Kleine werelden
Caleb Azumah Nelson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij BV, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : NELS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij BV, 2021 |
Thema: diversiteit 3.3.DIV |
Joachim Stoop
em/ov/09 n
★★★★☆
In 1952 bestormde Ralph Ellison de Amerikaanse letteren met zijn roman 'Onzichtbare man', waarin een zwarte man beseft dat mensen hem simpelweg weigeren te zien wegens zijn huidskleur. Vreemd dat Caleb Azumah Nelson schoorvoetend toegeeft die klassieker nooit gelezen te hebben. Hetzelfde verpletterende verschil tussen bekeken en gezien worden vormt immers het leidmotief in zijn debuutroman 'Open water'.
Wanneer een naamloze man in een Londense pub door een vriend wordt voorgesteld aan diens geliefde, wordt hij stiekem smoorverliefd op haar. Hoewel een relatie nog onmogelijk is, bloeit er een buitengewone vriendschap tussen de twee. De man en de vrouw - beiden zwarte uitzonderingen op witte scholen - zijn gevoelswezens die hun kwellingen succesvol kanaliseren via hun passies: hij als fotograaf, zij als danseres. Twee zielen die alleen bij elkaar zichzelf kunnen zijn, aarzelend om de vage grens tussen intieme vriendschap en liefdesrelatie te overschrijden, want liefde is 'zowel zwemmen als verdrinken'.
Niet het doordeweekse scenario verklaart waarom 'Open water' door critici als het belangrijkste Britse debuut in jaren wordt onthaald, maar wel de unieke vertelstem, die het hoofdpersonage voortdurend toespreekt met 'jij'. Hij spreekt zijn eigen protagonist aan en geeft hem instructies: 'Verontschuldig je niet. Vergeef jezelf.' Het jij-perspectief biedt een dusdanig dieptezicht dat de lezer geen verre observator blijft, maar een eigen rol krijgt toegewezen: het hoofdpersonage wordt vrijwel in 3D gevolgd. Het is geen goocheltrucje uit de cursus creatief schrijven, maar een originele én functionele krachttoer waardoor de lezer mee verliefd, gekwetst en vertederd wordt: 'Je denkt na over wat het betekent om op deze manier te verlangen naar je beste vriendin. Je denkt aan hoe je dit gevoel al zo lang vasthoudt, tegenhoudt, binnenhoudt, omdat het soms makkelijker is om je in je eigen duisternis te verstoppen dan om naakt en kwetsbaar naar buiten te treden, knipperend tegen je eigen licht.'
Daarnaast is 'Open water' een ijzersterk eerbetoon aan zwarte artiesten: hun wereldwijd gedeelde strijd om vrijheid drukt zich uit in allerlei kunstvormen. Zwarte artiesten motiveren hier velen om het hoofd boven water te houden. Geen Noel Gallagher of Nick Hornby, maar Kendrick Lamar en Zadie Smith om de Afrikaanse wortels te koesteren en zich enigszins thuis te voelen in de kille Londense straten. De Brits-Ghanese auteur strooit met vermeldingen van muziekhelden en drijft zijn verhaal op het urbane ritme van beats, waardoor een tekstuele soundtrack ontstaat bij underground Londen. Helaas verspeelt de roman hier wat maturiteit en subtiliteit, deels wegens een teveel aan clichés en herhalingen, deels omdat een vertaling van aan poetryslam grenzend taalgebruik onherroepelijk misvormt ('This is not a drill' heeft een andere connotatie dan 'Dit is geen oefening').
De 26-jarige debutant excelleert niettemin in de wijze waarop hij racisme, etnische profilering en politiegeweld als onontkoombare hindernissen op de levensweg van zijn personages plaatst. De dagelijkse ervaring aan de zijlijn van de oer-Britse samenleving te staan zonder ooit mee te mogen spelen vreet aan de hoofdpersoon, net als de onveranderlijke blik waarmee hij als bedreigend wordt bekeken. Hoewel zijn angst en woede gedeeltelijk worden opgevangen door vriendschap en creativiteit, maakt het hem te fragiel om zijn kwetsbaarheid te delen. Want kan er bij zo'n frustrerende ongelijkheid iets onvoorwaardelijks bloeien? Kan iemand je gehele ik aanvaarden als je zo verscheurd bent? Hoe kun je liefhebben tussen zoveel haat?
Terwijl de woke polemiek begint te lijken op een tweegevecht in een western, zouden we bijna vergeten hoe structureel racisme het alledaagse leven van velen bepaalt. Godzijdank blijven literaire helden dat zichtbaar maken.
Naar gegevens van Hella Kuipers
Twee jonge zwarte mensen – hij fotograaf, zij danseres – ontmoeten elkaar in een pub in Londen, en worden langzamerhand verliefd. Hun verhaal wordt verteld in de tweede persoon, waarbij ‘je’ vaak alleen op de man slaat, maar soms ook op hen samen. Een naam krijgen ze geen van beiden, en dat heeft alles te maken met de thematiek, die vooral gaat over hoe het is om zwart te zijn in een niet-zwarte maatschappij, over bekeken worden maar niet gezien, om je lichaam gevuld te weten met de vooroordelen van anderen. In een poëtische taal die soms balanceert op het randje van melodrama, volgen we de gedachten en gevoelens van de jonge, van oorsprong Ghanese, man. We horen over zijn trauma's en verliezen, en hoe bang hij is om te breken, om open water te kiezen. Hoeveel hij ook houdt van de jonge danseres, het kost hem de grootste moeite om zijn reserves te laten varen. Het boek is een belangrijk literair document wat betreft de BLM-beweging, al kan bijna ieder mens zich identificeren met de gevoelens van objectificatie en uitsluiting. Het is Azumah Nelsons (1993) eerste roman en staat op de shortlist van de Costa First Novel Award 2021*. Nelson is genomineerd voor The Sunday Times Young Writer of Year Award 2021.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.