-minnaar, die hen initieerde. Die liefde kon erg hoog oplopen. Seksueel ging het over niet veel meer dan aanrakingen, anaal verkeer bij voorbeeld was uit den boze. Homoseksualiteit was wel toegelaten met slaven, want dat waren geen mensen'. Bovendien rustte er een oriëntaals taboe op actief en passief. Wie seksueel actief was, was een man. Wie seksueel passief was, een verachtelijk mietje. Dezelfde strikte regels als in de pederastie bestonden bij de vrouwen: jonge meisjes werden voor hun geslachtsrijpheid voorbereid op het huwelijk, een initiatie die ook seksueel was, in onze ogen een zeer zwoele, lesbische' bedoening. Maar dat was ze niet. De lyriek van Sappho was geen lesbische slaapkamerpoëzie, maar gebruikslyriek om openbaar voorgedragen te worden op muziek. Geen allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emoties, maar één groot cliché voor publieke rituelen. Sinds de Romantiek hebben wij een totaal verkeerd beeld van de Oudheid en de middeleeuwen en zien wij alles in functie van het individu, maar dat is fout. Hadewych schreef ook niet haar eigen mystieke gevoelens neer, maar schreef voor de begijnen rond haar over de gevoelens in de groep.''
31/12/2006
Sappho van Lesbos was de eerste schrijfster uit onze cultuur. Via muziek, dans, literatuur en omgangsvormen introduceerde ze meisjes uit vooraanstaande families in de wereld van schoonheid en liefde. In haar poëzie heeft ze het vooral over de liefde voor haar meisjes en het verdriet bij hun afscheid, maar ze schreef ook hymnen en klachten over de naderende ouderdom. Van de negen boeken met haar verzameld werk resten ons alleen één volledig gedicht, een tiental langere fragmenten en zo'n tweehonderd brokstukken (van één woord tot twee verzen). Maar er worden nog stukken van haar werk teruggevonden: het gedicht 'ouderdom' ontstond door een in 2004 ontdekt fragment te combineren met een sinds 1922 bekende papyrusflard.
Toen Paul Claes in 1985 een vertaling van deze poëzie publiceerde, bezorgde hij ons taalgebied een revolutionair nieuwe Sappho. Vroegere vertalers, waaronder Karel Van de Woestijne en P.C. Boutens, kozen voor een verheven taal en volgden het oorspronkelijke metrum, hetgeen een vlotte vertaling onmogelijk maakte. Hetzelfde probleem deed zich nog voor in een recente vertaling van Mieke De Vos (1999), die ernaar streefde in elk vers (ongeveer) hetzelfde aantal lettergrepen van het origineel te behouden. Claes vertaalt Sappho direct en sober, in een fris en hedendaags idioom. Hij heeft zijn vertaling sinds 1985 regelmatig lichtjes bijgeschaafd. Buiten het nieuwe gedicht 'ouderdom', waarin zes kortere door 12 langere verzen vervangen werden, gaat het om kleine wijzigingen en synoniemen die iets moderner klinken of in functie van klank en ritme gekozen zijn. De gedichten zijn thematisch gerangschikt en de uitgave kreeg een opmerkelijke vormgeving.
In een epiloog geeft de vertaler interessante bedenkingen over de dichteres, haar politiek-sociale achtergrond, haar werk en receptie. Hij noemt (anders dan in 1985) de vraag of Sappho lesbisch was anachronistisch, omdat er in die tijd geen strikte scheiding tussen heteroseksualiteit en homoseksualiteit bestond. Daarbij zijn de lesbische kenmerken vanuit het opvoedingsideaal te verklaren, en mogen deze gedichten niet als biografische documenten gelezen worden. [Jef Ector]
Prof.dr. E.A. Hemelrijk
Een veelkleurig boekje (rode kaft, roze letters en schutbladen) bevat de vertaalde gedichten van de Griekse dichteres Sappho (6de eeuw v. Chr.), die al in de oudheid zo beroemd was dat ze de tiende muze genoemd werd. Deze vertaling van de hand van de bekende vertaler Paul Claes is helder en getrouw, maar ontbeert de poëtische kracht van eerdere vertalingen van Sappho's werk, zoals die van Mieke de Vos. Ook ontbreken de aanduidingen van de nummering van de gedichten. De epiloog, met een beschrijving van Sappho's leven volgt nogal onkritisch antieke tradities over Sappho.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.