Het blinde licht : roman
Benjamin Labatut
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meridiaan uitgevers, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LABA |
Berthold Van Maris
te/ep/30 s
Wie de film Oppenheimer intrigerend en verontrustend vond, zal vast ook veel plezier beleven aan de nieuwste, uitstekende roman van de Chileense schrijver Benjamín Labatut. De Maniac gaat over de Hongaarse Amerikaan John von Neumann, een geniale wiskundige die, net als Robert Oppenheimer, meewerkte aan het ontwikkelen van de atoombom.
Oppenheimer en Von Neumann zijn allebei ideale personages voor fictie over gevaarlijke, potentieel ontwrichtende wetenschap en hoe lastig het is om daar nog op een ethisch verantwoorde manier mee om te gaan. Zowel in de film over Oppenheimer als in de roman over Von Neumann wordt enthousiast gespeeld met wat ze in de 19de eeuw de esthetiek van 'het sublieme' noemden: met de schoonheid van het angstaanjagende, het onvoorstelbare, het ondenkbare. In de film zijn dat de beelden van kernexplosies, in de roman beschrijvingen daarvan, maar ook wetenschappelijke fantasieën, over het vernietigen van al het leven en over apparaten en computerprogramma's die zichzelf autonoom, los van de mens, kunnen voortplanten en evolueren tot een hogere vorm van leven.
Duivels en cynisch idee
Terwijl Oppenheimer gemengde gevoelens had over de atoombom en zich naderhand duidelijk uitsprak tegen het ontwikkelen van de nog duizend keer sterkere waterstofbom en tegen een kernwapenwedloop met Rusland, had de geniale Von Neumann juist helemaal geen last van wat voor moreel besef dan ook. Als jongeman wilde Von Neumann een nieuw, fris, stabiel fundament leggen onder de wiskunde, die door een aantal wonderlijke, niet te bevatten natuurlijke ontdekkingen (de relativiteitstheorie en de kwantummechanica) in een crisis was terechtgekomen. Dat resulteerde in een belangrijk boek: Wiskundige grondslagen van de kwantummechanica (1932).
Eenmaal beroemd verhuurde hij zich in de VS als wiskundig adviseur aan bedrijven en de overheid. En aan het leger. Want de wiskundige modellen waarin hij economisch gedrag probeerde weer te geven en te verklaren, trokken al gauw de aandacht van militaire strategen.
Hij leverde de verfijnde wiskunde die nodig was voor de ingewikkelde berekeningen voor het maken van de atoombom en daarna de waterstofbom. En, uiterst controversieel, een wiskundig model voor het beleid van het wederzijds dreigen met totale vernietiging tijdens de Koude Oorlog: de mutually assured destruction, afgekort: mad. 'Een zo duivels en cynisch idee dat het een wonder is dat we het tot dusverre hebben weten te overleven', zegt een van de personages in de roman.
Von Neumann ontwierp ook een van de eerste computers en noemde die de Maniac (Mathematical analyzer numerical integrator and automatic computer). En tegen het einde van zijn leven werkte hij aan computerprogramma's die de vernietiging van al het leven modelleerden en aan pogingen om ín de computer nieuwe, nooit eerder geziene vormen van (digitaal) leven te creëren.
Aan vrijwel al zijn projecten zat een donker randje. Zo berekende Von Neumann doodleuk dat de bom op Hiroshima het hoogste aantal slachtoffers zou maken als ze 600 meter boven de grond tot ontploffing werd gebracht, wat vervolgens ook gebeurde. En Von Neumann was meteen daarna voor een snelle 'preventieve kernaanval' op Rusland, om te voorkomen dat de Russen ook een atoombom zouden ontwikkelen. De argumenten die hij daarvoor aandroeg waren altijd strikt logisch.
Angstaanjagend mooi
De Maniac begint met een proloog over de geniale, maar labiele natuurkundige Paul Ehrenfest. De belangrijkste thema's van het boek worden dan al geïntroduceerd: luciditeit en krankzinnigheid, rationaliteit en het irrationele, logisch denken en het ondenkbare, orde en chaos, licht en duisternis.
Dan worden het leven en de avonturen van Von Neumann uitgebreid verteld door allerlei mensen uit zijn omgeving, in lange, uiterst levendige passages met heel veel komma's en heel weinig punten, die er volledig in slagen de lezer mee te sleuren in het verhaal.
Ook al gaat het over wetenschap, Labatut weet er een ongelooflijk spannend verhaal van te maken. Hij is niet bang om af en toe een stevig apocalyptisch beeld of visioen op te roepen. De lezer hoeft niet overdreven veel van wiskunde, natuurkunde of informatica te weten. Juist het ontbreken van de wetenschappelijke details geeft de auteur de ruimte om heel suggestief te werk te gaan, zoals wanneer hij suggereert dat een heel simpel programma uit de beginjaren van de computer tot verbazing van zijn makers, onder wie Von Neumann, een eigen leven lijkt te gaan leiden. Dat wordt angstaanjagend mooi beschreven, zonder dat de lezer enig idee heeft van hoe dat programma werkte en wat er zo onverwacht aan was.
Ondertussen is Von Neumann iemand die graag en uiterst spitsvondig converseert, met allerlei mensen, die veel drinkt, té veel, die graag in dure restaurants eet en diep verliefd is op een hyperintelligente, labiele vrouw, wat dan wel weer heel menselijke trekjes zijn.
En af en toe maakt Labatut binnen dit grotere verhaal ruimte voor kleinere verhalen, zoals over twee briljante collega-wiskundigen die geregeld last hadden van diepe depressies en manische perioden.
De schrijver suggereert dat logica en gekte soms dicht bij elkaar liggen. Sommige wiskundigen zouden 'zo volkomen rationeel' te werk gaan 'dat het aan het psychopathische grensde'.
Bij Von Neumanns computersimulaties kon uit het rationele soms iets ontstaan dat op het eerste gezicht irrationeel leek. De epiloog van het boek werkt dat uit door het verhaal te vertellen van AlphaGo, het computerprogramma dat beter Go speelde dan de beste Go-meester. Dankzij een enorme hoeveelheid data en een sterk zelflerend vermogen deed AlphaGo zetten die voor mensen ondenkbaar waren, en die geniaal bleken te zijn. Goddelijke zetten, of moet je het demonische zetten noemen?
Momenten waarop die kunstmatige intelligentie een eigen leven leek te gaan leiden. Sublieme, verontrustende, angstaanjagende momenten: precies de momenten waarnaar Labatut in deze roman voortdurend op zoek is.
Meridiaan, 384 p., 26 euro. Vertaling Dirk-Jan Arensman.
Sam De Wilde
te/ep/09 s
De laatste tijd is het voornamelijk J. Robert Oppenheimer die met alle aandacht gaat lopen als de 'vader van de atoombom', maar de eerste kernwapens kenden vele ouders (van wie nog steeds vooral de mannen herdacht worden). Een van hen heette John von Neumann en die Hongaars-Amerikaanse wiskundige en computerwetenschapper staat centraal in Benjamín Labatuts nieuwe roman.
Von Neumann heeft nooit aan het hoofd van het Manhattanproject gestaan, maar hij berekende wel de optimale ontploffings- hoogte voor de bommen op Hiroshima en Nagasaki. Hij bedacht ook, nadat hij in 1933 naar Amerika was uitgeweken, de MAD-doctrine, de militaire strategie van de wederzijdse gegarandeerde vernietiging.
Toch is Von Neumann niet de 'MANIAC' uit de titel. Dat acroniem staat voor Mathematical Analyzer, Numerical Integrator And Computer Model, een door Von Neumann ontworpen computer waarmee op Los Alamos de thermonucleaire berekeningen voor de waterstofbom werden gemaakt. Omdat het gigantische ding ook (tergend traag) een vereenvoudigde versie van het schaakspel kon spelen, wordt de MANIAC vandaag tevens gezien als een belangrijke stap in de evolutie van artificiële intelligentie.
Ademruimte
Genoeg om over te vertellen dus, en niemand lijkt daar beter voor geschikt dan de in Den Haag geboren Chileense schrijver Labatut, die met Het blinde licht in 2020 al bewees dat hij complexe wetenschappelijke onderwerpen kan omtoveren tot spannende verhalen. Dat van Von Neumann vertelt hij volledig vanuit het perspectief van de verschillende 'nevenpersonages' uit diens leven, onder wie verscheidene Nobelprijswinnaars.
De meerstemmigheid laat Labatut niet alleen toe om dit verhaal over gestoorde en geniale wetenschappers (iets) minder fallocentrisch te maken, ze geeft de auteur ook de kans om verschillende aspecten van Von Neumanns werk en persoonlijkheid te belichten. Of toch in theorie. In de praktijk laat Labatut hier en daar een steekje vallen. Omdat hij zoveel historische en wetenschappelijke informatie in de monologen van zijn vertellers stopt, krijgen ze nauwelijks een waarachtige eigen stem, en omdat zij niet echt tot leven komen, blijft uiteindelijk ook het uit hun verhalen opgebouwde portret van Von Neumann veeleer een fascinerende schets.
Labatut schiet zichzelf daardoor in de voet. Hij slaagt erin je zo nieuwsgierig te maken naar Von Neumann dat de mengvorm feit en fictie niet helemaal werkt. De personages krijgen net iets te weinig ademruimte om van een geheel geslaagde roman te kunnen spreken, en voor een feitelijk relaas is het bronnenmateriaal al te summier. Voor iedereen die precies wil weten waar in Labatuts beschrijving van Von Neumanns buitenissige bestaan de grens tussen waarheid en verdichting ligt, bestaat er gelukkig al een hele bibliotheek uitstekende non-fictie over 'de slimste mens van de twintigste eeuw'.
Vertaald door Dirk-Jan Arensman, Meridiaan, 380 blz., € 26,50 (e-boek € 14,99).
(jos)
te/ep/05 s
'De MANIAC' is de vierde roman van Benjamín Labatut, die pas met zijn derde ook buiten het eigen taalgebied furore begon te maken. Net zoals in de briljante voorganger 'Het blinde licht' laat de Chileen zien dat de werkelijkheid vaak gekker is dan fictie. Centraal staat John von Neumann (1903-1957), de Hongaars-Amerikaanse pionier in wiskunde en kwantumfysica. Via licht gefictionaliseerde getuigenissen van familieleden en beroemde collega's beleven we zijn hardnekkige speurtocht naar sluitende axioma's en zijn verblindende geloof in de wetenschap. Alles wat uitgevonden kan worden, moet ook gerealiseerd worden, vindt hij, inclusief de atoombom én MANIAC, de eerste computer, een hulpmiddel voor oorlogvoering.
Fast forward naar 2016, wanneer de wereldkampioen in het Chinese bordspel Go onverwacht verliest van de door artificiële intelligentie aangestuurde AlphaGo. Met die verwerkelijking van Von Neumanns waanzinnigste wensdroom houdt Labatut ons een angstaanjagende spiegel voor: AI, ruimtevaart en genetica, de stoutmoedigste bouwstenen van onze technocratie, zijn mee ontwikkeld door een enggeestig, megalomaan genie. 'De MANIAC' is complex maar uiterst leesbaar, een veelkantige biografie, nucleaire thriller, geraffineerde vingerwijzing en voorbeeldig wedstrijdverslag ineen, een onvergelijkbare filosofische bespiegeling over de mensheid, geplet tussen natuur en computer.
Bookarang
Een roman over John von Neumann (1903-1957) en de geschiedenis van computers en AI. John verbijstert zijn omgeving met zijn obsessieve zoektocht naar de onwrikbare grondslagen van de wiskunde. Wanneer zijn geloof in dit systeem begint af te brokkelen, zet hij zijn buitengewone intellect in voor de machthebbers, ontwerpt hij ondoorgrondelijke computersystemen en draagt hij bij aan de ontwikkeling van de atoombom. Zijn werk bevindt zich steeds meer op gebieden die buiten het bereik van menselijk begrip en controle liggen. De roman vervlecht feit met fictie en neemt de lezer mee op een reis naar de randen van rationeel denken, terug naar het conflict in de vroege twintigste eeuw over tegenstrijdigheden in de natuurkunde en de vooruitgang in vormen van kunstmatige intelligentie. In talige stijl geschreven, met relatief lange zinnen en weinig gebruik van alinea’s. Geschikt voor de meer literaire lezer. Met enkele zwart-witfoto’s. Benjamín Labatut (Rotterdam, 1980) is een Chileense schrijver en journalist. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.