Madame Bovary : provinciaalse zeden en gewoonten
Gustave Flaubert
Hans Van Pinxteren (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Oevers, 2024 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ESSAY : VANP |
Bert Wagendorp
ru/eb/10 f
Vijf jaar nadat hij was begonnen aan de vertaling van de Essays van de Franse filosoof Michel de Montaigne, was Hans van Pinxteren vastgelopen en leken de mensen gelijk te krijgen die hem hadden gewaarschuwd dat Montaignes 16de-eeuwse Frans onvertaalbaar is. In een laatste poging zichzelf vlot te trekken, reist hij naar slot Montaigne in de Périgord, waar de filosoof (1533-1592) gedurende twintig jaar aan zijn boek had gewerkt.
Omdat hij Montaignes vertaler is, krijgt hij de sleutel van diens werkruimte in de toren bij het kasteel. Van Pinxteren blijft er uren zitten, kijkt naar de inscripties die de filosoof in de balken heeft laten graveren, denkt na; hij zoekt de man die hier vier eeuwen eerder heeft zitten schrijven - en hij vindt hem. 'Het was net of hij zojuist het vertrek was uitgelopen om elders in het kasteel een bediende een opdracht te geven.'
Opgelucht gaat Van Pinxteren naar huis: hij heeft vriendschap gesloten met Montaigne, het writer's block is als bij toverslag overwonnen en de vertaler gaat goedgemutst verder met zijn monsterklus: de 1.400 pagina's van de Essays in de geest van de schrijver toegankelijk maken voor de Nederlandse lezer. Het boek verschijnt in 2004. 'Ik heb zo'n twaalf jaar heen en weer gependeld tussen zijn eeuw en de mijne. En toen ik klaar was, had ik een verjongingskuur ondergaan. Of áls ik al ouder was geworden, dan ook een stuk vrolijker.'
Van Pinxteren schrijft het halverwege Hoe ouder hoe vrolijker - een niet letterlijk aan Montaigne ontleende maar wel door zijn levensleer geïnspireerde titel. In de Essays onderzoekt de Fransman hoe een mens moet leven in het aangezicht van de dood: in elk geval vrolijk.
Van Pinxteren, die vorig jaar 80 werd, kijkt goedgehumeurd terug op zijn leven, niet in de laatste plaats doordat hij zich veruit het grootste deel daarvan heeft beziggehouden met wat, na een toevallig begin, niet minder dan een levensvervulling bleek te zijn: vertalen. En niet maar wat te hooi en te gras, maar boeken van schrijvers met wie hij een dialoog kon aangaan, die hem iets konden leren - met wie hij een vriendschap kon onderhouden.
Hoe ouder hoe vrolijker is óók een ode aan de vertaler die zich telkens weer met ziel en zaligheid in een niet te winnen wedstrijd stort: het creëren van een vertaling die niet onderdoet voor het origineel. Het is een boek over gekmakende keuzes en onmogelijke opdrachten.
Van Pinxteren vermengt zijn eigen levensverhaal met de herinneringen aan zijn werk: de twee zijn meer en meer met elkaar verbonden geraakt. Nu de dood nadert, kan hij het er met zijn boezemvrienden Montaigne, Flaubert, Rimbaud, Lao Tse en anderen over hebben. 'Vertalen is voor mij de mogelijkheid mensen van een bijzonder niveau te ontmoeten.'
Vertalen is voor Van Pinxteren vooral luisteren naar levende stemmen, 'met de concentratie van een middeleeuwse monnik'. De schrijvers leren hem hun levenslessen en in ruil is de schrijver op wie zijn oog valt verzekerd van een toegewijde vriend die, Montaignes woorden indachtig, meer geeft dan neemt.
Toewijding is trouwens zwak uitgedrukt: Van Pinxteren offert zich op, probeert de schrijvers die hij vertaalt zo nabij mogelijk te komen. Soms kruipt hij zo diep in hun huid dat hij er wanhopig van wordt en dreigt door te draaien. Op zeker moment neemt hij op verzoek van uitgever Johan Polak de taak op zich Flauberts Salammbô te vertalen, een roman over de huurlingenopstand in Carthago tussen 240 en 237 v.Chr. Voor Flaubert was het boek een slopende onderneming geweest, die hij na vijf jaar afsloot met de woorden: 'Als ik er nú geen punt achter zet, ga ik eraan kapot.'
Zijn vertaler heeft zo mogelijk nog meer geleden, niet alleen door de gedetailleerde beschrijvingen van de wreedheden, die hem uit zijn slaap houden en hem bijkans overspannen maken, maar ook door de moeilijkheden die hij ondervindt bij het zo nauwkeurig mogelijk overbrengen van het ritme van Flauberts taal, de kleur van zijn woorden. Ook hij is als hij klaar is aan het eind van zijn Latijn: hij levert zijn laatste correcties in bij Polak met de woorden dat hij de tekst nooit meer wil zien. 'Wekenlang heb ik niet of nauwelijks gesproken, en ik had moeite terug te keren naar mijn eigen denken en handelen.'
Het mooiste verhaal in Hoe ouder hoe vrolijker is dat van de vertaling van de Tao Te King, een verzameling zeer verschillende teksten van Lao Tse, grondlegger van het taoïsme, die Van Pinxteren in 1970 voor het eerst onder ogen krijgt. Hij leest eerst de bestaande vertalingen en commentaren en zo wordt de Tao 'het boek van zijn hart'. Dan besluit hij het te gaan vertalen, hoewel hij het Chinees niet machtig is. Met behulp van een website waarop de Tao Te King gedigitaliseerd is in Chinese karakters met bij elk karakter drie of vier betekenissen in het Engels gaat hij aan de slag. Later vindt hij een audioweergave waarop de verzen in het Chinees worden gereciteerd, zodat hij weet naar welk ritme hij moet streven. Het is obsessief gedrag, maar met een doel: Van Pinxteren streeft dezelfde schoonheid na die de auteur ooit heeft bewogen bij het schrijven van het werk.
Van Pinxterens vertalerscarrière begon in 1969 met gedeelten uit Rimbauds Illuminations: meteen al een onmogelijk karwei dat hem voor vrijwel onoplosbare problemen stelt, ook als hij later Nederlands probeert te maken van het complete werk. Hoe moet je het onbegrijpelijke vertalen? Hoe moet je poëzie vertalen die tot stand is gekomen onder invloed van drugs en alcohol om tot extase en roes te komen, tot het ongekende, tot een nieuwe taal? Van Pinxteren schroomt niet en probeert het eerst stoned, en vervolgens nog een keer dronken.
Momenteel is Van Pinxteren bezig met de vertaling van Flauberts lange prozagedicht La Tentation de saint Antoine. De aanpak is weer degelijk: hij heeft het werk gelezen en herlezen en daarna nog eens hardop voorgedragen, allemaal om het te laten 'indalen'. Volgens Van Pinxteren gaat achter elk boek van Flaubert een bibliotheek schuil; hij leest alle bronnen, de boeken over de Egyptische, de Griekse en Romeinse mythologie, hij is in het brahmanisme, boeddhisme, parsisme en gnosticisme gedoken en hij heeft, net als Flaubert, Spinoza bestudeerd. En dan, na twee jaar hard werken, moet hij erkennen dat zijn vertaling iets oppervlakkigs houdt, vooral in de landschapsbeschrijvingen.
Met Flauberts reisnotities in de tas vertrekt hij naar Egypte, om te zien wat de schrijver heeft gezien, gaat weer naar huis en begint helemaal opnieuw. Het is van een verbijsterende en jaloersmakende volharding; die is noodzakelijk, schrijft Van Pinxteren, om de 'emotionele onderlaag' te vinden die het boek uniek maakt.
Vertalen is een verslaving, geeft hij toe, maar geen verslaving waarvan hij wil afkicken. Hoe ouder hoe vrolijker is het verhaal van een bezield en bezeten man - ik ben meteen naar de boekhandel gehold om Van Pinxterens vertaling van de Essays aan te schaffen en Montaigne door de ogen van zijn grote vriend te kunnen lezen.
Oevers; 263 pagina's; € 25.
Bookarang
Een verzameling verhalen, essays en reisschetsen van dichter en vertaler Hans van Pinxteren (1943). De auteur reflecteert op belangrijke momenten in zijn leven zoals zijn kindertijd, een hartstochtelijke liefde en de reizen die hij maakte. Het thema van ouder worden en het behouden van levensplezier staat centraal. Ook gaat hij diep in op het vertalen en de auteurs die hij vertaalde, zoals Montaigne en Flaubert. Het boek gaat ook over persoonlijke en virtuele ontmoetingen, met mensen en auteurs die een belangrijke rol speelden in zijn leven. Vaardig en persoonlijk geschreven. Geschikt voor de meer geoefende lezer. Hans van Pinxteren (Amsterdam, 1943) is een bekende Nederlandse dichter, vertaler en essayist. Hij werd bekroond met meerder prijzen, waaronder de Martinus Nijhoffprijs in 1980 en de Dr. Elly Jafféprijs in 2001. Hij vertaalde onder andere Rimbaud, Montaigne en Lao Tse.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.