De schoonheid van de echtgenoot : een fictie-essay in 29 tango's
Anne Carson
Anne Carson (Auteur), Marijke Emeis (Vertaler), Jan Lauwereyns (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : CARS |
Chams Eddine Zaougui
em/ec/31 d
Verliefd worden is een heerlijke roes, en dat zorgt voor behoorlijk wat leed. Het ene moment voel je je onoverwinnelijk, alsof een vlaag van goddelijkheid door je heen gaat. Het andere moment ben je bang en vreet jaloezie aan je bewustzijn. De oude Grieken wisten het al: Eros is geen koddig cherubijntje met pijl en boog, Eros is een grillige, eigenzinnige god.
Die paradoxale mengeling van genot en pijn staat centraal in het eigenzinnige oeuvre van Anne Carson (72). Voor wie de Canadese schrijfster, classica en dichteres niet kent: haar drie bekendste boeken zijn in het Nederlands vertaald. Zet je schrap voor een masterclass in bitterzoetheid.
De beste toegangspoort tot de wonderlijke en bizarre wereld van Carson is Eros, bitterzoet. Het essay, dat gebaseerd is op haar doctoraal proefschrift uit 1981, gaat over verlangen in de Griekse literatuur. Noem het gerust haar sleutelwerk. Veel ideeën die in haar latere werken terugkomen, vinden hier hun oorsprong. In 34 korte hoofdstukken met intrigerende titels als 'De rand vinden', 'IJsgenot' en 'Er ontbreekt iets ernstig' legt Carson uit waarom we ervan houden om verliefd te worden en wat daar zo pijnlijk aan is.
Verwacht geen simpele lesjes in verlangen. Carson laat je niet zomaar proeven van het beste van wat er gedacht en geschreven is over het onderwerp, ze dompelt je onder. Namen van Griekse dichters en grote westerse denkers en schrijvers vliegen je om de oren: Sappho, Sophocles, Himerios, Barthes, Lacan, Kierkegaard. In technische passages heeft Carson het over 'een epische uitbarsting van dactylen en spondeeën' of beschrijft ze hoe Eros het hart van de geliefde treft waar 'de epische tetrameter afbrokkelt tot jambische ontreddering'. Soms is het happen naar adem. En toch blijf je lezen, zoals je tijdens een college van een briljante professor klassieke literatuur geboeid blijft luisteren, ook al begrijp je niet alles.
Driehoek
Een cruciaal inzicht in Eros, bitterzoet is dat de Griekse dichters verlangen zagen als een driehoek. Op één punt bevindt zich de verliefde, op het tweede de geliefde en op het laatste punt 'datgene wat tussen hen inkomt'. Dat kan een persoon zijn of een situatie. Hoewel dit derde beslissende onderdeel betrekking heeft op het verlangen om verbonden te worden, waren de Griekse dichters niet geïnteresseerd in het moment waarop geliefden elkaar in de armen vliegen. Ze zagen eros als een 'stralende afwezigheid'. Zoals je reikt naar een rijpe appel waar je niet bij kan. De verliefde mist wat hij niet heeft.
In Rood, een bundeling van twee romans, verkent Carson de consequenties van die houding. In het eerste boek, Autobiografie van rood uit 1998, maak je kennis met Gerion en Herakles, die een korte romance hebben. Ondanks hun namen, speelt het verhaal zich niet af in een mythisch universum. Of toch niet helemaal. Gerion is in het boek weliswaar een gevleugeld rood monster, maar vooral ook een homoseksuele jongen die samenleeft met een pestkop van een broer en kettingrokende moeder. En Herakles is geen Griekse held, maar een 16-jarige rebel met een zwarte leren jas. En om de leeservaring nog vreemder te maken: Autobiografie van rood is ook nog eens fragmentarisch, droomachtig en in versvorm geschreven. Welkom in de wereld van Anne Carson.
Maar voor wie de verwarrende draden van het verhaal blijft volgen, gaat er een wereld open. Je voelt de pijn van Gerion als hij merkt dat seks voor Herakles slechts een manier is om een ander te leren kennen ('Kun je dan nooit neuken zonder na te denken'). Je herkent het verdriet als Herakles hem dumpt en een ontredderde Gerion languit op bed gaat liggen ('Tranen liepen omlaag in zijn oren'). En als een volwassen Gerion zijn ex en diens nieuwe geliefde op het einde van Autobiografie van rood tegen het lijf loopt in Latijns-Amerika, schrik je net als hij. Ook de driehoeksrelatie die op het weerzien volgt laat je niet koud, omdat je weet dat Herakles nooit op dezelfde manier van Gerion zal houden.
Lynch
In het tweede boek, Rood Doc > uit 2013 (het pijltje in de titel behield Carson nadat het per ongeluk op haar scherm was verschenen), is alles hetzelfde maar dan anders. Gerion heet nu 'G' en Herakles 'Sad But Great' oftewel 'Sad'. De twee jongemannen, die een soms moeilijk te volgen lynchiaanse roadtrip aanvatten om G's moeder te bezoeken, zijn nog altijd met elkaar verbonden. Maar de liefde lijkt verder weg dan ooit. Het is frappant dat Carson in Rood Doc > de tederste passages voorbehoudt aan G en zijn moeder. Een van de ontroerendste scènes is wanneer G zijn doodzieke moeder helpt om de witte haartjes op haar kin te verwijderen met een pincet, de zuurstofslang opzij duwend. De keuze van Carson om de tekst in een smalle kolom af te drukken mist haar effect niet: je leest het verhaal trager en aandachtiger.
Meegesleept door het o zo herkenbare liefdesverdriet van Gerion, vraag je je af of het niet beter is om je ertegen te beschermen. De Griekse redenaar Lysias had er in ieder geval een oplossing voor. Zijn advies: start een relatie alsof ze al gedaan is, dan hoef je niet meer te vrezen dat de verliefdheid zal ophouden. Dat is wat Herakles/Sad probeert te doen: om niet gekwetst te worden stelt hij zich emotioneel onafhankelijk op. Maar, zo merkt Carson op in Eros, bitterzoet: 'Alleen door dodelijke gierigheid weet de niet-verliefde aan verlangen te ontkomen.' In zo'n relatie ontbreekt volgens haar iets essentieels, iets wat je beter niet bant uit je leven, ondanks de pijn: Eros.
ANNE CARSON Rood. Twee romans in verzen. Vertaald door Marijke Emeis, Koppernik, 328 blz., € 29,99.
ANNE CARSON Eros, bitterzoet. Vertaald door Jip Lemmens, Octavo, 256 blz., € 24,50.
Emilia Menkveld
em/ov/05 n
Een gevoel van pijn en genot, van smelten en bevriezen. Zoet vuur, brandende honing, een gevleugelde kracht die ledematen losmaakt en waanzin ontketent. In Eros, bitterzoet geeft de gelauwerde Canadese classicus en dichter Anne Carson een mooie staalkaart van de metaforen die antieke dichters gebruikten voor verlangen. Paradoxen zijn het, samen te vatten in de Oudgriekse term glukupikron, letterlijk 'zoetbitter'.
Emotionele versplintering, noemt Carson het. Of zelfs: schizofrenie. 'Ik ben gek! Ik ben niet gek! Ik ben verliefd! Ik ben niet verliefd!', dichtte de Griek Anacreon in de 6de eeuw v.Chr. Odi et amo, schreef de Romeinse dichter Catullus zo'n vijf eeuwen later: 'Ik haat en heb lief.' En hij vervolgt: 'Waarom? vraag je misschien. Ik weet het niet. Maar ik voel het gebeuren en word gekweld.'
In Eros, bitterzoet pluist Carson deze paradox uit aan de hand van klassieke literatuur en moderne schrijvers. Van Sappho en Virginia Woolf tot Roland Barthes. Als het over verlangen gaat, is er altijd sprake van drie punten, stelt de auteur vast: de verliefde, de geliefde en datgene wat tussen hen in staat. Dat kan een persoon zijn, maar ook een situatie, een afwezigheid in ruimte of tijd; datgene wat maakt dat twee niet één zijn. Verlangen zet deze driehoeksverhouding, dit 'circuit van een mogelijke relatie' onder stroom, 'zodat ze elkaar aanraken zonder elkaar aan te raken. Verbonden worden ze uit elkaar gehouden.' Verlangen is een gebrek, een bitterzoet reiken buiten jezelf. Eros is een beweging.
Dit klinkt allemaal nogal theoretisch en tot op zekere hoogte is het dat ook: Carson publiceerde Eros the Bittersweet in 1986 als bewerking van haar proefschrift. Maar wie de nieuwe, zeer secure vertaling van Jip Lemmens leest, bekruipt al snel het idee dat dit meer is dan een academische proeve van bekwaamheid. Carsons betoog volgt een vrije, bijna associatieve lijn, die vaak door een persoonlijke fascinatie lijkt ingegeven. Ze analyseert de betekenis van de verbeelding voor verliefden. Ze gaat in op de uitvinding van het Griekse alfabet en hoe die het menselijk smachten moet hebben beïnvloed. En ze bespreekt de erotische kracht van medeklinkers (ja, echt - het gaat over de begrenzing van klanken).
Veel aandacht besteedt Carson aan de gelijkenis tussen verlangen en honger naar kennis. 'Ik zou zelf graag willen begrijpen hoe het komt dat deze twee activiteiten, verliefd worden en iets te weten komen, me laten voelen dat ik echt leef', schrijft ze. 'Ze hebben iets elektriserends. Ze lijken nergens anders op, maar wel op elkaar.'
Is dit een wetenschappelijk betoog, een persoonlijk essay? Een poging buiten genres te reiken? In het licht van Carsons latere oeuvre is dat niet eens zo'n gek idee. Haar gedichten, essays en vertalingen kenmerken zich door een zekere fluïditeit, door iets wat het onmogelijk maakt om ze vast te pinnen. Haar vertalingen van klassieke teksten, van Sappho's If Not, Winter tot Sophocles' Antigonick, zijn vrijer dan veel classici zullen kunnen verteren - zijn het eigenlijk wel vertalingen? Ze schreef hybride boeken, waaronder een 'fictie-essay in 29 tango's', vertaald als De schoonheid van de echtgenoot (2001). Haar nieuwste, nog onvertaalde werk H of H Playbook (2021) is volgens de uitgever 'an explosion of thought, in drawings and language'.
Al net zo ongrijpbaar is Carsons succesvolle tweeluik over het rode wezen Gerion, dat nu voor het eerst volledig in het Nederlands is uitgebracht. Uit de vertaling van Marijke Emeis, die in 2000 al deel één voor haar rekening nam, spreekt een grote creativiteit en vertrouwdheid met dit oeuvre. Rood bestaat uit twee 'romans in verzen', staat op het omslag, maar Carson opent met een kort essay over Stesíchoros, de antieke auteur van een epos over Gerion waarvan slechts snippers papyrus bewaard zijn gebleven. (Volgens de mythologie werd het monster, samen met zijn kudde rode runderen, door Herakles gedood).
Carson voert 'fragmenten van Stesíchoros' op waarvan je heel even kunt denken dat het vertalingen van antieke teksten zijn - tot je op zinnen stuit als 'Later veel later vertrokken ze uit het café'. De eigenlijke roman begint in breed uitwaaierende verzen met het verhaal van Gerions jeugd als gevleugeld monstertje in een modern-westerse wereld, met een broer die naar hockeytraining moet en een moeder die onder het strijken een sigaret opsteekt.
Wat ís dit voor tekst, denk je als lezer steeds. Maar ook: ik wil meer weten, meer begrijpen van deze taal, van deze bizarre wereld.
Dan staat er: Gerion bereikt 'toch' de puberteit - alsof de verteller zelf niet had verwacht dat het daarvan zou komen. De jongen ontmoet Herakles op een vrijdagnacht in een busstation en 'de koninkrijken van zijn leven schoven een stukje/ omlaag. (...) Herakles stapte uit/ de bus uit New Mexico/ en Gerion rende de hoek om van het perron en het was zo'n moment dat/ het tegendeel van blindheid is./ De wereld stroomde een paar maal tussen hun ogen heen en weer.'
Verlangen, reiken, beweging! Alles wat Carson in Eros, bitterzoet al schreef over verliefd worden, klinkt hier mee (deze boeken, hoe verschillend ook, laten zich heel goed achter elkaar lezen). Des te meer wanneer Herakles er genoeg van krijgt en Gerion bitterzoet smachtend achterlaat.
Maar Rood gaat niet alleen over eros. Het verhaal voert naar Peru, waar Carson klassieke mythologie vervlecht met een Zuid-Amerikaans sprookje over mensen die afzakken in een vulkaan en weer verschijnen als rode mensen met vleugels. In feite is het boek één grote shuffle van verhalen, die de auteur met haar erudiete, soms heerlijk maffe geest tot iets volkomen origineels weet om te vormen.
In het laatste deel, verschenen in 2013, beschrijft Carson hoe het Gerion en Herakles verder is vergaan, nu onder de namen G en Sad (voluit: Sad But Great). Ook deze roman is niet alleen een roman. Je kunt het net zo goed een toneelstuk noemen, compleet met regieaanwijzingen en koorliederen, zoals in Griekse tragedies. De taal kolkt en bruist hier in smalle, strak begrensde kolommen, met enorme marges eromheen; zelfs in de vorm van haar poëzie vindt Carson de paradox.
Een van de mooiste scènes speelt in een wasserette, op een schijnbaar willekeurig en toch veelzeggend moment. G, Sad en een derde (natuurlijk!) 'staren elkaar aan alle drie/ die dit moment willen/ bevatten waarin ze als/ verkleumde reizigers/ opeengeperst rondom een/ kachel staan. Zich een/ kleine opgepoetste wereld/ wensen en die nu heel/ even kunnen zien. Sad/ keert zich af.' Dan is het moment, het hoofdstuk, voorbij. De woorden zwemmen in een zee van wit.
NON-FICTIE
Anne Carson
Eros, Bitterzoet
★★★★☆
Uit het Engels vertaald door Jip Lemmens. Octavo; 240 pagina's; € 24,50.
★★★★☆
Uit het Engels vertaald door Marijke Emeis. Koppernik; 336 pagina's; € 29,50.
Bookarang
Een bundeling van twee eerder verschenen werken van Carson: 'Autobiografie van rood', dat in 1998 verscheen, en het vervolg 'Rood doc>', dat in 2013 verscheen. Anne Carson heeft in ‘Rood' een nieuw genre uitgevonden; het is zowel roman als poëzie, zowel een onconventionele herschepping van een oude Griekse mythe als een volstrekt origineel coming-of-ageverhaal dat zich in het heden afspeelt. Poëtisch en gedurfd geschreven. Uitsluitend voor de literaire lezer.'Autobiografie van rood' is in 2000 in dezelfde vertaling verschenen bij uitgeverij Meulenhoff. Anne Carson wordt in Canada en de Verenigde Staten al lange tijd beschouwd als een van de belangrijkste stemmen in de hedendaagse literatuur. Ze werd geboren in Canada en is al meer dan dertig jaar hoogleraar klassieke literatuur. Ze werd onder meer bekroond met de Lannan Award, de Pushcart Prize, de Griffin Trust Award for Excellence in Poetry, en kreeg beurzen van de Guggenheim en MacArthur Foundations.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.