Zonder de top te bereiken : een reis door de Himalaya
Paolo Cognetti
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COGN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : COGN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : COGN |
Ronald De Rooy
ob/kt/02 o
Met De acht bergen beleefde Paolo Cognetti (1978) in 2017 zijn doorbraak als ingetogen verteller van de bergen als klankkast van de menselijke ziel. Een prachtig introspectief relaas over eenzaamheid, de eigen identiteit en de verwerking van het verlies van een stille vader.
Cognetti is hier nu zo populair dat zijn nieuwe boek Het geluk van de wolf al in Nederlandse vertaling verschijnt nog voordat het origineel eind oktober in de Italiaanse boekwinkels zal liggen. De bergen blijven prominent aanwezig, maar Cognetti verweeft ze nu met nieuwe thema's, een minder autobiografische verhaaltrant met regelmatige en soms verrassende veranderingen van vertelperspectief.
Nadat Fausto's relatie van dertien jaar op de klippen is gelopen, vlucht hij - zo is zijn gewoonte - naar de bergen. Hij strijkt neer in Fontana Fredda, een klein bergdorp met skilift. Wanneer het geld opraakt, neemt de eigenares van De tafel van Babette ook zijn dolende ziel onder haar vleugels en geeft hem voor de duur van het skiseizoen een baantje als kok. Van schrijver wordt hij 'Faus de keukenpaus' en hoort hij bij de kern van het restaurant: de mysterieuze Babette, de levendige serveerster Silvia, de norse stamgast en ex-boswachter Santorso.
Fausto en Silvia worden minnaars, maar hun vrijerij eindigt op paasmaandag, wanneer Babette het restaurant sluit. Silvia gaat werken in een duizend meter hoger gelegen alpenhut. Hijzelf moet in Milaan een huis opruimen en verkopen, het officiële punt achter zijn mislukte relatie. Babette vertrekt, waarschijnlijk voorgoed, naar een onbekend ver eiland. Santorso blijft in het dorp en drinkt zijn ellende in eenzaamheid weg.
Fausto, die nieuw geluk blijft najagen in Fontana Fredda, verbindt al deze levens met elkaar. Hij helpt Santorso als deze met verbrijzelde handen in het ziekenhuis is beland; hij neemt contact op met Santorso's dochter in Engeland; hij schrijft Babette een belangrijke brief; en in de zomermaanden klimt hij dagelijks twee uur naar zijn liefje Silvia in haar alpenhut.
Beetje bij beetje legt Cognetti enkele mozaïekscherven van deze zo totaal verschillende levens neer en zet hij je met zijn aandachtige, indringende bewoordingen telkens aan het denken. Over de emotionele waarde van onze leefomgeving. Over onze individuele zoektochten naar geluk.
En heel af en toe is daar, als een slagschaduw, die ene wolf, die niemand ooit meer te zien krijgt maar die met zijn ongedurige, onbegrijpelijke instinct soms de plekken met het mooiste wild achter zich laat, opgewonden door iets anders, 'de geur van een nieuwe ontdekking'.
De roman eindigt met een mooi hoofdstuk over een nacht vol dromen van de personages uit Fontana Fredda. Zo vangen we ook opeens een glimp van de ziel van Gemma op, Fausto's bejaarde buurvrouw met haar ene koe, wanneer ze droomt hoe in de oorlog soldaten haar kalfje doodden en opaten: 'In haar slaap hoorde ze het pistoolschot weer, zag het bloed weer in de sneeuw, werd omhelsd door haar moeder en huilde tranen met tuiten, een oude vrouw van tachtig die weer zeven was.'
Het is een van die verrassende wendingen die tekenend zijn voor Cognetti's nieuwe manier van vertellen.
De Bezige Bij, 208 p., 21,99 euro.
Marijke Arijs
ob/kt/09 o
Wolven zijn terug van weggeweest en daar is niet iedereen van gediend. Veehouders zien de dieren bijvoorbeeld niet graag komen, maar Paolo Cognetti doet er zijn voordeel mee. De Italiaanse bestsellerauteur zet in zijn jongste boek een hele roedel van die beesten uit. Het geluk van de wolf is zijn eerste roman sinds De acht bergen, de bekroonde bestseller die een wereldwijd succes werd en nu door Felix van Groeningen wordt verfilmd. Van de opbrengst schafte de schrijver een optrekje aan in Busson, een gehucht aan de voet van de Monte Rosa. Hij turnde de aangrenzende stal om tot een verblijf voor aanstormend artistiek talent en schreef tussen de bedrijven door ook nog een nieuw boek. Het origineel ligt pas eind oktober in de Italiaanse boekhandels. De Franse, Duitse en Nederlandse vertalingen zijn nu al verkrijgbaar.
Zijn jongste is een zoveelste liefdesverklaring aan de bergen en hun bewoners. De roman speelt eens te meer in de Valle d'Aosta, waar het geluk naar het schijnt voor het oprapen ligt. In de Alpen van Cognetti krioelt het van eenzelvige kerels die stoere mannenvriendschappen sluiten en zich onledig houden met traditionele mannenbezigheden. Tot nog toe was het andere geslacht in zijn boeken met een kaarsje te zoeken, maar deze keer heeft de auteur een blikje vrouwen opengetrokken. Het mannelijke hoofdpersonage wordt geflankeerd door een paar stoere meiden van het avontuurlijke type. Fausto is het typische Cognetti-personage: een 'sukkel van veertig zonder gezin en zonder werk' die gehoorzaamt aan de lokroep van de bergen om zich uit een impasse te worstelen. Zijn huwelijk is op de klippen gelopen en hij wil zijn bestaan weer op de rails krijgen. Fontana Fredda, een klein skistation aan de voet van de Monte Rosa, lijkt hem daarvoor de geschikte plek. Wie weet doet hij in de gezonde berglucht zelfs nieuwe inspiratie op voor een roman? Als Fausto niet door de bossen struint, is hij achter het fornuis te vinden, in het eethuisje van Babette - de restauranthoudster is vernoemd naar het gelijknamige personage uit de overbekende novelle van Karen Blixen, Babettes feest. Tussen de nieuwe kok en de jonge serveerster Silvia bloeit er iets moois op. Het meisje heeft iets ongetemds, net als de wolf uit de titel, maar Fausto kan het ook uitstekend vinden met de Santorso, een van die zwijgzame, ongepolijste types waarvan de schrijver het geheim bezit. Deze stugge ex-boswachter houdt meer van wolven dan van mensen en is het levende geheugen van zijn geboortestreek.
Hoogtereis
Op paasmaandag eindigt het skiseizoen, sluit het restaurant en gaan de geliefden hun eigen eenzame weg. Fausto zakt af naar Milaan. Silvia zoekt het hogerop. In een aardrijkskundeboek voor kinderen heeft ze gelezen dat duizend meter klimmen in de Alpen overeenkomt met duizend kilometer noordwaarts trekken. Zelfs een klein niveauverschil staat gelijk aan een verre reis. Het is dus een prima uitkomst voor reislustige types die geen rooie cent te makken hebben.
Haar hoogtereis gaat naar de Quintino Sella-hut op de Monte Rosa, 3.585 meter hoog, wat volgens haar berekeningen gelijkstaat met de noordpoolcirkel. Klimmen is altijd een beetje reizen.
Voor het eerst waagt Cognetti zich aan perspectiefwisselingen: hij verplaatst zich achtereenvolgens in Fausto, Silvia, Babette, Santorso en zelfs in een wolf, een dier dat voor hem vrijheidsdrang, rusteloosheid en nomadisme symboliseert. Echt vernieuwen doet de auteur zich niet. Zijn manier van schrijven is hooguit een beetje luchtiger dan in De acht bergen en sommige passages ademen zelfs een voorzichtige ironie, maar de stijl blijft aan de brave kant en zijn hoofdpersonages hebben dezelfde obsessies van altijd. Ze hossen door de bossen, klimmen in het hooggebergte en bivakkeren in een alpenhut, in een poging om te midden van dat natuurschoon een nieuw leven te beginnen. Zijn talent voor natuurbeschrijvingen is ongeschonden, zijn talent voor clichés eveneens. En - noot aan de vertalers - woorden als 'jemig', 'hartstikke leuk', 'hoi' en 'ja, duh' klinken behoorlijk vreemd uit de mond van Italiaanse bergbewoners. Het geluk van de wolf is een onderhoudende roman, maar literaire hoogstandjes komen er niet aan te pas.
Vertaald door Yond Boeke en Patty Krone, De Bezige Bij, 208 blz., 21.99 €. Oorspr. titel: 'La felicità del lupo'.
Marnix Verplancke
te/ep/29 s
Nadat zijn relatie met Veronica slecht is afgelopen, verlaat de veertigjarige Fausto Milaan en keert hij terug naar de plek waar hij zich ooit gelukkig voelde, het Alpendorp Fontana Fredda. De winter komt eraan, er zal weer geskied en gefeest worden en wellicht is er wel werk te vinden. En zo geschiedt het. Hij kan als kok aan de slag in De Tafel van Babette, zo genoemd naar de novelle van Karen Blixen, en wordt er op slag verliefd op de dertien jaar jongere serveerster Silvia. Alleen weten ze allemaal dat in de Alpen het leven niet gedicteerd wordt door het mensenhart, maar door de seizoenen. Wanneer de lente aanbreekt zal Babette haar restaurant sluiten, zullen Fausto en Silvia huns weegs gaan en zal alles weer herbeginnen.
Vijf jaar geleden werd Paolo Cognetti een internationale literaire superster met De acht bergen , een ronduit grandioze roman over vriendschap, de relatie tussen een zoon en zijn vader en de eindeloze aantrekkingskracht van de bergen. In afwachting van zijn nieuwe boek werden een paar oude zaken gepubliceerd die van een minder niveau waren, maar nu is dat nieuwe boek er dus, Het geluk van de wolf . Het is een andere roman geworden, meer over particuliere personages dan het bijna mythisch aandoende De acht bergen , maar toch ook weer niet zo anders. Cognetti zet zijn verkenning van wat het betekent om in de bergen te leven gewoon verder, en komt met nieuwe antwoorden. Zo wijst hij op de menselijke afhankelijkheid van de natuur, het weer en de buitenwereld. Wanneer een lawine even buiten Fontana Fredda een bergflank kaal maait, gaan Fausto en de immer aan Babettes bar hangende Santorno aan de slag met de afgeknapte dennen en lorken. Samen met een stuk of twintig anderen werken ze een hele zomer lang om uiteindelijk te horen te krijgen dat niemand geïnteresseerd is in het hout. En dus wenkt een nieuwe toekomst, een andere plek misschien wel, en een andere baan, want in de bergen zijn de mensen als wolven, op zoek naar het geluk dat steeds weer achter een andere bergkam verborgen lijkt te liggen.
****
De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: La felicità del lupo), 208 blz., € 21,99.
Bernard Huyvaert
Net als in het succesrijke 'De acht bergen' speelt deze roman zich af in de bergen van de Valle d’Aosta. Fausto is een 40-jarige schrijver. Hij ontvlucht Milaan en trekt zich terug in Fontana Fredda, een klein skidorp. Hij hoopt er tot rust te komen en zijn scheiding te verwerken. Hij zit financieel aan de grond en gaat aan de slag als kok in het restaurant van Babette – een verwijzing naar 'Babette’s feestmaal' van Karen Blixen. Het is er druk: in de wintermaanden zijn er veel skiërs die het restaurant bezoeken. Hij leert er de 27-jarige Silvia kennen. Zij dient op. Zij heeft haar studies opgegeven en is op zoek naar zichzelf. De twee worden verliefd. Maar het is onzeker of de liefdesrelatie zal blijven duren. In de bergen gelden nu eenmaal andere wetten dan in de stad. Fausto vindt geleidelijk aan zichzelf terug en beseft de waarde en het belang van vriendschap en liefde. De echte protagonist van het boek is de natuur. Toevluchtsoord, gevaar, uitdaging, broodwinning: elk van de personages stelt zich de bergen voor al naargelang van zijn eigen wensen. De auteur (1978) won met 'De acht bergen' zowel de Italiaanse Premio Strega als de Franse Prix Médicis étranger.
Ronald De Rooy
te/ep/25 s
Met De acht bergen beleefde Paolo Cognetti (1978) in 2017 zijn doorbraak als subtiele en ingetogen verteller over de bergen als klankkast van de menselijke ziel. Een prachtig introspectief relaas over eenzaamheid, de eigen identiteit en de verwerking van het verlies van een stille vader.
Cognetti is hier inmiddels zo populair dat zijn nieuwe boek Het geluk van de wolf al in Nederlandse vertaling verschijnt nog voordat het origineel eind oktober in de Italiaanse boekwinkels zal liggen. De bergen blijven prominent aanwezig, maar Cognetti verweeft ze nu met nieuwe thema's, een minder autobiografische verhaaltrant met regelmatige en soms verrassende veranderingen van vertelperspectief.
Keukenpaus
Nadat Fausto's relatie van dertien jaar op de klippen is gelopen vlucht hij - zo is zijn gewoonte - naar de bergen. Hij strijkt neer in Fontana Fredda, een klein bergdorp met skilift. Wanneer het geld opraakt neemt de eigenares van 'De tafel van Babette' ook zijn dolende ziel onder haar vleugels en geeft hem voor de duur van het skiseizoen een baantje als kok. Van schrijver wordt hij 'Faus de keukenpaus' en hoort hij bij de kern van het restaurant: de mysterieuze Babette, de levendige serveerster Silvia, de norse stamgast en ex-boswachter Santorso.
Fausto en Silvia worden minnaars, maar hun vrijerij eindigt op paasmaandag, wanneer Babette het restaurant sluit. Silvia gaat werken in een duizend meter hoger gelegen Alpenhut die Fausto zich goed herinnert uit zijn jongensjaren. Hijzelf moet in Milaan een huis opruimen en verkopen, de officiële punt achter zijn mislukte relatie: 'een sukkel van veertig zonder gezin en zonder werk'. Babette vertrekt, waarschijnlijk voorgoed, naar een onbekend ver eiland. Santorso blijft in het dorp en drinkt zijn ellende in eenzaamheid weg.
Fausto, die nieuw geluk blijft najagen in Fontana Fredda, verbindt al deze levens met elkaar. Hij helpt Santorso als deze in het ziekenhuis is beland met verbrijzelde handen door een steenlawine; hij neemt contact op met Santorso's dochter in Engeland; hij schrijft Babette een belangrijke brief; en in de zomermaanden klimt hij dagelijks twee uur naar zijn liefje Silvia in haar alpenhut 'op de Noordpool'.
Die ene wolf
Beetje bij beetje legt Cognetti enkele mozaïekscherven van deze zo totaal verschillende levens neer en zet hij je met zijn aandachtige, indringende bewoordingen telkens aan het denken. Over de emotionele waarde van onze leefomgeving en hoe die zich ontwikkelt. Over onze individuele zoektochten naar geluk. En heel af en toe is daar, als een slagschaduw, die ene wolf, die niemand ooit meer te zien krijgt maar die met zijn ongedurige, onbegrijpelijke instinct soms de plekken met het mooiste wild achter zich laat, opgewonden door iets anders, 'de geur van een nieuwe ontdekking.'
De roman eindigt met een mooi hoofdstuk over een nacht vol dromen van de personages uit Fontana Fredda. Zo vangen we ook opeens een glimp op van de ziel van Gemma, Fausto's bejaarde buurvrouw met haar ene koe, wanneer ze droomt hoe in de oorlog soldaten haar kalfje doodden en opaten: 'In haar slaap hoorde ze het pistoolschot weer, zag het bloed weer in de sneeuw, werd omhelsd door haar moeder en huilde tranen met tuiten, een oude vrouw van tachtig die weer zeven was.' Het is een van die verrassende wendingen die tekenend zijn voor Cognetti's nieuwe manier van vertellen.
Vert. Yond Boeke en Patty Krone. De Bezige Bij; 208 blz. € 21.99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.