De mensengenezer : roman
Koen Peeters
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PEET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PEET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PEET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
Thema: wereldburgerschap 10.1.WBS |
Sam De Wilde
em/ec/18 d
Toen Koen Peeters in 2017 met De mensengenezer de ECI Literatuurprijs won, was hij nog wat hij zelf een zondagsschrijver noemde. Een auteur die pas na zijn dagtaak bij een financiële instelling achter de schrijftafel kroop. Sindsdien leeft de man voltijds van zijn pen, en hoewel hij er sinds zijn debuut in 1988 hoe dan ook een gestaag publicatieritme op nahield, is hij inmiddels een echte veelschrijver geworden. In 2019 verzorgde Peeters de Frans Kellendonklezing, hij schreef het eindejaarsgeschenk van de Confituur-boekhandels en hij bracht het filosofische flaneerboek Kamer in Oostende uit. En nu is er alweer De minzamen. Een roman die zich, aldus het nawoord, 'met ijzeren wil' aan de schrijver opdrong.
Die ijzeren wil heette eigenlijk gewoon Renaat Devisch, de in 2020 overleden antropoloog bij wie Peeters ooit les volgde en wiens leven de basis vormde voor De mensengenezer. De man die Peeters altijd liefdevol 'mijn professor' noemt, was zo verguld met het succes van dat verhaal over zijn jeugd in de Westhoek, zijn tijd bij de jezuïeten en zijn jaren bij de Yaka in Congo, dat hij Peeters prompt aanspoorde om een tweede boek te schrijven. De auteur werd de facto Devisch' secretaris en hij werd er door de door ziekte geteisterde geleerde op uitgestuurd om te gaan praten met een reeks collega's, missionarissen, priesters, paters, handopleggers en kunstenaars die op de een of andere manier een rol speelden in het leven van de academicus. Wat hen allemaal met elkaar lijkt te verbinden? Het zijn mensengenezers, alleen worden ze nu minzamen genoemd.
de waarheid
De minzamen is net als De mensengenezer een gelaagd verhaal in een verhaal geworden. Dezelfde thema's, personages en locaties keren terug in een essayistisch, soms ronduit filosofisch werk dat geen hippe docufictie, maar veeleer een onmodieus onderzoek naar kolonialisme, rituelen, afscheid en mystiek wil zijn. Waar Peeters in De mensengenezer het (jonge) leven van Devisch onder de loep nam, richt hij in De minzamen zijn zoeklicht op het einde ervan. Peeters' verdichtingen lijken andermaal veeleer een manier om dichter tot 'de waarheid' over een mensenleven te komen, dan een excuus om er niet al te diep naar te graven. In het geval van De mensengenezer leverde het echter een voller en rijker boek op dat met zijn mysterieuze beelden en licht melancholische toon langer blijft nazinderen dan De minzamen, waarin Peeters zichzelf opvoert als een soms ietwat sceptische, maar consciëntieuze verslaggever.
Stielman
Het is net de ijver van die soms tot rapporteur gedegradeerde chroniqueur die de verhalende motor van De minzamen bij momenten doet vastlopen. Peeters' relaas voelt soms iets te veel als een aaneenschakeling van afgelegde bezoekjes aan, hoe goed de schrijver via setting en details ook kleur geeft aan wat in essentie tweegesprekken zijn, en hoe hard hij ook zijn best doet om die met slimme overpeinzingen aaneen te knopen.
Wat hoe dan ook overeind blijft, zijn Peeters' observaties, zijn open blik, de manier waarop hij helderheid op geen enkel moment met overdreven stelligheid verwart, en, bovenal, de bezwerende toon van een auteur die zijn vak bedrijft met de onnadrukkelijke, maar onmiskenbare gaven van een echte stielman. Zoals steeds, is Peeters lezen ook meedrijven op een meanderende stijl die je soms voordat je het goed en wel doorhebt langs onderwerpen voert die normaal gesproken geheel buiten je eigen interessegebieden vallen. Literatuur die dat vermag, is altijd lezenswaardig.
De minzamen is een gevoelig en integer boek over afscheid nemen waarmee Koen Peeters 'zijn professor' teder en liefdevol de laatste literaire zorgen toedient, maar hét monument ter zijner ere had hij met De mensengenezer al opgericht.
De Bezige Bij, 288 blz., 23,99 € (e-boek 13,99 €).
Onno Blom
ru/eb/05 f
'Geloof mij, soms is een roman meer dan een boek en dringt hij zich met een ijzeren wil aan de schrijver op.' Dat schrijft Koen Peeters in het nawoord van zijn nieuwe roman, De minzamen. Net als in De mensengenezer uit 2017 - dat werd bekroond met de ECI Literatuurprijs - liet Peeters zich betoveren door zijn oude professor antropologie en psychoanalyticus Renaat Devisch.
In De mensengenezer liet Peeters zich inspireren door het begin van het levensverhaal van Devisch (1947-2020), die opgroeide als boerenzoon in de Vlaamse Westhoek, vlak bij de Franse grens, waar op een bodem vol bloed en bommen uit de Eerste Wereldoorlog de klaprozen bloeien en waar 'een daimon, een genius, onzichtbaar sluipt en heerst'. Remi - zoals Peeters zijn romanheld heeft genoemd, met een knipoog naar Sans famille van Hector Malot - ontvluchtte het dreigende boerenbestaan door als jongen in te treden bij de jezuïeten. Vervolgens vertrok hij naar Congo, waar hij weer uittrad als priester en een aantal jaren in een dorpje in de bush leefde. Daar raakte hij gefascineerd door de stam van de Yaka, hun taal, kunst en rituelen.
Beschreef Peeters in De mensengenezer de coming of age van Remi, in De minzamen gaat het om de laatste jaren van zijn leermeester. Niet voor niets opent de roman als in een freudiaanse droom, waarin Remi kan meekijken bij zijn eigen uitvaart. Het einde is het begin. De gestorvene ziet hoe zijn familie, leerlingen en beminden zich om zijn kist verzamelen. 'Ja, ik besta in deze wereld', roept Remi als de kist de kerk uit wordt gedragen.
Nadat Paul - zoals Peeters zijn verteller heeft gedoopt, naar zijn eigen tweede naam - in een sneeuwnacht na jaren zijn professor terugziet en een nacht bij hem doorbrengt, tussen de boeken van zijn indrukwekkende bibliotheek en de maskers en beeldjes van de Yaka, vraagt Remi of hij iets voor hem wil doen dat hij door een voortwoekerende ziekte zelf niet meer kan doen: langs een aantal 'minzamen' gaan die een rol van betekenis hebben gehad in zijn leven en daar als secretaris verslag van doen.
'Soms is een roman een vorm van onderzoek', schreef Peeters in het nawoord van De mensengenezers. Voor zijn eigen oeuvre geldt dat het woordje 'soms' weg kan. Al zijn romans zijn vormen van onderzoek, dat met wetenschappelijke precisie wordt uitgevoerd. 'Een manier van werken', schreef Peeters in Kamer in Oostende, zijn vorige roman, op zoek naar het wezen van een stad en de kunst, 'een techniek, zoals een gereedschapskoffer met daarin een stemvork, een loep maar ook een fijn hamertje om de gang van zaken ongemerkt een tikje te geven'.
In De minzamen bestaat het onderzoek uit het secuur vastleggen en analyseren van een keten van ontmoetingen. 'In de ontmoeting spiegelen we elkaar en laten daardoor sporen achter op onszelf.' Remi zet Paul op het spoor van alternatieve genezers die op de een of andere manier een betekenisvolle rol in zijn leven hebben gespeeld: priesters, collega-antropologen, handelaren in Afrikaanse kunst (in een van hen valt mensenrechtenactivist Klaas de Jonge te herkennen), een katholieke exorcist, een beeldhouwer (een portret van Johan Tahon), palliatieve verzorgers en een handoplegger.
Wat deze minzamen verbindt, is de wil 'intrinsiek goed te doen en genereus te beminnen'. Maar zijn zij in alles te vertrouwen? In het woord, schrijft Peeters, klinkt 'een onthechtheid, wat tederheid, misschien zelfs iets vrooms'. Maar ook iets afstandelijks, soms zelfs neerbuigends. 'Minzamen doen altijd een beetje geheimzinnig. Want zouden de minzamen zomaar belangeloos zijn?'
Goddank is Paul een rationele man. Spottend spreekt hij over zichzelf als: 'Ik, de grote zelfverklaarde ongelovige.' Zijn stijl is terughoudend, ingetogen - anders zouden zijn portretten van de minzamen onverteerbaar zijn van ijl- en ijdelheid. Toch vervalt Paul nooit in cynisme, zelfs niet als er over geesten wordt gesproken, het aanvaarden van het kwaad, of als de handoplegger een charlatan met een 'vuile blik' blijkt te zijn.
Van Remi leert hij dat hij niets mag ontheiligen, blootleggen of versimpelen. 'Lacan beweerde', beweert Remi, 'dat een goed analist een goed secretaris is. Dat betekent: scherp luisteren, geen eigen mening op tafel leggen, noteren in begrijpelijke taal. Daarom: niet kwetsend schrijven, niet grappig zijn, laat staan dat proberen. Geen exotisch zootje, geen parodie.'
Dat is precies wat deze roman is geworden: een ernstig verslag vol mooie observaties over vreemde types. Slechts een enkele keer toont Koen Peeters zich zélf een tovenaar en gebeurt er iets onverklaarbaars. Een vervloekt paard kijkt toe als de vader van Remi bijna sterft van de pijn als een boerenkar zijn voet heeft verbrijzeld. Daarna spreekt het paard. Aan het slot van de roman komt de tijd zelf binnen. Ze neemt de hand van de stervende Remi vast.
Door de opdracht van Remi aan te nemen, leert Paul een aantal wezenlijke dingen: hoe je afscheid neemt van het leven. Hoe je in het reine komt met ziekte, het onvoorspelbare, de menselijke frictie. Hoe je kennis en kunde doorgeeft die je tijdens je leven met nieuwsgierigheid, gretigheid en liefde hebt verworven.
Uiteindelijk gaat Koen Peeters in zijn roman op zoek naar het onzegbare. Naar het leven zelf, met alle flitsen van inzicht én ongerijmdheden. 'Het leven overkomt je, de dood ook.' Hij laat het mysterie van de minzamen intact.
****
De Bezige Bij; 287 pagina's; € 23,99.
(nm)
em/ov/30 n
Professor Remi was al de hoofdrolspeler in Koen Peeters' gelauwerde roman 'De mensengenezer'. In zijn nieuwe roman 'De minzamen' speelt de antropoloog, die is gebaseerd op de recent overleden Renaat Devisch, opnieuw de hoofdrol. Waar in 'De mensengenezer' de coming of age van Remi het verhaal stuwde, zendt de hoogbejaarde Remi nu schrijver Paul uit om 'minzamen' te ontmoeten. De priesters, zieners en psychologen helpen als goedhartige en vaardige verloskundigen mensen om te gaan met 'onze sterfelijkheid, toeval en noodlot, het kwaad en het geweld, en alle gevoelens en stemmingen die ons daaromtrent beheksen'.
Om de minzamen scherper in beeld te brengen, contrasteert Peeters hen onder anderen met een charlatan en een geldbeluste kunsthandelaar. Zo vormt deze roman een karakterstudie van de minzamen en een verkenning van het menselijk gevoelsleven. Esoterisch wordt het gelukkig niet, dankzij Peeters' heldere en krachtige zinnen.
Gestaag, zonder veel wendingen, drijft Remi verder weg van het leven, terwijl hij zijn kennis over de Congolese Yaka-cultuur en het geloof in 'krachtvoorwerpen' doorgeeft aan de sceptische Paul. De roman bevat diepzinnige passages, zoals Remi's theorie over de mensheid, maar om er echt van te kunnen genieten is enige affiniteit met mystiek vereist.
Marnix Verplancke
em/ec/01 d
‘Het is zwaar als je alles wil begrijpen. Je zou ook kunnen zeggen: we zien wel. Wat denk jij, Paul? Moet een mens alles uitpluizen en bespreken?’ Aan het woord is Anna, de vrouw van Remi, een emeritus hoogleraar antropologie die zijn ex-student Paul meesleurt in een zoektocht naar het begin en het ontstaan van de mensheid, zoals hij het zelf zegt, naar de draaikolk waarin mensen in het reine proberen te komen met drift, extase en agressie, maar ook met lijden, ziekte en dood. De oude professor wil toegang krijgen tot het duistere – en ook wel het lichte – in ieder van ons dat ontsnapt aan de directe greep van de rede. De sleutel waarmee hij die kerker wil openen, is een reeks beeldjes die hij tijdens zijn jarenlange verblijf bij de Zuidwest-Congolese Yaka heeft verzameld, fetisjen, of ‘krachtvoorwerpen’ zoals hij ze liever noemt. Ze zijn gemaakt van hout, regelmatig ontbreken er onderdelen zoals handen, oren of borsten en hun lichaam is mettertijd verrijkt met allerhande kleine objecten met een symbolische betekenis, zoals zakjes as, stukjes glas, vingernagels, plukjes haar, de aarde vanonder het bed van een weduwe, het hart van een haan, oud sperma en een vluchtige schaduw. De beeldjes werden gebruikt door sjamanen en na hun dood achtergelaten op hun graf.
Vier jaar geleden schreef Koen Peeters de roman De mensengenezer , waarin hij het verhaal vertelde van zijn Leuvense hoogleraar antropologie Renaat Devisch. Omdat het fictie was, gaf hij de man de naam Remi, maar dat hij als geen ander de Yaka-cultuur kende, was waarheidsgetrouw. Zodra dat boek in de winkel was, bleek het verhaal van Devisch nog niet klaar. We moeten verdergaan, zei de vorig jaar overleden academicus aan zijn oud-student, en dat is ook wat Remi tegen Paul zegt in Peeters’ nieuwe roman De minzamen . Samen moeten ze op zoek naar de zieners, waarzeggers en genezers van deze wereld. Ze moeten verder dan de Yaka durven te kijken en ook in onze cultuur de mensen vinden die de wereld niet in het keurslijf van een absolute waarheid willen persen, maar daarentegen openstaan voor het ongrijpbare en het onzegbare en die niet terugdeinzen voor de sterfelijkheid, het noodlot en het kwaad. De minzamen dus.
Of beter gezegd, Paul moet ernaar op zoek gaan, als een goede secretaris in de lacaniaanse zin van het woord: iemand die met een scherp bewustzijn observeert, geen eigen meningen in het spel brengt en alles noteert in een begrijpelijke taal. Remi, moet u weten, is naast antropoloog ook psychoanalist. En dus gaat Paul praten met Fabien, de Yaka die in Brussel woont en er als de dood voor is om de beeldjes van Remi aan te raken, omdat ze te veel kracht uitstralen. Hij bezoekt de weduwe van André Ryckmans, de adjunct-gewestbeheerder van koloniaal Congo die net als Remi jarenlang de Yaka-cultuur onderzocht alvorens in 1960 een van de eerste slachtoffers te worden van de opstand tegen de Belgen. In Brugge gaat hij op bezoek bij een handoplegger die pretendeert heel wat over Pauls privéleven te weten maar er meer naast dan op zit. Daarna doet hij pater Simon aan, de beëdigde exorcist van het bisdom en hij reist zelfs naar Rome, om er in het Vaticaan priester Roger aan te treffen, die op wonderbaarlijke wijze relikwieën vermenigvuldigt door ze met zijn zakmes in drie te snijden. Het zijn ontmoetingen die Paul inzicht brengen, maar die in alles onderdoen voor de gesprekken die hij met Remi heeft, de man die op het einde van zijn leven schijft: ‘In de ontmoeting spiegelen we elkaar en laten daardoor sporen achter op onszelf.’
****
De Bezige Bij, 288 blz., € 23,99.
Marc De Pril
Paul staat met zijn wagen stil langs de Brusselse Ring en ontmoet toevallig zijn oud-antropologieprofessor Remi, die hem naar zijn woning in Haasrode meeneemt om te overnachten. Snel wordt duidelijk dat Remi een speciale opdracht heeft voor Paul: hij dient op zoek te gaan naar een reeks opmerkelijke personages die het pad van Remi hebben gekruist. Zo ontmoet Paul missionarissen, kunstenaars, verzamelaars van Congolese Yakabeeldjes die ‘krachtvoorwerpen’ lijken te zijn, een handoplegger, pater Simon, een erkende exorcist, allen evenwel met één gemeenschappelijk kenmerk: allen zijn het ‘minzamen’. Voor Remi betekent dat: mensen met een gevoeligheid voor het spirituele, het mystieke, het geloof in de kracht van samenwerking. Allen op zoek naar het onbegrijpelijke, hun sterfelijkheid, de rol van het toeval, het kwade. De ‘socratische’ gesprekken tussen Paul en Remi zullen het bindmiddel zijn bij al deze ontmoetingen, waarin ‘ze elkaar spiegelen en daardoor sporen achterlaten op zichzelf’. Een vloeiende aansluiting van Koen Peeters (1959) op zijn gelauwerde ‘De mensengenezer’* van 2017, waarmee hij de ECI-literatuurprijs 2017 won.
Gerwin Van Der Werf
em/ov/27 n
'Geloof mij, soms is een roman meer dan een boek en dringt hij zich met ijzeren wil aan een schrijver op.' Dit schrijft Koen Peeters in het nawoord van De minzamen. Een boek met een noodzaak, een dwingend karakter: het heeft iets ouderwets romantisch. Bij Peeters zijn objecten bezield, dat is waar hij over schrijft, over Afrikaanse beeldjes en maskers, voorwerpen die gemaakt zijn om de mens met het onvatbare in verbinding te stellen. Waarom zou een roman dus geen ijzeren wil kunnen hebben? In De minzamen staan voortdurend verwijzingen naar de bezieldheid van voorwerpen: "Deze boeken zijn banale dingen, maar tegelijk zijn het ook rozige levende wezens van vlees en bloed." Koen Peeters is een mysticus, nadrukkelijker nog dan bijvoorbeeld Oek de Jong en Frans Kellendonk.
Merkwaardige figuren
Met De minzamen keert Peeters terug naar zijn succesvolle en originele roman De mensengenezer, waarmee hij in 2017 de ECI-literatuurprijs won. Schrijver en amateur-antropoloog Paul ontmoet zijn oude professor Remi bij toeval opnieuw en maakt op diens verzoek een overzicht van alle 'minzamen' die de hoogbejaarde antropoloog in zijn leven ontmoet heeft. Daarvoor spreekt hij met missionarissen, priesters, antropologen en psychologen, kunstenaars, verzamelaars, handopleggers. Kleurrijke en merkwaardige figuren, geleerde mensen en halve charlatans. Volgens Remi hebben ze een ding gemeen, ze zijn allen minzaam, dat wil zeggen: zij hebben een bepaalde gevoeligheid voor mystiek, voelen zich in verbinding staan met het hogere en hebben er hun levensdoel van gemaakt de mensen te helpen met wat die niet kunnen begrijpen: hun sterfelijkheid, het toeval, het kwaad, alles wat hen lijkt te beheksen.
exorcist
Remi is zelf een 'minzame', hij is de ultieme rationalist die met behulp van zijn verstand heeft vastgesteld dat er meer is tussen hemel en aarde, dat het mysterie bestaat - en als daar geen hogere macht voor verantwoordelijk is, dan is het de mens zelf. En o ja, die naam, Remi: een minzaam mens is van nature op zichzelf en eenzaam. Dat blijkt ook wel uit de bezoeken die Paul aflegt aan al die wonderlijke minzame types. Zo is er een priester die succes heeft als exorcist, niet omdat hij dat zelf wil maar omdat het hem gevraagd werd begon hij bepaalde rituele handelingen uit te voeren - en het bleek te helpen. In feite is hij een soort therapeut, net als pater Jakob met zijn wierook en 'Bijbelse bricolage', Bea met haar poppetjes die de ziel spiegelen en de licht frauduleuze handoplegger Pierre die net iets te gretig Pauls gedachten probeert te lezen. 'Want: zouden minzamen zomaar belangeloos zijn?'
De roman bestaat uit de portretten van deze minzamen en Pauls ontmoetingen met zijn leermeester. De bezoeken van Paul aan de professor doen aan als Socratisch gesprekken. Dat is passend, want het boek is een eerbetoon aan Renaat Devisch, Peeters' oude professor die ook in De mensengenezer al de gedaante van Remi had gekregen. Het gaat in deze roman ten diepste om het tonen van Devisch' manier van denken, doceren, en zijn. Verwacht daarom geen spannend boek over Afrikaanse beeldjes en mysterieuze krachten. De minzamen is allereerst een filosofisch boek.
Krachteloze echo
Ondertussen spelen die beeldjes wel een belangrijke rol, net als in De mensengenezer. Remi wil ook af van zijn indrukwekkende verzameling Congolese kunstvoorwerpen. Of liever: krachtvoorwerpen, want kunst is wat de westerling ervan gemaakt heeft. Peeters maakt duidelijk dat de geldwaarde die wij toekennen aan de beelden - gebaseerd op het antiekgehalte - niets te maken heeft met de waarde als ritueel object. Een Yaka-beeldje dat Remi aan Paul schenkt, blijkt vrij nieuw en dus waardeloos te zijn, maar steeds voelt Paul ongemak bij het beeld, hij wil ervan af. Uiteindelijk geeft hij het beeld door aan een man die hij in Kinshasa ontmoet, zodat het beeld terug in Congo is en het misschien zijn oorspronkelijk beoogde waarde kan krijgen: mensen helpen of genezen.
Heilzame krachten
Het valt niet te ontkennen dat De minzamen, hoewel zelfstandig te lezen, een De mensengenezer-revisited is. Personages, thematiek, beelden en plaatsen, alles komt terug. Beide boeken gaan over de ongrijpbaarheid van het bestaan, over mensen die het onvatbare proberen te vatten. Het fascinerende van De mensengenezer was dat het boek zelf ook iets onduidelijks en onvatbaars had, en zodoende samenviel met zijn thematiek. De sfeervolle scènes en beelden uit de Westhoek (de streek rond Ieper) en Congo hebben in De minzamen een wat krachteloze echo gekregen. Daar staat wel iets tegenover. Het boek geeft een preciezer, duidelijker omlijnd beeld van de rol van 'onzegbare krachten' in het leven, en van hen die deze krachten proberen om te zetten in iets heilzaams. Dat is wat Koen Peeters beoogd moet hebben, wat hij bedoelde met de 'ijzeren wil' van dit boek.
Bezige Bij; 288 blz. €23,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.