De afgronden : roman
Pilar Quintana
Pilar Quintana (Auteur), Luc De Rooy (Vertaler), Wim A.E. Jansen (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meridiaan Uitgevers, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : QUIN |
Maarten Steenmeijer
2/ei/29 m
Een 'vloek van de natuur', zo voelt Damaris zich. Ze kan geen kinderen krijgen en dat is niet haar enige trauma. Haar vader heeft ze nooit gekend, haar moeder verdween al vroeg uit haar leven en toen ze 7 jaar was, zag ze een jongen voor haar ogen meegevoerd worden door het woeste water van de oceaan. Haar trof geen blaam, maar toch voelde ze zich diep schuldig en daarom onderging ze haar straf gedwee: 34 dagen lang ranselde haar oom haar af met de tak van een guaveboom.
Ook de volwassen Damaris reageert doorgaans inschikkelijk op haar omgeving en haar omstandigheden. Ze woont in de westelijke kuststreek van Colombia, ingesloten door de Stille Oceaan en het oerwoud. Haar dorp is 'niet meer dan een lange weg van aangestampt zand met aan weerszijden woningen'. Het regent vaak, hard en lang in deze uithoek van de wereld en daar is haar haveloze huisje niet tegen opgewassen. Het is weliswaar op palen gebouwd, maar dat is te weinig om de schimmel tegen te houden.
Beschimmeld is inmiddels ook haar relatie met Rogelio, de norse visser met wie ze niet zozeer leeft als wel overleeft en die helemaal niet blij is wanneer zij op een dag thuiskomt met een piepjong teefje. Honden zijn er om over je bezit te waken, niet om te vertroetelen, vindt hij. Maar ditmaal laat Damaris zich niet van de wijs brengen. Ze ontfermt zich met hart en ziel over het beestje en draagt het, kwetsbaar als het is, mee in haar beha.
Met haar onopgesmukte stijl geeft Pilar Quintana haar ontroerende novelle Het teefje nergens de kans om sentimenteel of melodramatisch te worden. Strak is ook de regie die de schrijfster voert over de onverwachte wending die ze het verhaal laat nemen. Wanneer haar hondje zwanger blijkt, slaat Damaris' houding om als een blad aan een boom. Ze keert zich af van het beestje en wil het kwijt. Wat er dan gebeurt, laat zien dat Damaris niet alleen slachtoffer is, maar ook in staat is zelf slachtoffers te maken. Bijna terloops suggereert Quintana ook nog op een andere manier dat Damaris geen vrouw uit één stuk is. Wanneer Rogelio een paar dagen weg is, maakt zij van de gelegenheid gebruik om het er eens lekker van te nemen: 'Die dag deed ze niets. (...) Ze legde haar matras in de zitkamer van het huisje en ging televisie liggen kijken. Ze douchte niet (...). Ze at direct uit de pannen, ze masturbeerde twee keer (...) en ze keek alle soapseries, journaals en realityprogramma's tot het weer nacht werd.' Ook dat is Damaris, zo stel je verrast vast.
Met zijn suggestieve combinatie van eenvoud en trefzekerheid doet Het teefje denken aan De kolonel krijgt nooit post van Quintana's landgenoot Gabriel García Márquez. Ook de thematiek is verwant: beide novellen laten het trage, armlastige bestaan in een uithoek van Colombia zien waar het leven niet via wegen in verbinding staat met de rest van de wereld, maar via het water. Nog een parallel: een dier brengt troost en hoop wanneer er geen kind meer is of nooit is gekomen. Verschil is er ook. De kolonel blijft de vechthaan van zijn overleden zoon koesteren. Damaris daarentegen verstoot haar hond en dat zou je, net als haar kinderloosheid, als een vloek van de natuur kunnen zien.
Meridiaan Uitgevers, 135 p., 21,99 euro. Uit het Spaans vertaald door Luc de Rooy.
Maarten Steenmeijer
2/ei/22 m
Een 'vloek van de natuur', zo voelt Damaris zich. Ze kan geen kinderen krijgen en dat is niet haar enige trauma. Haar vader heeft ze nooit gekend, haar moeder verdween al vroeg uit haar leven en toen ze 7 jaar was, zag ze een jongetje voor haar ogen meegevoerd worden door het woeste water van de oceaan. Haar trof geen blaam, maar toch voelde ze zich diep schuldig en daarom onderging ze haar straf gedwee: vierendertig dagen lang ranselde haar oom haar af met de tak van een guaveboom.
Ook de volwassen Damaris reageert doorgaans inschikkelijk op haar omgeving en haar omstandigheden. Ze woont in de westelijke kuststreek van Colombia, ingesloten door de Stille Oceaan aan de ene kant en het oerwoud aan de andere kant. Haar dorp is 'niet meer dan een lange weg van aangestampt zand met aan weerszijden woningen'. Het regent vaak, hard en lang in deze uithoek van de wereld en daar is haar haveloze huisje niet tegen opgewassen. Het is weliswaar gebouwd op palen, maar dat is te weinig om de schimmel tegen te houden.
Beschimmeld is inmiddels ook haar relatie met Rogelio, de norse visser met wie ze niet zozeer leeft als wel overleeft en die helemaal niet blij is wanneer zij op een dag thuiskomt met een piepjong teefje. Honden zijn er om over je bezit te waken, niet om te vertroetelen, vindt hij. Maar ditmaal laat Damaris zich niet van de wijs brengen. Ze ontfermt zich met hart en ziel over het beestje en draagt het, kwetsbaar als het is, mee in haar beha.
Met haar onopgesmukte stijl geeft Pilar Quintana haar ontroerende novelle Het teefje (het eerste werk van haar dat in het Nederlands is vertaald) nergens de kans om sentimenteel of melodramatisch te worden. Strak is ook de regie die de schrijfster voert over de onverwachte wending die ze het verhaal laat nemen. Wanneer haar hondje zwanger blijkt te zijn, slaat Damaris' houding om als een blad aan een boom. Ze keert zich af van het beestje en wil haar kwijt, en dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Wat er dan gebeurt, laat zien dat Damaris niet alleen slachtoffer is, maar ook in staat is zelf slachtoffers te maken.
Bijna terloops suggereert Quintana ook nog op een andere manier dat Damaris geen vrouw uit één stuk is. Wanneer Rogelio een paar dagen weg is, maakt zij van de gelegenheid gebruik om het er eens lekker van te nemen: 'Die dag deed ze niets. (...) Ze legde haar matras in de zitkamer van het huisje en ging televisie liggen kijken. Ze douchte niet (...). Ze at direct uit de pannen, ze masturbeerde twee keer (...) en ze keek alle soapseries, journaals en realityprogramma's tot het weer nacht werd.' Ook dat is Damaris, zo stel je verrast vast.
Met zijn suggestieve combinatie van eenvoud en trefzekerheid doet Het teefje denken aan De kolonel krijgt nooit post van Quintana's landgenoot Gabriel García Márquez. Ook de thematiek is verwant: beide novellen laten het trage, armlastige bestaan in een verre, vergeten uithoek van Colombia zien waar het leven niet via wegen in verbinding staat met de rest van de wereld, maar via het water. Nog een parallel: in beide novellen brengt een dier troost en hoop wanneer er geen kind meer is (de kolonel) of wanneer er nooit een kind is gekomen (Damaris).
Verschil is er ook. De oude, straatarme kolonel blijft de vechthaan van zijn overleden zoon koesteren. Damaris daarentegen verstoot haar hond en dat zou je, net als haar kinderloosheid, kunnen zien als een vloek van de natuur.
****
Uit het Spaans vertaald door Luc de Rooy. Meridiaan Uitgevers; 135 pagina's; € 21,99.
(mas)
i /un/01 j
Een vloek van de natuur, zo voelt Damaris zich. Ze kan geen kinderen krijgen en dat is niet haar enige trauma. Haar vader heeft ze nooit gekend, haar moeder verdween al vroeg uit haar leven en op haar 7de zag ze een jongetje voor haar ogen meegesleurd worden door de oceaan. Haar trof geen blaam, maar dagenlang ranselde haar oom haar af met een tak. Ook de volwassen Damaris reageert inschikkelijk op haar omgeving. Haar dorp is ‘niet meer dan een lange weg van aangestampt zand met aan weerszijden woningen’. Het regent vaak, hard en lang en daar is haar haveloze huisje niet tegen opgewassen. Beschimmeld is ook haar relatie met de norse visser Rogelio, die niet blij is als ze op een dag thuiskomt met een piepjong teefje. Maar deze keer laat Damaris zich niet van de wijs brengen. Ze ontfermt zich met hart en ziel over het beestje en draagt het mee in haar beha. Met haar onopgesmukte stijl geeft Pilar Quintana deze ontroerende novelle nergens de kans om sentimenteel of melodramatisch te worden. Strak is ook de regie over de onverwachte wending die ze het verhaal laat nemen. Als het hondje zwanger blijkt te zijn, slaat Damaris’ houding om, en Quintana laat met een suggestieve combinatie van eenvoud en trefzekerheid zien dat Damaris niet alleen slachtoffer is, maar ook in staat is slachtoffers te maken.
B. van Laerhoven
Damaris en haar ruwe man Rogelia leven in armoedige omstandigheden in een Colombiaans kustdorpje. Damaris verlangt naar kinderen maar het koppel blijft kinderloos. Damaris kan deze schande niet verdragen en zoekt een uitlaatklep voor haar gevoelens bij het teefje Chirli. De hond en de vrouw zijn gelukkig samen tot Chirli zwanger wordt. Damaris' liefde voor Chirli verandert in jaloerse haat. De gevolgen zijn dramatisch. De Colombiaanse Pilar Quintana (1972) is een rijzende ster in de Spaanstalige wereld die al enkele prijzen gewonnen heeft, waaronder de belangrijke Premio Alfaguara. ‘Het teefje’ is in alle opzichten een hard verhaal: de levensomstandigheden zijn bar, het klimaat is gevaarlijk en de relaties zijn stug. De zuinige stijl weerspiegelt de hardvochtigheid van het leven. Voor een literair onderlegd publiek en niet voor lezers die gevoelig zijn voor het mishandelen van dieren. De vertaalrechten van het boek zijn aan diverse landen verkocht. RT Features kocht de filmrechten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.