Wat ze zeiden : roman
Miriam Toews
Miriam Toews (Auteur), Josephine Ruitenberg (Vertaler), Claudia Visser (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : TOEW |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : TOEW |
Kathy Mathys
rt/aa/26 m
'Zij wilde dood en ik wilde dat ze bleef leven en we waren vijanden die elkaar liefhebben.' Aan het woord is Yoli, de jongere zus van Elf, beiden in de veertig. Elf lijdt al jaren aan tergende depressies. De werkelijkheid noemt ze 'een roestige voetklem', ook al heeft ze de liefste man van de wereld en een geslaagde carrière als concertpianist. Daarbij vergeleken is Yoli's leven een broddelwerkje dat ternauwernood bijeen blijft door koppigheid en humor. De jongere zus ligt in een echtscheiding - de tweede - en ze schrijft, dik tegen haar zin, paardenboeken voor meisjes.
De Canadese Miriam Toews, bekend van haar romans over de mennonietengemeenschap waarin ze opgroeide, liet zich voor Niemand zoals ik inspireren door haar eigen leven.
Losbreken
Yoli vertelt het verhaal en ze wisselt daarbij af tussen ziekenhuisscènes - Elf probeert zich steeds weer van kant te maken en belandt dan op de psychiatrie - en fragmenten uit de kindertijd van de twee. De zussen lopen niet in de pas in mennonietenstadje East Village, een naargeestige plek waar het verboden is een muziekinstrument in huis te halen. Wanneer de kerkoudsten langskomen, gooien de Von Riesens een laken of jutezak over Elfs piano. In Wat ze zeiden, een recentere roman van Toews, staat de schrijfster stil bij het vrouwonvriendelijke, zelfs ronduit wrede karakter van mennonietengemeenschappen. Hier komt deze thematiek terzijde aan bod, in de manier waarop de vrouwen zich afzetten, losbreken uit hun mal.
Door aan het bed van haar zus te vertellen over vroeger herinnert Yoli haar eraan dat het altijd zij twee waren tegen alle hypocrietelingen. Hun leven was zwaar, absurd, maar het was wel hún leven. Ook Yoli vindt het leven lastig maar bij haar leidt dat hooguit tot excentriek gedrag. Yoli lijkt op de moeder, een bikkel die haar dochters aanmaant hun schuldgevoelens, aangewakkerd door de kerkgemeenschap, te verscheuren. Elf vormt een rijmpaar met de vader van het gezin, een neerslachtige, stille man die zelfmoord heeft gepleegd.
Voor een roman met zoveel zelfmoorden en zelfmoordpogingen is Niemand zoals ik vreselijk grappig en zit hij vol levenskracht. Humor is Yoli's sterkte. De ene keer verzeilt ze in slapstickachtige situaties, de andere keer komt ze gitzwart uit de hoek, zoals wanneer ze vraagt aan haar zus of ze een boodschappenlijstje aan het maken is. Op Elfs schoot ligt een handgeschreven briefje met het woord 'pijn' vele malen herhaald. Maar het vaakst is de humor hartverscheurend, zit je simultaan om dit boek te huilen en te lachen. Kijk maar naar de manier waarop Yoli het pianospel van haar zus beschrijft: 'Dat ze probeerde haar piano te spelen zoals ik mijn leven leefde: vrij, blij, authentiek (oftewel: als een vrolijke halvegare zonder sociale vaardigheden).'
Katoenen onderbroekjes
In Why I read. The serious pleasure of books stelt Wendy Lesser dat lezers zich aangetrokken voelen tot personages die het heft in handen nemen, hoezeer het ook stormt in hun leven. En of het stormt in de levens van deze kranige vrouwen. De daadkracht van moeder, Yoli en van een tante snijdt door het hart. Terloops vermeldt de schrijfster dat de tante drie sets van tien katoenen onderbroekjes kocht voor de zusjes en hun moeder toen de vader van het gezin zelfmoord pleegde, zodat ze niet hoefden te wassen. Deze roman stroomt over van dit soort hartverscheurende details, zonder dat Toews de sentimentele kaart trekt. Met haar mix van humor en warmte doet haar werk nog het meest denken aan dat van Lorrie Moore.
Yoli vraagt zich af waarom er zoveel zelfdodingen zijn in haar familie. Heeft het te maken met de wreedheden die de mennonieten in Rusland ondergingen voor de overlevenden wisten te ontsnappen naar Canada? Het is een vraag waarop geen eenduidig antwoord kan worden gegeven. Zo zingen er wel meer vragen rond in dit boek. Is het misdadig om een familielid dat dood wil te helpen? Hoe leef je met schaamte en schuld? Hoe verschillen fysieke en psychische pijn van elkaar? Geen van deze vragen zorgt voor zwaarte. Niemand zoals ik is een roman over daadkrachtige 'woordenmensen', zoals Yoli haar ouders en zus - allemaal fanatieke lezers - noemt, een overweldigend verhaal over de grenzen van liefde.
Vertaald door Josephine Ruitenberg & Claudia Visser, Cossee, 320 blz., 24,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspr. titel: 'All my puny sorrows'.
Gé Vaartjes
i /un/25 j
'Zij wilde dood en ik wilde dat ze bleef leven en we waren vijanden die elkaar liefhadden.' Dat zegt Yoli over haar zus Elf in de meeslepende roman Niemand zoals ik, de Nederlandse vertaling van All My Puny Sorrows (2014) van de Canadese auteur Miriam Toews (1964).
De zussen, veertigers, zijn tegenpolen. De onzekere Yoli heeft een uitgesproken negatief zelfbeeld. Ze heeft twee kinderen van twee verschillende mannen en wacht nog op 'de grote liefde'. Ze is schrijfster van een reeks paardenboeken voor meisjes en vindt dat zelf een bedenkelijke status. Haar leven ziet ze als een puinhoop, maar ze probeert er nog iets van te maken.
De zes jaar oudere, rebelse Elf heeft uitgesproken opvattingen en is gelukkig getrouwd. Ze is een succesvol concertpianist, die triomfen viert op internationale podia. Toch verlangt Elf intens naar de dood. Ze weet zich door velen geliefd, maar dat is voor haar geen reden om te willen leven. Ze heeft een soort aangeboren weerzin tegen het feit dat ze er is. 'Waarom moeten wij toch als mens geboren worden?', vraagt ze zich af. Elf verlangt niet zozeer naar de dood, maar heeft eerder heimwee naar de periode vóór haar verwekking: toen ze er nog niet was.
Yoli wordt geconfronteerd met enkele pogingen tot zelfdoding van Elf, die haar leven sterk ontwrichten. Ze strijdt tegen de doodswens van haar zus en wordt beheerst door haar angst voor nieuwe pogingen. Dan smeekt Elf haar ook nog om mee te gaan naar Zwitserland, waar 'levensmoeheid' een geaccepteerde reden is voor levensbeëindiging. Toews maakt geloofwaardig dat de liefde van Yoli voor Elf zó sterk is dat ze haar zelfs de dood gunt.
Niemand zoals ik is een impliciet pleidooi voor een menswaardig levenseinde voor mensen die niet aan een ongeneeslijke fysieke ziekte lijden, maar het leven een ondraaglijke opgave vinden. Een pleidooi ook voor 'het maximaliseren van de menselijke zelfbeschikking en het minimaliseren van het menselijk lijden'.
Er lopen nogal wat ongelukkige en onhandige mensen in dit boek rond - in ieder mens schuilt verdriet, weet Yoli. De zusjes komen uit een benauwend milieu van mennonieten, die God omarmen en het aardse leven willen ontdoen van alles wat het een beetje prettig kan maken. De ervaringen van Yoli met de psychiatrie zijn vaak beschamend; in gesprekken wordt ze geconfronteerd met hulpverleners en verplegers die zich opstellen als botte zombies. De vader van de meisjes heeft zich voor de trein gegooid - een verhaallijn die niet helemaal bevredigend wordt uitgewerkt.
Met al deze treurigheid lijkt de roman niet bepaald een wervende reclame voor 'het leven'. Toch is het - en dat is het knappe van dit boek - geen loodzwaar verhaal geworden. Dat komt door de levendige, luchtige en laconieke verteltrant van Yoli, de ik-figuur. Als Elf belooft haar leven weer op te pakken, klinkt ze alsof ze 'een ingestudeerde speech houdt bij de Oscaruitreikingen'. Een prostituee heeft 'een rode korst ter grootte van een munt op het puntje van haar neus, alsof ze in eerste instantie van plan was geweest als clown van huis te gaan en op het laatste moment toch maar voor prostituee had gekozen'. Geestige formuleringen als deze behoeden het verhaal ook voor melodramatiek, die bij een onderwerp als dit al snel op de loer ligt.
Ieder die van nabij een zelfgekozen levenseinde heeft meegemaakt, weet dat zo'n ervaring gevoelens van machteloosheid en schuld met zich meebrengt, maar dat er uiteindelijk toch een zeker begrip kan groeien. Yoli kan niet begrijpen dat haar getalenteerde zus geen levensmotivatie heeft, maar gaat gaandeweg inzien dat je ook niet kunt begrijpen wat de zelfdoding van een ander betekent. Je kunt de gevoelens van een ander nooit volledig doorgronden. Dat besef is het begin van haar acceptatie.
De zussen beschikken overigens over een jaloersmakend literair arsenaal en refereren, al tobbend over het leven, aan Pound, Larkin, Pessoa, Woolf en vele anderen. Daarbij weten ze: literatuur kan troosten, maar redt uiteindelijk geen mensenlevens.
****
Uit het Engels vertaald door Josephine Ruitenberg en Claudia Visser.
Cossee; 319 pagina's; € 24,99.
(mke)
ru/eb/22 f
De lange tentakels van het verleden, opgroeien in een streng religieuze gemeenschap en zelfdoding: op het eerste gezicht lijkt ‘ Niemand zoals ik’ geen opbeurend boek, maar achter die donkere façade gaat een luchtige en zelfs grappige roman schuil. Het is de vertaling van ‘All My Puny Sorrows’, de succesroman uit 2014 van de Canadese Miriam Toews. Het boek mag onder anderen Margaret Atwood en Naomi Klein tot zijn fans rekenen en werd vorig jaar verfilmd (maar raakte nog niet in de zalen). Voor de loodzware inhoud moest Toews het, helaas, niet al te ver gaan zoeken: net als het hoofdpersonage Yolandi zag de schrijfster niet alleen haar vader, maar ook haar geliefde zus uit het leven stappen. In ‘Niemand zoals ik’ schetst ze de lange aanloop naar hun zelfgekozen dood, laat ze Yolandi en haar zus Elf herinneringen ophalen aan hun opmerkelijke jeugd en, onderwijl, een onmogelijke discussie voeren. Welke redenen heeft Elf om te blijven en welke om te gaan? Dat Elf maar geen doel vindt om voor te leven, zelfs niet ‘gewoon haar zus zijn’, vindt Yolandi aanvankelijk onbegrijpelijk, maar gaandeweg groeit ‘Niemand zoals ik’ uit tot een prachtig eerbetoon aan onvoorwaardelijke zussenliefde. Hartverscheurend en toch niet melig: zo lezen we ze niet elke maand.
Redactie
Een roman over twee zussen. De ene zus houdt van pianospelen en maakt zich los uit de mennonitische gemeenschap waarin ze geboren is. Ze wordt een getalenteerd concertpianiste, rijk en met een gelukkige relatie, maar toch staat ze zwaar in het leven. De andere zus is gescheiden en blut en probeert wanhopig haar suïcidale zus te redden. Het boek is in heldere stijl geschreven. 'Niemand zoals ik' zal een breed publiek aanspreken. Miriam Toews (Steinbach, 1964) is een Canadees-Britse schrijver. Ze won eerder de prestigieuze Rogers Writers' Trust Fiction Prize.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.