Uit het leven van een hond
Sander Kollaard
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KOLL |
Veerle Vanden Bosch
em/ec/04 d
Goed kijken, zodat het leven je niet tussen de vingers glipt, om een doodgewoon maar bijzonder leven te leiden, tussen memento mori en carpe diem in, dat is het levensmotto van Henk, hoofdpersonage van Sander Kollaards met de Libris Literatuurprijs bekroonde roman Uit het leven van een hond. Leven, dood en goed kijken zijn ook leidraden in zijn nieuwste, De kleuren van Anna, dat een motto van K. Schippers voert: 'Als je goed/ om je heen kijkt/ zie je dat alles/ gekleurd is.' Met Schippers heeft Kollaard wel wat gemeen: zijn bijzondere aandacht voor het gewone, en de heldere, onnadrukkelijke elegantie waarmee hij zijn bevindingen neerschrijft.
De intrige is in dit boek ondergeschikt aan de filosofische bespiegelingen: de naamloze hoofdpersoon is net als Kollaard een schrijver die op het Zweedse platteland woont en lange omzwervingen maakt met zijn hond. Hij knoopt een vriendschap aan met een dorpsgenote en collega-hondeneigenaar. Anna is een gepensioneerde arts en milieuactiviste die een bijzondere liefde heeft voor kleur - een liefde die aanstekelijk werkt. Daarom is elk hoofdstuk in dit boek gewijd aan een kleur. Gaandeweg verdiepen hun gesprekken zich. De wereld buiten, waarin een virus woedt, woede en polarisering heersen en mensen oorlogen ontvluchten is daarin heel aanwezig. Dat feit en fictie bij Anna in elkaar overlopen, blijkt uit haar verhaal dat ze als tiener heeft gevochten met een engel, en ze Gregor Samsa's lot uit Kafka's De gedaanteverwisseling voorstelt als waargebeurd. Metamorfosen - nog zo'n motief in dit boek: alles verandert, van cel tot baby, van grijsaard tot dode materie.
Roze vingers
Anna sterft plotseling - wellicht aan covid. De rouwende schrijver zoekt heil in de kleuren die ze hem heeft leren zien.
Kollaard onderzoekt de grenzen tussen feit en fictie in al zijn boeken. Hier stelt de schrijver zich voor hoe de schilder Willem de Kooning 's nachts van zijn stamkroeg naar de landtong Louse Point fietste op Long Island, om er naar het ochtendgloren te kijken boven de oceaan, met als resultaat het doek 'Rozevingerige dageraad bij Louse Point'. 'Ik denk niet dat mijn versie van het verhaal feitelijk helemaal juist is', schrijft hij, 'maar het laat zich goed voorstellen, dus wat zou het.'
Rood is in dit boek vooral de kleur van de woede, van goden, Capitoolbestormers, van machtigen en machtelozen - als eb en vloed: 'Zie haar als een virus: ze heeft lak aan overwegingen. Ze voedt zichzelf en is haar eigen doel. Misschien is ze daarom zo besmettelijk.' Wie zich verliest in woede, verliest zijn menselijkheid. Hij haalt Prospero van stal uit Shakespeares The tempest, die jaren zint op wraak op zijn vijanden, maar op het allerlaatst zijn empathie terugvindt. Woede is ook wat Anna de mond snoerde toen ze op haar zeventiende zwanger raakte en door haar dorpsgenoten werd verketterd, daarmee is ze een lotgenote van de jonge Astrid Lindgren. Haar zwijgen vindt een echo in het zwijgen van Zilan, de oorlogsvluchtelinge die ze in huis neemt, en die zich heeft voorgenomen te zwijgen tot het oorlogslawaai verstomt.
Blauw is de kleur van het ongrijpbare, stelt de schrijver. Hij haalt de astronoom Carl Sagan aan, die bij een foto van de aarde, een blauwe stip in het melkwegstelsel, filosofeert over onzekerheid: 'Met elk antwoord dat we moeizaam tevoorschijn halen, komen tientallen nieuwe vragen uit hun hol. Laten we dus bescheiden zijn. En laten we onze onzekerheid waarderen: ze is de bron van nieuwsgierigheid en stookt onze verbeelding onvermoeibaar op.' De kleuren van Anna is een mooi en actueel pleidooi voor bedachtzaamheid, empathie, en vooral voor verbeeldingskracht. Kollaard is prachtig op dreef als hij de Zweedse natuur en de dageraad beschrijft. Het is aangenaam peinzen met het 'schrijvertje', zoals Anna hem noemt. Maar anders dan Henk uit Kollaards Librisprijsbeest komen hij en Anna niet helemaal los van het papier. Het is geen gave parel zoals zijn voorganger. Maar het is wél een genereus en origineel boek.
Van Oorschot, 192 blz., 22,50 €.
Casper Luckerhof
em/ov/20 n
Twee verhalenbundels, twee romans. Dat kan genoeg zijn om als schrijver een volstrekt eigenzinnige positie in te nemen in de Nederlandse literatuur. Althans, dat heeft Sander Kollaard bewezen. Voor zijn eerste verhalenbundel, Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde (2012), kreeg hij de Lucy B. en C.W. Van der Hoogtprijs. Zijn debuutroman Stadium IV (2015) werd in DWDD verkozen tot boek van de maand. Als klap op de vuurpijl won hij met Uit het leven van een hond (2019) de Libris Literatuurprijs.
Wat maakt Kollaard zo goed? Misschien is het zijn vermogen om de lezer op nuchtere toon gerust te stellen. Zijn personages leiden doorgaans geen bijster succesvol bestaan, ze beleven vrijwel niets, en toch is hun leven nooit saai. Ze vinden schoonheid in de observaties van kleine dingen, in verhalen, in kunst. Kollaard lezen is een beetje alsof een vriend tegen je zegt: het komt allemaal best goed, als je het gewoon net even anders bekijkt.
Een belangrijk thema bij Kollaard is de vervagende grens tussen feit en fictie. De werkelijkheid lijkt voor hem ondergeschikt aan de verbeelding, omdat het uiteindelijk de verhalen zijn die mensen bijblijven. Zijn tweede verhalenbundel, Levensberichten (2019), was in feite een studie naar wat literatuur vermag. 'Laat ik eerst de feiten geven', begint een ijzersterk verhaal in dat boek, waarin een schrijver in de voetsporen van een fictieve auteur naar Estland reist.
Kollaard zoekt in zijn nieuwe (vijfde) boek, De kleuren van Anna, dat grensgebied tussen feit en fictie verder op. Niet alleen wat betreft inhoud, maar ook qua vorm: het is een opmerkelijke mengvorm tussen essay en roman, waarin vaak niet meer geheel duidelijk is waar de werkelijkheid stopt en de verbeelding begint.
Vooruit, laten we beginnen bij het begin. In De kleuren van Anna onderzoekt Kollaard in de eerste plaats het fenomeen 'kleur'. Het boek heeft vier hoofdstukken: rood, geel, blauw en groen. Elk hoofdstuk bevat associaties die de auteur bij de betreffende kleur heeft.Dat klinkt een beetje droog, en dat is het eigenlijk ook. 'Bloed is rood', luidt de openingszin van het hoofdstuk over rood (dat uitgeverij Van Oorschot vorig jaar publiceerde ter gelegenheid van haar 75ste verjaardag, en waarover de Volkskrant Kollaard toen interviewde). Even later: 'Rood betekent gevaar.' Maar ook: 'Karnemelkflessen, vroeger, hadden een rode aluminiumdop, die je voorzichtig naar beneden moest drukken zodat hij loskwam', waarna de verteller - een schrijver die net als Kollaard in Zweden woont - een jeugdherinnering ophaalt over hoe melkboer Piet vroeger langskwam.
Tussen de associaties door lezen we hoe de verteller een vriendschap ontwikkelt met de oudere vrouw Anna. 'Ze had een hond, net als ik, en we raakten aan de praat in het dorp.' Aanvankelijk hebben de twee het over 'ditjes en datjes', vervolgens over kunst, filosofie, natuur en literatuur. De vrouw blijkt te bruisen van levensenergie en is in veel opzichten de tegenpool van de verteller. Ze is empathisch, daadkrachtig.
Anna lijkt feit en fictie zelf maar moeilijk te kunnen onderscheiden: ze is er heilig van overtuigd dat zij ooit een paar uur heeft gevochten met een engel. Ook haalt ze de werkelijkheid en de verhalen uit gelezen romans geregeld door elkaar. Op deze manier belichaamt ze expliciet de vervaging tussen feit en fictie waar Kollaard zo naar op zoek is. Ze voelt daardoor te veel als abstract concept. Als romanfiguur komt ze niet echt tot leven.
Bovendien wordt Anna's verhaallijn hinderlijk vaak onderbroken door Kollaards essayistische uitweidingen, die gaandeweg steeds meer de vorm aannemen van een litanie over de kracht van de verbeelding. Soms wordt het ronduit pathetisch, bijvoorbeeld als Kollaard schrijft over de eigen beroepsgroep: 'Schrijvers zijn niet uit op macht. Macht is ze wezensvreemd omdat het idee van één enkel verhaal ze wezensvreemd is. Wat schrijvers betreft is de wereld een nevel van verhalen, hoe meer hoe beter, een labyrint van verbeelding om eindeloos in te dwalen.'
Kollaard is op zijn best als hij zijn kalme, observerende toon hanteert. Zie bijvoorbeeld hoe hij in een enkele zin, waarin de verteller reflecteert op zijn eigen leven, zonder sentiment een wereld aan gevoelens weet neer te zetten: 'Aanvankelijk liet ik me meeslepen door die gewaarwording en bleef ik liggen, wachtend op de nieuwe dag, maar gaandeweg voelde ik verzet tegen dat wachten, tegen mijn passiviteit, die mij niet alleen steeds meer voorkwam als een vorm van lafheid, een fantasieloze overgave aan een onverschillig lot, maar ook als een verraad aan de drift die Anna in zulke overvloed had.'
Een ongrijpbare vorm hoeft geen probleem te zijn voor een roman. Integendeel, dat kan prachtige literatuur opleveren: Moby Dick van Melville, De rustelozen van Olga Tokarczuk, Wit van Han Kang. De kleuren van Anna is een dapper en interessant literair experiment, maar overtuigt te weinig als geheel, en doet verlangen naar het nuchtere proza uit zijn vorige werk.
★★★☆☆
Van Oorschot; 192 pagina's; € 22,50.
(drm)
em/ov/30 n
De kleuren van Anna
Het boek waarmee Sander Kollaard de Libris Literatuur Prijs 2020 won, 'Uit het leven van een hond', was fijnzinnig en bedrieglijk. In het alledaagse gemodder van hoofdpersoon Henk van Doorn klonken de grote levensvragen door - liefde of geen liefde, ouder worden en de dood. In Kollaards vijfde boek zien we dezelfde combinatie van wijsheid en luchtigheid, kleine dagelijkse bezigheden en grote universele kwesties.
Net als zijn schepper woont de verteller in een Zweeds dorp. Hij heeft een hond. Hij schrijft. Verder komen we weinig over hem te weten. Hij is een wit doek, een lege pagina: op een witte achtergrond kun je nu eenmaal het best kleur laten zien. Geïnspireerd door vriendin en mededorpelinge Anna besluit de verteller zijn liefde voor kleur in taal te vatten.
De roman, eerder een reeks losjes geordende essayistische mijmeringen, is opgedeeld in vier kleuren. De observaties over kleur waaieren uit tot tastende gesprekken en ideeën over woede en verbeelding, reizen en drijfveren, onze mooiste en meest ontsierende eigenschappen, de kern en de noodzaak van verbinding. 'De kleuren van Anna' is op een vanzelfsprekende, niet-pocherige manier een erudiet en inzichtelijk boek, maar het mist de suspense en de dwingende kracht van 'Uit het leven van een hond'.
F. Hockx
Na het overlijden van Anna, een eigenzinnige oudere vrouw met wie hij bevriend was, denkt een naamloos blijvende ik-verteller, schrijver in Zweden, terug aan hun wandelingen en gesprekken. Deze rouwverwerking roept associaties op: naast eigen ervaringen vooral beschouwingen over kunst en wetenschap. Gaandeweg kan hij zijn herinneringen delen met Zilan, de uit Syrië gevluchte vrouw die door Anna in huis werd genomen. Samen verrichten ze een daad in de lijn van de activistische Anna, waardoor deze postuum een heldenstatus krijgt. Deze laatste ontwikkelingen maken het verhaal nogal plotseling rond, want dit is een boek waarin veel aandacht gaat naar het beschouwende, waarbij kleuren (de ‘roman’ bevat de delen ‘Rood’*, ‘Geel’, ‘Blauw’ en ‘Groen’) het kader vormen. Evenals de met de Libris-prijs bekroonde roman ‘Uit het leven van een hond’** van de Nederlandse auteur (1961) is dit een boek vol levenslust, waarin echter veel minder sprake is van een dwingende verhaallijn. Kollaard schiet alle kanten op en dat houdt de aandacht niet altijd vast, maar er zijn veel mooie observaties en de dialogen bevatten de nodige humor.
Gerwin Van Der Werf
em/ov/20 n
Sander Kollaard is misschien wel de gewoonste schrijver van Nederland. Van diepzinnige interpretaties is hij wars, een goed verhaal staat niet voor van alles en nog wat, een eerste zin is niet topzwaar van betekenis - het is gewoon een eerste zin. Kollaard raakte de juiste snaar op het juiste moment met Uit het leven van een hond, waarmee hij in 2020 de Libris Literatuurprijs won. Lezers vonden de roman warm, liefdevol en moedgevend. Een gewone man met een gewone hond vindt een buitengewone liefde, heerlijk toch?
In Kollaards nieuwe boek, De kleuren van Anna, is de verteller wederom een man die graag wandelt met de hond, in de omgeving van het Zweedse dorp waar hij woont. Het is een man die graag beschouwt en bespiegelt, maar de bedaarde levenslust van Uit het leven van een hond maakt plaats voor iets schrijnenders: hij rouwt om Anna, een kleurrijke vrouw uit het dorp die hij vaak tegenkwam als ze beiden hun hond uitlieten. De wat oudere Anna is een 'vurige furie', niets bedaards aan, ze vertelt al bij de eerste ontmoeting dat ze als tiener ooit een hele nacht met een sneeuwengel heeft gevochten, zoals Jakob met een engel vocht in het Bijbelverhaal. De betekenis daarvan ontgaat zowel Anna als de ik-verteller, en dus mag de lezer het uitzoeken. Dat is wel zo prettig, en typisch Kollaard. Anna sterft tijdens de pandemie, of het aan corona is maakt de schrijver niet duidelijk. Kollaard vertelt dit alles in het compacte eerste deel van het boek, getiteld 'Rood'. Dit deel verscheen eind vorig jaar in de serie 'blinde boekjes' van uitgeverij Van Oorschot, die daarmee het 75-jarig jubileum vierde. Blijkbaar stond Kollaard een groter verhaal voor ogen, of voelde hij gaandeweg de behoefte om meer over het leven van Anna te vertellen dan wat hij in 'Rood' kwijt kon.
schrijver-zonder-opsmuk
De kleuren van Anna kan beter een verzameling herinneringen, gesprekken en korte essays genoemd worden dan een roman. Toch is er een verhaal. Als je het van afstand bekijkt, schemert het erdoorheen, door het Rood, Geel, Blauw en Groen - de opeenvolgende hoofdstuktitels. Aan het einde hebben we Anna leren kennen als de 'vurige furie' die ze is, een in haar eentje opererende klimaatactivist. Maar daar lijkt het in eerste instantie helemaal niet over te gaan in dit boek. Het gaat om al die verhalen die langskomen. Het begint al met het bloed van Franz Ferdinand, Kennedy, Lennon, want 'bloed is rood'; we wisten het al maar het staat er gewoon - als eerste zin. We lezen beschouwingen over Shakespeares De storm, over een grotendeels geel schilderij van Kees van Dongen, Ovidius, Dante, Thoreau, de stripheld Alex, Amanda Gorman komt langs, de actualiteit, bespiegelingen over de Amerikaanse verkiezingen ('Arizona is going blue'), de pandemie natuurlijk: 'Onze aandacht werd een vorm van aanbidding, onze quarantaine een eredienst'. We horen iets verstandigs over onze woede, uit een geschrift van de Airo-Pai-indianen uit Peru: 'wie woedend is verliest ieder moreel besef' en 'wie woedend is, behandelt zijn naaste als prooi'. Kollaard voegt daaraan toe dat 'wie woedend is verliest wat we op ons best kunnen zijn, warm, nieuwsgierig, open'. Dat is een observatie die de schrijver-zonder-opsmuk Kollaard past als een handschoen. In zijn werk krijgen de medemenselijkheid, de aandacht voor elkaar altijd voorrang. Zo ook in het zijlijntje over de door Anna in huis genomen vluchtelinge Zilan, die niet praat en nergens op reageert, maar die wel aan Anna's graf staat te zingen. Met zorgzaamheid en aandacht weet de ik-verteller Zilan te ontdooien, waarna de twee samen optrekken om een geheim rond Anna te ontrafelen.
excentrieke oudoom
Dat klinkt best spannend, maar het moet gezegd dat het meest belangwekkende over Anna in het eerste deel staat. De fascinerende Anna die met de engel vocht, krijgt weinig extra diepte in de andere delen. Er wordt veel gepraat over kunst en boeken, en ze blijkt bordjes op te hangen op plaatsen waar het bos wordt gekapt: Jag saknar skogen, 'ik mis het bos'. De Peruaanse indianen komen weer langs, en De storm, er wordt een nieuw personage opgevoerd, een excentrieke oudoom, maar de waarheid is dat de kracht van de roman na Rood en Geel langzaam afneemt. De knal waarmee geëindigd wordt klinkt als een plofje, en daarom stelt De kleuren van Anna teleur. Blauw en Groen zijn de langste delen, maar in feite had Sander Kollaard aan twee kleuren genoeg gehad om op te schrijven wat hij te zeggen heeft.
Van Oorschot; 180 blz. € 22,50.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.