Le fils de l'homme : roman
Jean-Baptiste Del Amo
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DELA |
Ger Leppers
us/ug/06 a
De mensenzoon opent met een indringende vluchtscène die zich afspeelt in een ver verleden, maar die ook van alle tijden is: 'Ze lopen al dagen westwaarts, tegen de striemende herfstwind in. Woeste baarden overwoekeren het harde gezicht van de mannen. Vrouwen met een hoogrood gelaat dragen zuigelingen mee onder sleetse vachten. Een groot aantal zal onderweg sterven, blauw van de barre kou of een prooi van de dysenterie die ze oplopen door te drinken van de bedorven waterpoelen waaraan ook kuddes wilde dieren zich laven. Voor hen zullen de mannen met hun blote handen of hun kling droeve gaten in de grond graven.'
De scène beslaat een twintigtal bladzijden en blijkt pas aan het slot van het boek een verband te houden met de rest van het verhaal, dat zich in de laatste jaren van de vorige eeuw afspeelt. Die rest is heel anders. We lezen over de terugkeer, na een jarenlange afwezigheid, van een vader die in onduidelijke zaakjes was verwikkeld. Er blijkt thuis het een en ander veranderd. Zijn zoon heeft, na al die tijd, moeite om in deze ruwe man zijn vader te herkennen. Zijn vrouw verwacht een kind van de vroegere vriend des huizes. Alsof het vanzelfsprekend is, neemt de man vrouw en kind mee en vlucht voor het maatschappelijk leven naar een afgelegen en vervallen boerengoed dat aan zijn overleden vader toebehoorde en dat hij met verbetenheid begint op te knappen. Daar, strijdend tegen zijn demonen en tegen de almachtige natuur, legt de man de grondvesten voor een drama dat met een onverbiddelijke logica het gezin te gronde zal richten.
Traag tempo
Een drama? Het is misschien eerder een klassieke tragedie die Jean-Baptiste Del Amo zich in deze roman laat ontvouwen. Geweld, wil de schrijver in dit boek laten zien, is een erfenis die onontkoombaar van generatie op generatie wordt overgedragen. De noodlottige afloop van de gebeurtenissen voelt de lezer dan ook lang van tevoren aankomen. De onderlinge verstandhouding van het drietal is problematisch, zo geeft Del Amo al meteen subtiel aan: nooit staat er 'zijn vader', 'zijn moeder' of 'haar man'; vanaf het begin van het verhaal is het 'de vader', 'de moeder', en 'de man'. Dat, zo voel je aan je water, belooft weinig goeds.
Het is niet makkelijk om het boek neer te leggen. Dat komt doordat het verhaal zich in een zeer traag tempo ontvouwt, waarbij de schrijver het ene betekenisvolle detail op het andere stapelt. Daardoor verwerft dit verhaal van deze vergeefs naar autonomie strevende, naamloze hoofdpersoon geleidelijk aan een grote kracht.
Del Amo is een begenadigd dialoogschrijver. De scène waarin de hoofdpersoon de confrontatie aangaat met 'Oom Tony' - de vriend die zijn vrouw zwanger heeft gemaakt en het enige personage met een naam in het boek - behoort in dat opzicht tot het knapste dat ik in lange tijd gelezen heb. Dat is mede te danken aan de fraaie vertaling van Joris Vermeulen.
Marnix Verplancke
2/ei/28 m
Een man, een vrouw en hun zoon van negen zijn in een stationwagen op weg naar een huis in de bergen. Voorheen woonden de vrouw en de zoon in een arbeidersbuurt, tot twee weken eerder de man terugkeerde na een afwezigheid van zes jaar. Herenigd met zijn gezin wilde hij naar Les Roches, het huis waar zijn vader helemaal alleen woonde en uiteindelijk ook aan kanker stierf. Pas een hele tijd na zijn dood werd hij gevonden, de helft van zijn gezicht weggevreten door een of ander beest. Veel wordt er niet gesproken in de stationwagen.
Zo begint Jean-Baptiste Del Amo's onheilspellende roman De mensenzoon, waarin het naarmate je de bladzijden omslaat steeds duisterder wordt. Aanvankelijk schijnt de zon. De vader en zijn zoon trekken de bossen in. Ze vinden bronnen, drinken van het lekkerste water dat ze ooit geproefd hebben en maken samen een katapult. Wanneer de jongen er alleen op uittrekt, vindt hij onder het ingestorte dak van een schaapskooi een kolonie slapende vleermuizen, en even verder zelfs de ingang van een ijzermijn. Een nieuwe wereld gaat voor hem open, een wereld die avonturen belooft, en een innige relatie met de vader die hij zich nog amper herinnert. Wanneer zijn moeder vraagt of hij gelukkig is, knikt hij, al weet hij in feite niet goed wat dat is, geluk.
En dat geldt ook voor de vader en de moeder. Niet alleen is er zijn verleden als ritselaar en malafide autodealer dat aan de basis ligt van zijn verdwijnen, ook de vrouw beseft dat haar leven er helemaal anders uit had kunnen zien als ze niet gevallen was voor de woede en het geweld van de man, die ze voor passie hield. Haar droom is een goed verzorgd landhuis op een zonnige berghelling. Wat haar man te bieden heeft, is een bouwval ergens in de bossen, zonder water of elektriciteit. En dus legt ze uit wanhoop de tarotkaarten en zegt ze bij het trekken van de kaart van de dood tegen haar zoon dat die niet per se negatief hoeft te zijn. Ze wijst op een grote verandering, trilt haar stem dan, en die kan ook goed uitdraaien, al gebeurt het ook dat ze de kaart zonder iets te zeggen ergens onderaan de stapel wegmoffelt.
Hoe ze heten, die man, die vrouw en hun zoon, en waar Les Roches precies ligt, doet er voor Del Amo niet echt toe. Nee, slechts één personage heeft een naam in De mensenzoon, Tony, de vroegere compagnon van de vader die zijn vrouw tijdens zijn afwezigheid zwanger heeft gemaakt. Zeven maanden ver is ze wanneer ze de bergen in trekken.
Dat Del Amo met zijn roman meer wil doen dan een verhaaltje vertellen merk je niet alleen aan de titel of aan het motto van Seneca dat hij heeft gekozen, 'De ouderlijke waanzin dure voort als erfzonde in hun nageslacht', maar ook in de proloog van De mensenzoon die zo uit Jean M. Auels De stam van de holenbeer zou kunnen komen. We volgen een groepje jagers-verzamelaars. Er wordt een kind geboren. Er wordt gevist en uiteindelijk wordt er ook een ree gedood. Het beeld van de jagers rond het dode dier komt later in de roman nog een paar keer terug, als een foto waarop de vader en Tony voor een hert staan dat ze geschoten hebben en als een grottekening die de jongen vindt. Dit boek gaat over de menselijke conditie, heb je al snel door, en over de dwangbuis van de geschiedenis.
Del Amo, wiens uit 2008 daterende debuut Une éducation libertine bekroond werd met de Prix Goncourt du premier roman en die voor De mensenzoon vorig jaar de Prix du roman Fnac kreeg, is bijzonder goed in het opbouwen van psychologische spanning. Grandioos is bijvoorbeeld de scène waarin de vader net nadat hij te weten is gekomen dat Tony een kind verwekt heeft bij zijn vrouw die man uitnodigt, of eerder verplicht, om bij het gezin thuis te blijven eten. Ieder woord zit juist, net als iedere actie en reactie, en toch slaagt Del Amo erin je versteld te laten staan door zijn verhaal een ongemeen originele wending te geven.
En dan is er de natuur nog, die in De mensenzoon misschien wel de hoofdrol speelt en de plot extra cachet geeft. Je ziet de landschappen voor je, de slagpennen van overvliegende vogels, de kieuwen van de vissen in de rivier en de wilde viooltjes die opschieten tussen het gras op de open plekken in het bos. Del Amo legt gevoel in zijn natuur, toont hoe mooi ze is, maar ook hoe gevaarlijk. De mensenzoon doet immers niet alleen aan Paolo Cognetti's De acht bergen denken, de roman heeft ook een hoog Cormac McCarthy-gehalte. Heel het boek door sluimert op de achtergrond het onafwendbare geweld, want niets zo erg als een gekwetste man, geeft Del Amo ons mee.
Dit boek werkt niet naar een happy end toe, heb je dan al lang door, daarvoor is de mens al te zeer bezwaard door zijn afkomst. En beterschap is niet in zicht. Wanneer de vader en zijn zoon samen naar de nachtelijke hemel zitten te kijken, vraagt de jongen opeens of er daar ver weg nog andere aardes zijn. "Ik hoop van niet", antwoordt de vader. "Ik hoop dat er niets is. Alleen sterren, stilte, ijs en vuur."
Na het lezen van De mensenzoon hoop je dat ook.
Wineke De Boer
i /ul/09 j
Als op een dag, na zes jaar afwezigheid, de vader van de 9-jarige naamloze hoofdpersoon in De mensenzoon voor de deur staat, is dat niet per se goed nieuws. De man scheldt niet, hij slaat niet, hij koelt zijn woede niet op het servies of het meubilair, maar er gaat onmiddellijk een dreiging van hem uit. En die dreiging blijft het hele boek door voelbaar.
Het zit hem in een pols die wordt vastgepakt, in de zachte, ongetwijfeld geruststellend bedoelde woorden die hij zijn vriendin in het oor fluistert. Kleine gebaren, bijna tussen de regels door. Dat is de kracht van deze roman, de vijfde van Jean-Baptiste Del Amo (1981), die vorig jaar bij meerdere Franse literaire prijzen op de longlist terechtkwam en werd bekroond met de prijs van de boekenketen Fnac.
Ook in eerder werk schreef Del Amo, die zelf is opgegroeid in Toulouse, over families in de provincie. In De mensenzoon onderzoekt hij of gewelddadigheid 'erfelijk' is. Het boek opent met een proloog in een bijna dromerige stijl over een groep jagers en verzamelaars uit de steentijd. Wanneer een adolescent uit de groep tijdens de jacht een ree weet te raken, tekent zijn vader met hertenbloed een kruis op zijn voorhoofd. Het symbolische gebaar is een vooruitwijzing naar het verhaal dat volgt, waarin Del Amo zijn personages aanduidt als het kind of de zoon, de moeder en de vader.
Het kind woont met zijn moeder in een arbeidershuisje. Het is een bijna symbiotische relatie, ze hebben het goed samen. De terugkeer van de vader verandert alles. Hij neemt ze mee naar een bouwval zonder enig comfort in een onherbergzaam gebied ver weg van de bewoonde wereld. We herkennen er de Pyreneeën in, omdat de vader het heeft over beren en vanwege een Castiliaanse radiozender. Het kind, dat tot dan toe in een kleine stad woonde, trekt eropuit, leert van alles over de natuur en sluit zelfs vriendschap met een kleine kudde verwilderde paarden.
De vader heeft zijn zinnen gezet op het opknappen van het huis en het laten slagen van zijn plan om weer als een gezin samen te leven. Zijn vriendin heeft niets in te brengen. Een scène waarin hij een dag en een nacht achtereen tracht een stenig stukje grond te ontginnen voor een moestuin is veelzeggend. Hij rust en eet niet voordat het werk klaar is. Hij is woest, onbereikbaar.
Perfect is De mensenzoon zeker niet.
Del Amo laat zich te vaak meeslepen in het zo mooi mogelijk beschrijven van alles, inclusief wat de personages denken of voelen. Tijdens voornoemde scène bijvoorbeeld: 'Het kind bedenkt dat de vader ooit verbonden is geweest met het lichaam van een vrouw van wie de jongen niets weet, dat hij waarschijnlijk in haar armen heeft gelegen - toen kwetsbaar, ongevaarlijk - , dat hij gedronken heeft aan haar borst en dat niets toen wees op de ontwikkeling van het hardwerkende lichaam dat met plotse woede losgaat op dit rotsige stuk berg.' Dat is nogal een gedachte voor een kind van 9. Soms vult hij ook te veel in. De aanblik van het huis met 'de treurige voorgevel, het zeil op het dak' en de ruimte binnen die koud en smerig is, met kaal beton op de vloer en een paar aftandse meubels, spreekt voor zichzelf. Maar Del Amo voegt er nog aan toe: 'Het huis is stil, vijandig en koud.'
Desondanks is het een spannend boek, mede door de keus van de schrijver om te schakelen tussen heden en verleden. En omdat je, ondanks alle voortekenen, hoopt op een goede afloop en een ontsnapping van de zoon aan zijn lot.
★★★★☆
Uit het Frans vertaald door Joris Vermeulen. De Bezige Bij; 256 pagina's; € 23,99.
Roderik Six
i /un/01 j
De jongen heeft niks in de gaten. Negen is hij, en hij doet wat negenjarige jongetjes op een landerige namiddag in een arbeiderswijk doen: een balletje trappen, alleen, met de muur als tegenspeler. Buiten zijn gezichtsveld slaat de vader hem gade. Zes jaar is het geleden dat hij de jongen nog zag en de mogelijkheden bruisen in zijn hoofd. Hij weet dat de moeder uit werken is – ze moet twee jobs combineren en maakt lange dagen – en hij weet dat hij de jongen makkelijk kan overmannen. Zijn aftandse auto staat iets verderop geparkeerd en dat jongetje past perfect in de kofferbak. Het zou amper moeite kosten.
Drie weken later host het drietal een berg op. De vader, de moeder, de zoon in een hijgende rij. Ze hebben hun auto op een bergflank moeten achterlaten omdat een gesneuvelde spar de weg versperde. En nu sjokken ze over een steil modderpad omhoog, beladen met zware rugzakken, omgeven door ondoordringbaar woud waar volgens de vader nog een beer in ronddwaalt. Doel van de voetreis: Les Roches, een vervallen boerderij waar de vader ooit met zijn vader woonde. Hij wil de bouwval opknappen en omtoveren tot een idyllische plek waar hij samen met vrouw en kind aan een nieuw leven kan beginnen, ver van de bemoeizuchtige maatschappij waarin hij nooit gedijen kon.
De moeder heeft haar twijfels. Ondanks het feit dat de vader haar in de steek heeft gelaten met een driejarig kind, wil ze hem toch een tweede kans geven. Ooit werd ze verliefd op zijn onstuimige, rebelse karakter maar die medaille heeft ook een keerzijde: de man schuwt louche zaakjes niet en lost problemen vaak met zijn vuisten op. Maar misschien biedt dit bergleven wel een uitweg, denkt ze naïef, misschien balsemt de natuur zijn vurige ziel.
En de jongen? Die aardt wonderwel in dit paradijs. Vrijuit de bossen verkennen, met zijn katapult op eekhoorns jagen, meehelpen met zijn teruggekeerde vader: het bevalt hem prima. Maar kan die natuurpret alle oude wonden helen? En welk geheim draagt de moeder mee?
Sinds het succes van De acht bergen van Paolo Cognetti (net verfilmd door Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch) zijn bergboeken een genre apart geworden, in de boekhandel makkelijk herkenbaar aan de generische covers. Enig wantrouwen is gepast, maar in het geval van de Franse schrijver Jean-Baptiste Del Amo onnodig: zijn roman scheert zowel op stilistisch als emotioneel vlak hoge toppen. Misschien mocht het stormachtige slotakkoord iets meer getemperd, maar tegen dan ben je al helemaal meegelokt in een ijzingwekkend avontuur over gehavende mensen die snakken naar een wedergeboorte. Perfect binnen de geijkte bergpaden geschreven, maar daarom niet minder indrukwekkend.
Bookarang
‘De mensenzoon’ is een literaire roman over vaderschap, waanzin en eenzaamheid. Na jaren afwezigheid duikt een man zonder uitleg weer op in het leven van zijn vrouw en zoon. Hij neemt ze mee naar de plek waar hij zelf opgroeide onder de duim van zijn meedogenloze vader: het afgelegen Les Roches, een vervallen boerderij in de bergen. Daar probeert hij zijn gezin te overtuigen van zijn goede bedoelingen, maar het verleden dringt zich op en verteerd door jaloezie komt hij geleidelijk in de greep van de waanzin. Het boek is in subtiel talige stijl en met uitgebreide natuurbeschrijvingen geschreven. 'De mensenzoon' zal een publiek van vooral literaire lezers aanspreken. Jean-Baptiste Del Amo (Toulouse, 1981) is schrijver en romanschrijver. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven en won verschillende literaire prijzen, zoals de Fénéon Prize en de Prix Goncourt du premier roman.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.