Thomas Breens en zijn vrouw hebben het grijze bestaan in België geruild voor het rustige leven in Normandië waar ze hun tijd en aandacht verdelen tussen hun chambre d'hôtes en hun boekhandel. Hun idyllische bestaan wordt verstoord door het bezoek van Charles Hofsteder, de grootste Nederlandstalige schrijver en de gedoodverfde kanshebber op de eerstvolgende Nobelprijs voor de literatuur. Hofsteder nodigt Breens uit in zijn villa aan de Côte d'Azur en vraagt hem – en passant – een manuscript van hem op te sporen, dat jaren geleden in Vlaanderen werd gestolen. Hij vertrekt naar de Côte d'Azur en komt er terecht in een mistral van dreiging, dood en niet vereffende rekeningen, met op de achtergrond die ene vraag die lezend en schrijvend Vlaanderen al jaren in de ban houdt: zal de Zweedse Academie Charles Hofsteder ook dit jaar negeren als Nobelprijskandidaat?