Groot verzenboek : 555 gedichten over leven, liefde en dood
Jozef Deleu
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Poëziecentrum, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : DELE |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Poëziecentrum, 2023 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : 2023 DELE |
Filip Rogiers
rt/aa/25 m
Twee keer per jaar, al eenentwintig jaar, verrijkt Jozef Deleu (85) met Het Liegend Konijn de letteren met een staalkaart van de Nederlandstalige poëzie. Hij doet dat met als enig criterium de kwaliteit van het geschrevene. Kleur, nationaliteit, leeftijd, naam van de dichter spelen geen rol. Ook poëtica of vorm doen er niet toe: hermetisch of juist toegankelijk, parlando of lyrisch, nagenoeg volle of lege bladspiegel.
Zo ruim zijn smaak als poëzielezer van poëzie, zo selectief is hij als dichter. Zo zuinig ook. Zijn verzameld werk Ondoorgrond telt 350 pagina's en omspant zijn productie tussen 1963 en 2019. Dat is omgerekend een zestal gedichten per jaar. Breedsprakig waren zijn gedichten nooit, net zo min als zijn lyrisch proza uit de jaren 70 en 80 of de welgeteld negen redevoeringen die hij over cultuur en cultuurpolitiek schreef. Enkele tientallen pagina's essentie.
In zijn poëzie kon het altijd nóg korter, zal hij gedacht hebben. De jongste jaren bekwaamt hij zich in wat hij miniaturen noemt. Gedichten van hooguit tien regels, regels van een of twee woorden. Vegen zijn het, penseelstreken op een verder wit canvas. 'Geschilderde gedachten', zoals De Standaard het eerder omschreef. Hij toont zich daarmee een evenknie van de door hem zeer bewonderde Roland Jooris.
Die hang naar kernachtigheid, een afkeer van wat hij ooit 'woordschurft' heeft genoemd, is er bij Deleu altijd al geweest. Waarachtigheid heeft hij zeker in de kunst, maar eigenlijk in alles wat des mensen is, altijd al verkozen boven pose, aanstellerij, gebeuzel. Eenvoud boven simplisme, woordwaarde boven grootspraak. Hij had ook in zijn essays altijd al genoeg aan enkele vegen - hier niet bedoeld als penseelstreken, maar als kletsen of pandoeringen - om aan te klagen hoe het almaar zelfstandiger wordende Vlaanderen weliswaar materieel, maar niet per se intellectueel en cultureel rijker werd.
Kunst is cruciaal
Oog en oor voor wat werkelijk van waarde is in een mensenleven, gaat al sinds zijn debuut ( Schaduwlopen , 1963) samen met het besef van hoe cruciaal kunst is in dat leven om uiting te geven aan het onzegbare. Hij meende al erg vroeg te weten wat rest op het einde van de dag: het schone, het liefhebben, het geaard zijn.
Het geeft zijn oeuvre een 'bijzonder grote consistentie', schreef Carl De Strycker in de inleiding op het door hem geredigeerde verzameld werk. Een oeuvre 'dat wars van alle modes en tendensen steeds dezelfde levensvragen aan de orde stelt, en met name de zin van het bestaan beschouwt in het licht van het onvermijdelijke levenseinde'.
Het zijn de Grote Thema's, de takken waaraan hij ook al sinds 1976 in zijn Groot Verzenboek (achttien drukken) de gedichten van anderen hangt. De coördinaten in zijn eigen poëtisch universum zijn, vooral, familie, dieren, landschap, taal. Daarbinnen viert hij met alle zintuigen het leven, winst en verlies: er wordt gekeken en gezien, geluisterd en gehoord, getast en gevoeld. 'Kijken/ hoe het licht wandelt', zoals het in een eerder gedicht, 'Landschap 2', heette. Of in het gedicht 'Advies' in zijn jongste bundel, Het paard van mijn vader : 'fluister het/ de bomen/ zeg het/ de paarden'.
Berustend klinkt de dichter in 'Wolken', het laatste van de 33 miniaturen in die bundel, in het besef dat op een dag alle leven verstomt. 'Wankelt/ de taal/ op de tong/ beklim dan de trap// naar/ de wolken'. In 'Tuimelangst' klinkt het zonder franjes: 'het einde is/ niet meer veraf'.
Engagement
In het voorwoord bij een eerdere bundeling van zijn poëzie, Hoe het licht wandelt (2002), noemt Hugo Brems de gedichten van Deleu 'in alle opzichten de keerzijde van zijn publieke leven'. 'Zij is louter innerlijkheid, verstilling, bezinning, en zij is doortrokken van een diepe melancholie.'
Dat klopt, maar ook niet. Minimaal betekent niet per se lieflijk, melancholisch niet onscherp. Bevatten Het paard van mijn vader en voorgaande bundels meer gedichten over familie, dier, afscheid, landschap dan over maatschappij of wereld, Deleus engagement klinkt er toch in door. Sober, maar niet zo stil. Deleu wordt met de jaren minder mild - radicaler, zo u wil - voor wat in zijn ogen kwaliteit ontbeert, of het nu in de politiek, de media of de cultuur is.
Uit menige titel van zijn gedichten spreekt zelfs het tegendeel van berusting. Dat valt des te meer op omdat de (eenwoordige) titels onder en naast elkaar worden gerangschikt op de eerste pagina van de bundel. Het is een inhoudstafel, maar zonder cijfers die naar pagina's verwijzen. Het lijkt een gedicht op zich.
Mild of zacht klinken sommige van die titels bepaald niet: brandhaard, migrant, opstand, overmoed, ram, scherven, schrikdraad, vertwijfeling, verwarring, woede. Nog luider, als waren het munchiaanse schreeuwen, klinken die titels omdat ze bovenaan elk gedicht in KAPITALEN staan.
De liefde blijft sterk, 'de passie/ is niet uitgewoond', de bezorgdheid en inderdaad boosheid om wat er zoal misloopt in deze wereld en dit tijdsgewricht luwen niet. De dichter maakt zich zorgen over sociale ongelijkheid, over de belabberde staat van de democratie, de natuur, de aarde.
In het gedicht 'Ram' heeft Deleu het over 'kleinhartig/ geblaat/ van schapen'. Mogelijk staat er wat er staat en doelt de dichter op het dier. Maar hij zal het recensent of lezer zeker niet ten kwade duiden als die in de schapen de nieuwe rijken, Vlaamskiljons en vele ander farfelu 's, die hij nu al meer dan een halve eeuw de levieten leest, herkent. En in de ram, die de kudde geselt, de strenge cultuur- en maatschappijcriticus die Jozef Deleu blijft.
Poëziecentrum, 48 blz., € 19.
T.H.
‘Schrijven is in de traditionele Chinese miniatuurkunst het schilderen van gedachten‘ aldus De Standaard. Prangende gedachten soms van filosofische aard, in heldere taal en gevat in miniatuurgedichten. Bv: Einde: 'Niet langer gedoogd maar geroepen verlost uit de tijd. Opdracht volbracht.’ En: Metafysisch: 'Blijft de aarde onverstoord draaien om de zon of niet.’ Steeds zeven regels met een witregel tussen vers 5 en 6. Zeer de moeite waard.Mooi vormgegeven. Je kunt het neerzetten als een kunstwerk. Vanaf de eerste gedichten melancholisch van inhoud. Jozef Deleu is een Vlaams dichter en prozaschrijver.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.