De jonge, vrijgevochten Luciana werkt als prostituee en als schildersmodel. Een van haar voornaamste klanten vraagt haar om te poseren voor een bevriende schilder, Sandro Botticelli. Luciana poseert als de centrale figuur Flora op zijn beroemde schilderij La Primavera. Wanneer de kunstenaar haar wegstuurt zonder haar te betalen, steelt Luciana een niet afgemaakte miniatuur van het schilderij. Binnen een paar uur nadat ze de miniatuur onder haar rok had meegesmokkeld worden drie moorden gepleegd.