Het Boek van Violet en Dood
Gerard Reve
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : REVE |
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : REVE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2004 |
VOLWASSENEN : ROMANS : REVE |
4 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : REVE |
Magazijn |
Veen, 1987 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : REVE |
2 items magazijn |
De Bezige Bij, 1971 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : REVE |
Onno Blom
rt/aa/28 m
De ondergang van de familie Boslowits, het debuut van Gerard Kornelis van het Reve, heeft lange tijd in de schaduw gestaan van zijn andere werk, maar het is een van de meest weerloze en weemoedige verhalen die er over de oorlog zijn geschreven.
Het verhaal is een hartverscheurend voorbeeld van de kunst van het zwijgen: een Joods gezin wordt vervolgd en weggevoerd, maar Reve vertelt het op ondramatische, haast vederlichte wijze - waardoor het nóg harder aankomt.
In december 1946 verscheen De ondergang van de familie Boslowits in het literaire tijdschrift Criterium onder de schuilnaam Simon van het Reve, waaronder in 1947 ook de roman De avonden werd gepubliceerd. In 1950 werd het verhaal door De Bezige Bij als afzonderlijk boekje uitgegeven en Geert van Oorschot gaf het daarna jarenlang uit samen met Werther Nieland.
Reve was bij de verschijning van zijn literaire debuut leerling-journalist bij Het Parool en nog niet 'wereldberoemd in Noord- en Zuid-Holland'. Het verhaal werd niet veel opgemerkt, maar wel geprezen. Zelfs zijn geleerde broer Karel, die niet scheutig was met lof, vond het mooi. Hij zei: 'Die familie Boslowits, dat is gewoon alles zoals het is.'
De werkelijke naam van de met de Van het Reves bevriende familie was Bobrownitski. De vader, die in het verhaal 'oom Hans' wordt genoemd, heette Alphons en was textielhandelaar. Hij was gehandicapt, had een vrouw, 'tante Jaanne', en twee zonen, Hans en Otto, van wie de laatste achterlijk was.
'Hij liep voorovergebogen, had uitzonderlijk hoge schoenen aan, die met de punten naar elkaar toewezen, droeg een plusfour als zijn broer en het gezicht, vreemd geplooid, met verschillende ogen, zweette zo, dat er haren van zijn kleurloze pruik op zijn voorhoofd plakten.'
Het Joodse gezin zou de oorlog niet overleven. Moeder en zonen werden afgevoerd, de achterlijke Otto vanuit een tehuis. De vader werd niet meegenomen door de Amsterdamse politie die de familie kwam halen, vanwege zijn handicap en een bijbehorende doktersverklaring. Oom Hans wordt in een ziekenhuis opgenomen, moet daarna onderduiken en pleegt zelfmoord.
Reve vertelt het verhaal bijna afstandelijk. Hij suggereert en roept op, in glasheldere stijl, maar benoemt het drama nergens - en dat heeft een daverend effect. Andreas Burnier schreef: 'Ook de Duitse gewelddadigheid wordt in feite alleen maar aangeduid, niet of nauwelijks beschreven, en daardoor wordt zij des te meer onheilspellend en sinister.'
Zo wordt de Holocaust haast terloops geïntroduceerd. 'Hans heeft een brief gestuurd naar een tante in Berlijn', zei tante Jaanne, 'al een tijd geleden. Hij is nu teruggekomen, onbestelbaar. Vertrokken met onbekende bestemming, stond er op.'
Aanvankelijk is de jonge held, Simon, nog gefascineerd door de inval van de Duitsers. 'Ik hoopte vurig, dat de geruchten, die door de buurt vlogen, alle juist waren. 'Echt in oorlog, prachtig', zei ik zacht voor mezelf.'
Maar de spanning en sensatie die de puberjongen voelt, wijken al snel voor verbijstering en angst. De dreiging wordt steeds heviger, al blijft die op tintelend ironische wijze verwoord. Als 'De Invalide', het ouderentehuis, wordt leeggehaald, roept een 92-jarige: 'Ze dragen me op handen.'
Als oom Hans niet kan onderduiken bij vrienden maakt hij, eenzaam en alleen, een einde aan zijn leven. 'De vriend, die hem uit het ziekenhuis had gehaald en de man, die de kamer had afgestaan, droegen samen 's nachts het lijk de trap af en lieten het dicht bij huis, aan een touw, zonder geplas in de gracht zakken, waar het terstond zonk, zo is het mij verteld.'
Een verpleegster merkt op dat oom Hans toch nog geld genoeg had om te leven. En dan luidt de slotzin: 'Dus dat is de reden niet geweest.'
De reden wordt niet verteld, maar explodeert in je hoofd na het laatste woord. De Duitsers besloten niet alleen die ongelukkige familie Boslowits naar de ondergang te voeren, maar álle Joden.
Maar het woord 'Jood' komt in het hele verhaal niet voor.
31/12/2003
De drie en twintigjarige schrijver wil in dit beklemmende verhaal, dat de omvang bereikt van een normale roman, de geestelijke nood tonen van de naoorlogse tijd, in het bijzonder van hen, die in de oorlog volwassen werden. In tien opeenvolgende avonden zien wij de hoofdpersoon, een eenzaam, jong kantoorbediende in Amsterdam, bezoeken afleggen bij oude schoolvrienden van het gymnasium. Allen hebben uit de oorlog, die -- als een gevaarlijk spook -- bijna nergens wordt genoemd, de ontgoocheling, het cynisme, het gebrek aan vertrouwen en de onmacht overgehouden. [...] Nergens laat Van het Reve zich verleiden tot heftige beschrijvingen, hij moraliseert nooit, maar men voelt zijn gevoeligheid door het cynisme heen breken. Het is een verhaal als een nachtmerrie, waaruit men echter -- en dat is te danken aan de positieve levensopvattingen van de auteur -- versterkt ontwaakt." (Uit de aanbiedingsfolder van De Avonden, november 1947).
Flink meer dan een halve eeuw oud is De avonden van Gerard Reve ondertussen, maar zijn status als klassieker waardig blijft dit 'winterverhaal' mensen aanspreken. Een kleine greep: anno 2003 kun je letterlijke citaten eruit, door de volksschrijver zelve ingesproken, horen als jingle op Republica, een van de hippe programma's op het eeuwig jonge Studio Brussel. En de stripwereld, die zich ook niet meteen richt op Reves generatiegenoten, werd verrijkt met een verstripping van de integrale tekst door Dick Matena. Naar aanleiding daarvan werd er weer een druk aan de collectie toegevoegd (de 52e), met een strip-Frits op de cover.
Het verhaal, waarin niets gebeurt, speelt zich af in de dufste periode van het jaar (van 22 december tot nieuwjaar), in een naoorlogs Amsterdam en waarin van het vooruitgangsoptimisme van de tijd geen spat te merken is. Twintiger Frits van Egters slentert door de dagen, telt de uren af en het enige boeiende dat hem lijkt te overkomen, zijn zijn nachtmerries. Frits becommentarieert het beklemmende gezinsleven met zijn hardhorige, ongemanierde vader en zijn moeder die altijd in de weer is met de kachel. De enige actie vormen bezoekjes aan vrienden, die hij pest met het speuren naar tekenen van kaalheid en gruwelverhalen. Thuis houdt hij beschouwingen over aardappelen, jus, radio... Nihilisme, existentialisme... Zijn personage heeft later een heleboel fictieve collega's in het leven geroepen; ook vandaag is het moeilijk om een uitgave met een beschouwende en introspectieve antiheld niet te toetsen aan Reves alter ego.
De verklaring voor zijn status is dat De avonden scoort op meerdere niveaus. Behalve een tijdsbeeld van Amsterdam na de oorlog geeft het boek ook een tijdloos gevoel weer, en even universele thema's. Het onvermogen van intermenselijke relaties en communicatie, ennui en menselijke geworpenheid, de zinloosheid van het bestaan en het desondanks zoeken naar zin. Het lijken haast clichés, waren ze niet zo meesterlijk en suggestief aan bod gebracht. De belangrijkste factor hierin is uiteraard Reves stijl. Zijn taalgebruik, vol ironie en humor, gekunsteld maar prachtig verwoord in archaïsche zinnen, is ondertussen zo gemeengoed geworden dat het vernieuwende en gedurfde karakter ervan toentertijd moeilijk kan worden overschat. Al was de schrijver niet tevreden over zijn debuut, Reves dada's zitten er ook al in: religie, provocatie, sadistische fantasieën. "'Het is is gezien', mompelde hij, 'het is niet onopgemerkt gebleven'". De voorlaatste zin, bijna nog beroemder dan de eerste, spreekt boekdelen over dit avontuur. Frits, net als een schrijver, construeert zijn eigen werkelijkheid. [Wilfried Poelmans]
Redactie
Herdruk van de veelbesproken eerste roman (1947) van deze schrijver over Frits van Egters. Deze jongeman in naoorlogs Amsterdam voelt zich rond Kerstmis beklemd door zijn kleinburgerlijke omgeving en door zwartgallige gedachten. Nachtmerries plagen hem en in zijn sociale contacten spelen onuitgesproken, nog maar halfbewuste verlangens mee. De auteur zelf heeft zich altijd wat ongemakkelijk gevoeld bij de aandacht voor dit jeugdwerk. Inderdaad lijkt het naar stijl en inhoud naast het geraffineerde latere werk op een aandoenlijk stuntelende halfwas, maar juist in die halfwas hebben vele andere halfwassen zich blijkbaar herkend. Een tijdsbeeld dat door de authenticiteit de tijd overleeft. Verfilmd met Thom Hoffman. Herdruk als deel van een goedkope reeks mooi verzorgde gebonden heruitgaven van moderne Nederlandse klassieken van de Bezige Bij. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.