Hervonden herinneringen en andere misverstanden
Hans F.M. Crombag
Hans F.M. Crombag (Auteur), P.J. Van Koppen (Auteur), Willem Albert Wagenaar (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 1992 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 395.3 CROM |
31/12/2011
Dit grootse werk over de bewijsvoering in strafzaken is intussen al aan zijn zesde druk toe. Het is een gezamenlijk werkstuk van drie eminente Nederlandse professoren, die aan de hand van 35 ‘dubieuze zaken’ — strafzaken waarin twijfel bestond over de ware toedracht — de gehele bewijsproblematiek in strafrechtelijke context beschrijven. De auteurs gaan wetenschappelijk-empirisch te werk en bouwen hun theorie op over wat de bewijsbeslissing voor de rechter inhoudt (hoe hij denkt, hoe hij tot veroordeling komt, hoe hij bewijsmiddelen gebruikt, hoe die tot stand komen) en welke problemen daarbij kunnen verwacht worden, in het bijzonder vanuit de menselijke natuur. Denken we bijvoorbeeld aan de neiging om enkel op zoek te gaan naar elementen die de eigen theorie bevestigen (‘confirmation bias’) en het belang van een goed verhaal. De rechter zal vaak geneigd zijn om zijn overtuiging daarop te steunen en geen acht slaan op het ‘magere’ wettige bewijs op basis waarvan in Nederland echter alleen een veroordeling mag steunen.
Eerst wordt de bewijsbeslissing in het algemeen gekarakteriseerd, vervolgens worden de verschillende aspecten besproken. Het strafonderzoek wordt ontleed van a tot z: wat geldt voor de rechter, geldt immers ook voor politie en andere opsporingsambtenaren.
De verschillende bewijsmiddelen (getuigenverklaring, bekentenis, deskundigenonderzoek, vermoedens…) komen aan bod. Zij worden weliswaar in de wet geregeld, maar hoe moeten zij in de praktijk iets bewijzen? Getuigenbewijs is bijvoorbeeld onmisbaar, maar bijzonder feilbaar. De auteurs zijn ook bijzonder kritisch voor de ‘getuige-deskundige’, zoals de psychiater die de geestestoestand van de beklaagde moet beoordelen maanden na het delict. Bij dit alles brengen zij verschillende pijnpunten onder de aandacht van de lezer en leren ze hem die zelf op te sporen. Problemen op het niveau van de bewijsvoering leiden immers tot foute beslissingen en onterechte veroordelingen. Maar hoewel de auteurs zich kritisch uitlaten over de manier waarop de bewijsvoering in Nederland geregeld is, is het hen daar niet per se om te doen. Dubieuze zaken wil geen aanklacht zijn over wat er allemaal mis gaat of kan gaan binnen het systeem, maar vooral een praktisch hulpmiddel zijn dat practici moet helpen om zelf correct de bewijsregels toe te passen en eventuele misstappen van anderen te doorprikken. De auteurs pleiten voor een zuivere bewijsvoering op grondslag van hedendaagse psychologische kennis terzake.
Het boek barst van de voorbeelden (vaak ook uit het Angelsakische recht) en handige hulpmiddeltjes (zoals bijvoorbeeld het berekenen van de diagnostische waarde van bewijsmiddelen). Een en ander wordt weergegeven in schema’s. Ook is er aandacht voor de geschiedenis van de bewijsvoering. Dat het boek geënt is op het Nederlands rechtssysteem, doet er geen afbreuk aan dat verschillende leerstukken naar analogie toepasbaar zijn in andere rechtsstelsels. Het omvangrijke werkstuk eindigt met een handige samenvatting, om de lezer het overzicht niet te doen verliezen, en formuleert ook enkele aanbevelingen. Dit boek, dat draait rond de vraag ‘hoe fatsoenlijk willen wij blijven in de gerechtvaardigde strijd tegen de onfatsoenlijken?’, is ongetwijfeld reeds van groot nut gebleken voor het praktisch rechtsbedrijf en dat zal ook in toekomst zo blijven. [Pitou Van Hissenhoven]
Redactie
Een kritische studie betreffende de huidige Nederlandse strafrechtspleging. De drie auteurs pleiten op grond van hun bevindingen voor verandering van een deel van de strafrechtelijke regels en gewoonten. Het werk gaat over het denken van de strafrechter en over het gebruikmaken van en tot standkomen van bewijsmiddelen. Het onderzoek vond plaats aan de hand van vijfendertig zaken waarin de veroordeling dubieus wordt geacht. Het volumineuze, uit achttien hoofdstukken bestaande werk heeft een systematische opzet. De aard van de bewijsbeslissing in het algemeen wordt gekarakteriseerd waarna verschillende aspecten van de bewijsbeslissing worden besproken. De nadruk ligt daarbij op wat er fout kan gaan en ook daadwerkelijk fout gaat. In een ruime bijlage wordt een korte samenvatting van de vijfendertig bestudeerde zaken gegeven. De bedoeling van de studie is een landelijke discussie over het onderwerp op gang te brengen. Het werk geeft daarbij een gedetailleerd inzicht in de procesgang op overzichtelijke en gemakkelijk leesbare wijze, zodat ook leken zonder problemen van de inhoud kunnen kennis nemen. Met diverse registers. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.