De vegetariër
Kang Han
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Nijgh & Van Ditmar, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : HAN |
Sofie Messeman
em/ec/09 d
Han Kang wordt wereldwijd gelezen sinds ze in 2016 de International Booker Prize won met De vegetariër, over een vrouw die uit protest tegen haar man besluit geen vlees meer te eten, met alle gewelddadige gevolgen van dien. Maar ze heeft veel meer romans geschreven. In Wit ging ze op zoek naar haar als baby gestorven zusje, in Mensenwerk onderzocht ze de in 1980 bloedig neergeslagen studentenprotesten in de Koreaanse stad Gwangju.
Ook in het nu verschenen Ik zeg geen vaarwel brengt ze een vergeten bloedbad uit de Koreaanse geschiedenis voor het voetlicht. Het verhaal draait om de massamoord op het eiland Jeju, waar de Koreaanse overheid tussen november 1948 en het voorjaar van 1949 bevel gaf om dorpen plat te branden en zo vermeende communisten te treffen. Liefst 270 van de 400 dorpen brandden af en 30.000 burgers kwamen om het leven tijdens grootschalige executies. Decennialang werd de massamoord angstvallig verzwegen.
Sneeuwstorm
Han Kang heeft in haar roman geen haast om die feiten te openbaren: het duurt tot in het derde deel voordat we de hele toedracht kennen. Het boek is dan ook geen historische roman, maar een verkenning van het trauma en de verbetenheid van de overlevenden om de verdwenen doden te vinden.
De roman begint op het moment dat Inseon, die door een ongeluk in het ziekenhuis is beland, haar vriendin Gyeong-ha verzoekt om naar haar huis op Jeju te vliegen om haar kaketoe te redden. Gyeong-ha heeft als schrijver eerder samengewerkt met documentairemaker Inseon, die haar af en toe iets over de gebeurtenissen op Jeju vertelde. Maar pas als ze moederziel alleen op het eiland verblijft, waar bovendien een vreselijke sneeuwstorm woedt, beginnen Inseons verhalen tot leven te komen.
Gyeong-ha brengt het allemaal als een koortsdroom: ze krijgt na haar tocht door de sneeuw hoge koorts. Natuurlijk is het ook onmogelijk dat Inseon plots ook 'ter plekke is': zij ligt immers in een ziekenhuis ver weg. En natuurlijk is het een zinsbegoocheling dat de vogel, die dood is bij aankomst, opeens weer door de kamer vliegt.
Schemergebied
De dode vogel die plots weer leeft, de onbegrijpelijke aanwezigheid van Inseon, de vele 'levende schaduwen' op de muren: het zijn spookgedaantes waarmee de schrijver de grens tussen levenden en doden lijkt te willen opheffen. Het thema sluit aan bij de boeddhistische inspiratie van Han Kang, met aandacht voor een schemergebied waar leven en niet-leven in elkaar overgaan.
Eenvoudig is het niet om je daar als lezer in te vinden. Maar de spookachtige vermenging van aanwezigheid en afwezigheid is wel een passende vorm om het te hebben over de doden van Jeju én iedereen die aan die doden is blijven denken. Zoals Inseons moeder, die altijd naar haar verdwenen broer is blijven zoeken.
Han Kangs roman is een intieme herdenking van de gebeurtenissen, met als doel de doden een naam te geven en de overlevenden een stem. De koortsdroom is een literaire vondst. Daar staat tegenover dat het een lastige vorm is, die soms een beetje ontmoedigt. Want hoewel de emotie de tekst voortstuwt, ligt er net iets te veel 'lichte sneeuw', zijn er net iets te veel opdringerige vogels en staan er net iets te veel dode bomen die op mensen lijken.
Nijgh & Van Ditmar, 302 p., 23,99 euro. Vertaald door Mattho Mandersloot.
Roderik Six
em/ov/15 n
Cirkelzagen zijn gevaarlijke tuigen. Wanneer In-seon haar handschoen uittrekt, blijven er twee vingerkootjes achter. Verbijsterd staart ze naar de bloedende stompjes. De aanblik van de rode fonteinen overmant haar en In-seon zijgt bewusteloos neer op de vloer van haar werkhok. Wanneer ze wakker wordt, bevindt ze zich in een ziekenhuis in Seoel, ver van het eiland Jeju, waar ze woont. Een alerte buurvrouw heeft haar gevonden, tussen het zaagsel en de meubelpoten, en In-seon is met een spoedvlucht naar het Koreaanse vasteland overgevlogen. Chirurgen hebben de kootjes weer op hun plaats genaaid, maar daar eindigt haar kwelling niet. Elke drie minuten worden de hechtingen geïnjecteerd om te voorkomen dat haar vingertoppen wegrotten. Als ze afsterven, zal ze voor de rest van haar leven geplaagd worden door helse fantoompijnen.
Maar cirkelzagen kunnen ook levens redden. Tijdens haar folterende heling sommeert In-seon haar oude vriendin Gyeong-ha aan haar ziekbed. Ooit werkten ze samen voor een tijdschrift, In-seon als fotografe, Gyeong-ha als journaliste, maar hun contact verwaterde: In-seon schoolde zich om tot timmervrouw en ging bij haar moeder op Jeju wonen, Gyeong-ha bleef achter in Seoel en zag haar leven ineenstorten. Job kwijt, gezin kwijt... De details zijn vaag, maar haar depressie is dat niet: Gyeong-ha was aan een zelfmoordbrief bezig toen de metalen tanden in het vlees van haar vriendin beten.
Een vingerwijzing van het lot? Misschien, want In-seon heeft een opdracht voor Gyeong-ha. Zij moet In-seons achtergebleven kaketoe redden. Het vogeltje heeft dringend eten nodig, en wie kan een vriendin in nood een gunst weigeren? Gyeong-ha bergt haar zelfmoordplannen op en reist, te midden van een sneeuwstorm, naar Jeju om een bolletje pluimen van nootjes te voorzien. Maar eens daar, in een afgelegen hut, in een afgelegen dorp, blijken er nog bewoners op Gyeong-ha te wachten, spookachtige wezens die haar gruwelijke verhalen vertellen over massamoorden, verkrachtingen en standrechtelijke executies.
In 2016 won Han Kang de Man Booker International Prize voor haar onthutsende roman De vegetariër. Met dit horrorsprookje bewijst ze opnieuw waarom ze tot de wereldtop behoort. Ik zeg geen vaarwel verhaalt over de vergeten genocide op de rebelse bevolking van Jeju, een schandvlek op de geschiedenis van Zuid-Korea. Maar verwacht geen politiek pamflet. Bij Han primeert de romanvorm, en die beheerst ze als de besten. Met haar virtuoze zinnen en ontroerende passages houdt ze je aan het blad gekluisterd, en terwijl ze je betovert met haar stilistisch meesterschap, geeft ze de duizenden doden van Jeju weer een stem. Han Kang verbluft weer. Menig schrijver zou een vinger veil hebben voor een greintje van haar talent.
Nijgh & Van Ditmar (oorspronkelijke titel: Jagbyeolhaji anneunda), 302 blz., € 23,99.
*****
Bookarang
Een indringende roman over liefde, een pijnlijke familiegeschiedenis en rouw. Romanschrijver Gyeong-ha reist naar Jeju-eiland om zich over de vogel van haar vriendin, die in het ziekenhuis is opgenomen, te ontfermen. Het eiland, dat van 1948-1954 het schouwtoneel was van een burgeropstand die tienduizenden het leven kostte, wordt geteisterd door een zware sneeuwstorm. Bij aankomst wordt Gyeong-ha geconfronteerd met het pijnlijke familieverleden van In-seon. In-seon's moeder, Jeong-sim, is sinds de opstand op zoek naar haar vermiste broer en weigert zijn mogelijke dood te accepteren. Vanuit de observerende ik-persoon, in serene en beeldende stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Han Kang (Gwangju, 1970) is een wereldberoemde Zuid-Koreaanse schrijver. Ze schreef meerdere boeken. Ze won vele nationale en internationale prijzen, waaronder de International Man Booker Prize voor ‘De vegetariër’. Haar werk werd in meer dan dertig talen vertaald.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.