De tijd zelf : drieluik
Harry Mulisch
Marita Mathijsen (Auteur)
00/00/0000
Onder de vlag van de NRC Handelsblad Academie verscheen van Marita Mathijsen het hoorcollege De waarde van het woord, over de Nederlandse literatuur en cultuur in de negentiende eeuw. In achttien hoofdstukken ? verdeeld over zes cd's die elk een dik uur duren ? vertelt Mathijsen hoe de literatuur er gedurende de negentiende eeuw uitzag en welke plaats deze had in de maatschappij. De titel heeft dan ook betrekking op dat laatste: doorlopend verbreedde en versmalde de literatuur zich, mede onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen. In de vroege negentiende eeuw had de literatuur de functie om de Nederlander op te leiden tot goed burgerschap. Vaderlandslievendheid was daarbinnen een onmisbaar element. De burger diende wegwijs gemaakt te worden in een samenleving waarin de ene politieke omwenteling de andere opvolgde, en de literatuur speelde daarin een aanzienlijke rol. In de periode van de romantiek werd literatuur een zaak van uitverkorenen en werd getracht afstand te nemen van literatuur met een boodschap. Het realisme bracht de literatuur indirect weer op het maatschappelijke pad. Schrijvers gaven in hun teksten uiting aan hun onvrede over sociale misstanden en twijfelden openlijk aan het bestaan van God. De Tachtigers keerden zich van die debatten af, op zoek naar literatuur als ongerepte sensatie en individuele expressie. Mathijsen eindigt het hoorcollege met het symbolisme, waarbinnen sommige schrijvers zich richtten op de gemeenschap en probeerden alle kunsten samen te brengen (het Gesamtkunstwerk) in dienst van het ideaal dat schoonheid, zinvol leven en liefde voor iedereen was weggelegd. Deze grote lijn illustreert Mathijsen met talrijke klinkende voorbeelden uit de literatuur zelf, door op meeslepende wijze fragmenten voor te dragen uit romans, gedichten en tijdschriften. Ook laat ze de schrijvers aan het woord door stukken uit hun correspondentie te citeren. De biografische gegevens over onder meer het complexe huwelijksleven van Bilderdijk, de biseksuele geaardheid van Kloos en de tuberculose van Jacques Perk verlevendigen haar betoog. Naast aandacht voor gecanoniseerde werken als de Camera Obscura, Max Havelaar en De kleine Johannes, kruidt ze haar verhaal met minder bekende poëticale teksten van bijvoorbeeld Potgieter, Busken Huet en Kloos. De waarde van het woord is daardoor geen aaneenschakeling van de hoogtepunten geworden, maar geeft juist doorlopend een genuanceerd beeld van het literaire debat in culturele en maatschappelijke context. Die context is belangrijk, omdat de fotografie, de trein, de koepokinenting, het kinderwetje van Van Houten, de Belgische Omwenteling, Emile Zola, het marxisme en vele andere factoren volgens Mathijsen allemaal een bijdrage leveren aan, of een gevolg geweest zijn van de ontwikkeling van de literatuur in de negentiende eeuw. Marita Mathijsen wekt die eeuw in dit hoorcollege tot leven, op dezelfde inspirerende manier als de lezers van haar eerdere werk al gewend waren. Wellicht komen verschillende passages van het college hen bekend voor uit onder meer Mathijsens Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880, De brieven van de Schoolmeester en De gemaskerde eeuw. Die herhaling deert niet, omdat haar verhalen niet aan belang en schoonheid inboeten en bovendien omdat ze hier in een andere context worden verteld. Voor sommigen zal het hoorcollege als een toegankelijke introductie fungeren, voor anderen is het misschien meer een opfriscursus in de negentiende-eeuwse letteren. In beide gevallen is het college van Marita Mathijsen een aangename en overtuigende stimulans om de teksten van bekende en minder bekende auteurs uit die periode te (her)lezen. [Janneke Weijermars]
Annemiek Buijs
Zes hoorcolleges van hoogleraar letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam Marita Mathijsen [1944]. De uitgave is tot stand gebracht door NRC Handelsblad Academie en Studium Generale Universiteit Leiden. Mathijsen is columniste in het NRC en gespecialiseerd in 19e eeuwse Nederlandse literatuur. De colleges zijn door haarzelf ingesproken, ze doet dit op enthousiaste en passievolle wijze. Haar stem is prettig, duidelijk en toegankelijk. Om de inhoud te kunnen volgen is enige voorkennis handig. Aan de orde komen onderwerpen als de vroege romantiek (1800-1830), nationalisme, historisme, Jong Holland (1830-1840), realisme (1840-1860), De Gids, naturalisme, de Tachtigers, symbolisme en de Nieuwe Gids. De zes cd’s duren ieder ongeveer zeventig minuten. Voor wie langer wil luisteren is het verwisselen van cd’s lastig. Met handig maar kwetsbaar introductieboekje. Geschikt voor de luisterboekencollectie, HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen)-cursisten, studenten en geïnteresseerden in 19e eeuwse literatuur.