Ontwenning : over alcohol, bedwelming en herstel
Leslie Jamison
Leslie Jamison (Auteur), Janine van der Kooij (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Nijgh & Van Ditmar, © 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : JAMI |
Basje Boer
rt/aa/02 m
Voor de romanticus is één leven niet genoeg. De romanticus zou het liefst een veelvoud aan levens leiden. Maar, schrijft Leslie Jamison in haar nieuwste memoires Splinters. Een ander soort liefdesverhaal , “volwassen zijn betekende dat je toekeek hoe vele versies van jezelf teruggesnoeid werden tot een”.
De Amerikaanse, geboren in 1983, schreef al een roman, verschillende essaybundels en haar memoires. Een van de terugkerende thema's in haar werk is de menselijke neiging om in het dagelijkse te zoeken naar het hogere - ook al de neiging van de romanticus. Een ander thema is obsessie. En Jamison schrijft, impliciet en expliciet, ook steeds over zichzelf - over haar eigen romantische aard, over haar obsessies, haar alcoholisme, haar eetstoornis, haar jeugd en haar liefdesleven. In Splinters concentreert Jamison zich op haar scheiding en het moederschap, op vriendschap, lesgeven, de pandemie. Ze schrijft over hoe haar leven er de afgelopen jaren uitzag en koppelt de concrete gebeurtenissen aan een stroom van observaties, gedachten en inzichten.
Als Splinters opent, heeft Jamison net de knoop doorgehakt: ze gaat scheiden van haar echtgenoot, een schrijver die ze C noemt. Als ze tijdelijk in een krap appartement naast een brandweerkazerne trekt, in afwachting van iets permanenters, is haar dochter net een jaar oud. Voor Jamison is de breuk een reden om terug te kijken op haar relatie met C - op het spannende begin, de neerwaartse spiraal, het pijnlijke slot.
Maar ze kijkt ook naar wat er aan de relatie voorafging: een eerdere knipperlichtrelatie vol twijfels en onzekerheden die maakte dat ze met C te hard van stapel liep; de afwezige vader die de schrijfster aanwijst als de oorzaak van haar behaagzieke aard en het altijd aanwezige gevoel van tekortschieten. Jamison reflecteert over het moederschap, vertelt over de relatie met haar eigen moeder en brengt verslag uit van de romantische verhoudingen die ze na haar scheiding aangaat, met mannen die allebei, om verschillende redenen, niet in staat zijn tot een serieuze relatie.
geestig
De splinters uit de titel duiken op allerlei manieren op in Jamisons boek. Een splinter kan een pijnlijke herinnering zijn, of oude pijn. Het verwijst naar een versplinterd gezin of naar een versplinterd zelf. Toen Jamison een tiener was, dagdroomde ze van alle mogelijke levens die ze in zou kunnen leiden - een heerlijk soort versplintering. Maar als dertiger is ze vooral bezig om álles voor íédereen te zijn. Dat het nooit genoeg is, herhaalt ze steeds. Dat zíj nooit genoeg is. Het is het soort versplintering waar een mens aan onderdoor gaat.
Maar het woord 'splinters' verwijst ook naar de vorm waarvoor Jamison in haar boek heeft gekozen. In Splinters schakelt ze heen en weer in de tijd. Ze zoomt in en uit, handhaaft en doorbreekt de chronologie, wisselt bespiegelingen af met anekdotes. Soms weet ze een groot verdriet of een kerngedachte te vatten in een enkele zin, maar vaker herhaalt ze een conclusie steeds opnieuw. Op die momenten is het alsof we de gedachten volgen van iemand die heel moe is en de draad van haar eigen verhaal nauwelijks kan volgen.
Jamison is in staat om zichzelf scherp te analyseren. Nietsontziend kan ze zichzelf aankijken in de spiegel en beschrijven wat ze daar ziet. Maar voelt de schrijfster wel al voldoende afstand tot wat er gebeurd is? En laat ze de romanticus niet te vaak aan het woord - die dromer die zwelgt en schmiert? Ze zal verantwoording moeten afleggen over de impulsieve keuze om met C te trouwen, schrijft ze vol pathos, “jaren- en jarenlang, misschien wel altijd”. Ergens anders schrijft ze dat de “stank van een ander pijn gedaan te hebben voelde als een lichaamsgeur die ik niet kon wegwassen, hoelang ik ook zwom. Het was de geur van mijn overleving”. Dat ze altijd wel op de drempel van een grote verandering stond, schrijft Jamison, of dat ze anders stond te wankelen in de nasleep van die verandering. Een vriendin merkt op hoe “uitputtend” dat is, en de lezer kan niet anders dan het daarmee eens zijn.
En toch staat Splinters ook vol passages die wel geslaagd zijn: over pijnlijke, geestige, scherpe momenten. Prachtig is bijvoorbeeld deze observatie: “Terwijl ik op een zondagmiddag op de stoep zat te roken, kwam mijn eenzaamheid de hoek om lopen in de vorm van een moeder en een vader die samen een kinderwagen voortduwden. Ik keerde me af omdat ik geen rook in de richting van hun baby wilde blazen.” Het zijn passages als deze die Splinters de moeite waard maken, en die Leslie Jamison een van de interessantste schrijvers van haar generatie maken.
Vertaald door Janine van der Kooij. Nijgh & Van Ditmar, 296 blz., € 24,99 (e-boek € 14,99) Oorspr. titel: 'Splinters'.
(ld)
rt/aa/05 m
***1/2
Kort na de geboorte van haar dochter strandt het huwelijk van schrijver en essayist Leslie Jamison. In het autobiografische 'Splinters' vertelt ze over de brokstukken die ze achterlaat en het gepuzzel met al haar identiteiten. Hoe kun je tegelijk moeder, schrijver, nieuwe geliefde, ex-partner, schrijfdocent en dochter zijn? Van al dat heen en weer schieten tussen verschillende zelven wordt ze draaierig: 'Ik ben een docent. Ik ben tieten. Ik ben een docent. Ik ben tieten.' Met chirurgische precisie en een intelligente taal, nu eens beeldend, dan weer direct, onderzoekt Jamison haar eigen daden en keuzes. Ze doet exact wat ze haar studenten creatief schrijven aanraadt: de borrelversie van het verhaal openwrikken. Onderliggende gevoelens en beschamende details, dáár gaat het om. Dus lezen we over geklungel met kolfspullen in haar kantoor, wanhopige nachtelijke Google-sessies en haar ex-man C., die de baby vasthoudt 'als een jankende boodschappentas'. Door die onverbloemde ontboezemingen vindt Jamison aansluiting bij auteurs als Jenny Offill, Valeria Luiselli en Doireann Ní Ghríofa: allemaal thematiseren ze de goochelkunst van simultaan moederen en schrijven. De kolkende urgentie die uit het openingshoofdstuk 'Melk' spreekt, is ver te zoeken wanneer de auteur in het datingleven duikt. De randen van Jamisons taal blijven gelukkig scherp genoeg om de lezers naar het zalvende einde te loodsen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.