Alle tijd : roman
Ronald Giphart
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GIPH |
Maarten Steenmeijer
em/ov/20 n
'Het is gedaan met mijn rust, lieve Eva, ik verdwijn weer in het woordledige.' Het zijn de laatste woorden van Ronald Gipharts korte roman Nachtangst en ze verrassen. Aan het woord is Peter Jacob Weber, een al jarenlang in New York wonende Nederlandse schrijver van halverwege de 40. Hij heeft een turbulente nacht achter de rug. Inbrekers zijn het gebouw binnengedrongen waar hij een nachtbaantje heeft, want alleen van de pen leven, dat lukt niet meer. Wie zijn die gasten? Wat komen ze doen? En wat moet ik doen? Me gedeisd houden? Maar wat als ze me vinden? Deze angstige vragen gieren de hele nacht door hem heen, dus hoezo rust?
Misschien is die rust wel het effect van het schrijven. De hele nacht door heeft Weber de ene na de andere mail naar Eva gestuurd, zijn New Yorkse literair agent. Ze beginnen gemoedelijk met een uiteenzetting van zijn plannen voor een nieuwe roman, die zich afspeelt 'in de vibrerende kringen rond Sartre en Camus'. Maar dit onderwerp verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer hij merkt dat hij niet meer de enige in het gebouw is. Na de eerste schrik begint Weber over zijn leven te vertellen en ontpopt Nachtangst zich langzaam maar zeker tot een raamvertelling, die alle kans krijgt om voor het volle voetlicht te treden omdat Eva zijn mails niet beantwoordt (en misschien niet eens ontvangt of leest).
Raamvertelling
Die raamvertelling annex monoloog is opgezet als een soort striptease van het geheugen. Aanvankelijk verschanst Weber zich in zijn schrijverschap. 'In de wereld van mijn eigen taal kan niemand mij raken', zo stelt hij categorisch. Maar dat pantser blijkt niet zo dik te zijn als hij beweert, want wat volgt zijn vooral herinneringen aan sleutelepisodes uit zijn leven. Die dienen zich aanvankelijk min of meer in chronologische volgorde aan. Eerst denkt Weber terug aan zijn ouders, die ieder zo hun hebbelijkheden (moeder overbezorgd, vader nogal teruggetrokken) en geheimen hadden (moeder had een affaire met een man met wie het niet goed afliep; vader bleek eerder getrouwd te zijn geweest).
Vervolgens passeert het geklungel in de liefde (of wat daar op zijn giphartiaans voor door moet gaan) de revue. De enige nacht die hij doorbracht met een Twentse groupie zorgde voor een onverwachte wending in zijn leven. Dat merkte hij een jaar later, toen zij voor zijn deur stond met in haar armen een baby van een paar maanden oud. Veelbelovend was de seks op afstand met de bloedmooie Amerikaanse sterauteur Lilith Schaeffer, maar die trans-Atlantische affaire werd een miskleun, al was de niet onbelangrijke bijvangst dat Weber zich in New York ging vestigen.
Jeugdtrauma
Net wanneer je je afvraagt wat er nu zo bijzonder is aan zijn verhaal en je naar wat meer vlees op de botten verlangt, gaat Weber weer terug naar zijn jeugd en vertelt hij over oom Thee, een jeugdwelzijnswerker die het beste lijkt te willen halen uit de jongens over wie hij zich ontfermt. Hij ontdekt de schrijver in de jonge Weber, maar blijkt een dubbele agenda te hebben. Met dit jeugdtrauma sluit Weber het verhaal van zijn leven af.
Het zal geen toeval zijn dat er juist dan een goed voornemen bij de eenzame schrijver ontkiemt. Zat Weber aan het begin van de nacht nog met een roman in zijn hoofd over een onderwerp dat nogal ver van zijn bed staat, bij het krieken van de volgende dag wil hij er meer zijn voor zijn zoon en een boek voor hem schrijven. Maar dat boek, zo weet de lezer, is al geschreven. Hij heeft het in handen.
Dit is niet de enige postmodernistische grap die Giphart uithaalt. Want wat hebben we eigenlijk gelezen? Een tekst in het Nederlands die pretendeert in het Engels te zijn geschreven (anglicismen als 'ik zit hier met een situatie' benadrukken dat nog eens). En nog zoiets: wie schrijft in één nacht bijna tweehonderd pagina's bij elkaar?
Maarten Steenmeijer
em/ov/13 n
'Het is gedaan met mijn rust, lieve Eva, ik verdwijn weer in het woordledige.' Het zijn de laatste woorden van Ronald Gipharts korte roman Nachtangst en ze verrassen. Aan het woord is Peter Jacob Weber, een al jarenlang in New York wonende Nederlandse schrijver van halverwege de 40. Hij heeft een turbulente nacht achter de rug. Inbrekers zijn het gebouw binnengedrongen waar hij een nachtbaantje heeft, want alleen van de pen leven, dat lukt niet meer. Wie zijn die gasten? Wat komen ze doen? En wat moet ik doen? Me gedeisd houden? Maar wat als ze me vinden? Deze angstige vragen gieren de hele nacht door hem heen, dus hoezo rust?
Misschien is die rust wel het effect van het schrijven. De hele nacht door heeft Weber de ene na de andere mail naar Eva gestuurd, zijn New Yorkse literair agent. Ze beginnen gemoedelijk met een uiteenzetting van zijn plannen voor een nieuwe roman, die zich afspeelt 'in de vibrerende kringen rond Sartre en Camus'.
Maar dit onderwerp verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer hij merkt dat hij niet meer de enige in het gebouw is. Na de eerste schrik begint Weber over zijn leven te vertellen en ontpopt Nachtangst zich langzaam maar zeker tot een raamvertelling, die alle kans krijgt om over het volle voetlicht te komen omdat Eva zijn mails niet beantwoordt (en misschien niet eens ontvangt of leest).
Die raamvertelling annex monoloog is opgezet als een soort striptease van het geheugen. Aanvankelijk verschanst Weber zich in zijn schrijverschap. 'In de wereld van mijn eigen taal kan niemand mij raken', zo stelt hij categorisch. Maar dat pantser blijkt niet zo dik te zijn als hij beweert, want wat volgt zijn vooral herinneringen aan sleutelepisodes uit zijn leven.
Die dienen zich aanvankelijk min of meer in chronologische volgorde aan. Eerst denkt Weber terug aan zijn ouders, die ieder zo hun hebbelijkheden (moeder overbezorgd, vader nogal teruggetrokken) en geheimen hadden (moeder had een affaire met een man met wie het niet goed afliep; vader bleek eerder getrouwd te zijn geweest).
Vervolgens passeert het geklungel in de liefde (of wat daar op zijn giphartiaans voor door moet gaan) de revue. De enige nacht die hij doorbracht met een Twentse groupie zorgde voor een onverwachte wending in zijn leven. Dat merkte hij een jaar later, toen zij voor zijn deur stond met in haar armen een baby van een paar maanden oud. Veelbelovend was de seks op afstand met de bloedmooie Amerikaanse sterauteur Lilith Schaeffer, maar die trans-Atlantische affaire werd een zeperd, al was de niet onbelangrijke bijvangst dat Weber zich in New York ging vestigen.
Net wanneer je je afvraagt wat er nu zo bijzonder is aan zijn verhaal en je naar wat meer vlees op de botten verlangt, gaat Weber weer terug naar zijn jeugd en vertelt hij over oom Thee, een jeugdwelzijnswerker die het beste lijkt te willen halen uit de jongens over wie hij zich ontfermt. Hij ontdekt de schrijver in de jonge Weber, maar blijkt een dubbele agenda te hebben. Met dit jeugdtrauma sluit Weber het verhaal van zijn leven af.
Het zal geen toeval zijn dat er juist dan een goed voornemen bij de eenzame schrijver ontkiemt. Zat Weber aan het begin van de nacht nog met een roman in zijn hoofd over een onderwerp dat nogal ver van zijn bed staat, bij het krieken van de volgende dag wil hij er meer zijn voor zijn zoon en een boek voor hem schrijven. Maar dat boek, zo weet de lezer, is al geschreven. Hij heeft het in handen.
Dit is niet de enige postmodernistische grap die Giphart uithaalt. Want wat hebben we eigenlijk gelezen? Een tekst in het Nederlands die pretendeert in het Engels te zijn geschreven (anglicismen als 'ik zit hier met een situatie' benadrukken dat nog eens). En nog zoiets: wie schrijft in één nacht bijna tweehonderd pagina's bij elkaar?
***
De Bezige Bij; 192 pagina's; € 20,99.
(jk)
em/ov/23 n
★★☆☆☆
Begin dit jaar publiceerde Ronald Giphart 'Applaus', een liefdesnovelle tegen het decor van de corona-uitbraak. In zijn tweede coronaboek, 'Nachtangst', is de lockdown alleen thematisch aanwezig: de hele roman speelt zich in één kamer af. Hoofdpersoon P.J. Weber, ooit een veelbelovend schrijver, wordt tijdens zijn nachtdienst opgeschrikt door geluiden op de gang van het kantoorgebouw. Overtuigd dat het hier Russische inbrekers betreft, besluit de angstige P.J. zich muisstil te verschansen in zijn werkkamertje. Zijn enige contact met de buitenwereld vormt zijn computer, waarmee hij de ene na de andere wanhopige e-mail naar zijn slapende literair agent stuurt.
'Nachtangst' is een klassieke briefroman, waarin we Weber via zijn eigen geschriften langzaam beter leren kennen. Nou ja, langzaam: de 180 pagina's aan zielenroerselen zijn allemaal binnen de tijdspanne van een paar uur geschreven. Helaas lijkt 'Nachtangst' daadwerkelijk zo tot stand te zijn gekomen: alsof Giphart zijn gedachten op papier heeft gekwakt en zonder het resultaat te herlezen naar zijn uitgever heeft gestuurd. Het resultaat is een roman die het spannende uitgangspunt niet verzilvert. P.J. blijft een kleurloze zeurkous met wie het moeilijk meeleven is. Bij de dageraad denk je als lezer vooral: blij dat deze lange nacht voorbij is.
F. Hockx
P.J. Weber, een 46-jarige Nederlandse auteur in New York, heeft een bijbaan waarvoor hij ’s nachts alleen in een bedrijfspand zit. Tijdens de nacht die het heden van het boek beslaat, schrijft hij mails aan zijn literair agente. Die gaan eerst over de ambitieuze roman die hij wil schrijven, maar als hij rumoer hoort van indringers slaat de angst toe. Om die te bezweren, gaat hij vertellen over zijn leven (herinneringen aan zijn ouders, ervaringen in de liefde, de zoon die het resultaat is van een onenightstand) en schrijverschap. Naarmate de nacht vordert, wordt duidelijk dat er een olifant in de kamer is die hij als auteur nooit onder ogen heeft gezien. Pas als hij over die vervelende jeugdervaring heeft geschreven (en het ochtend is geworden) wijkt de angst en is hij klaar voor een nieuwe stap in zijn leven en schrijverschap. Giphart (1965) is vakman genoeg om de lezer door dit beknopte boek heen te sleuren, maar het zware onderwerp dat tot slot om de hoek komt kijken, valt je rauw op het dak en wordt nogal laconiek behandeld. Dat maakt 'Nachtangst' tot een roman die je vrij onbewogen weglegt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.