Mijn jaar van rust en kalmte : roman
Ottessa Moshfegh
Ottessa Moshfegh (Auteur), Lidwien Biekmann (Vertaler), Tjadine Stheeman (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MOSH |
Christophe Vekeman
i /un/27 j
D e dood in haar handen, de derde roman van de Amerikaanse schrijfster Ottessa Moshfegh, begint met een briefje dat onder een paar kleine stenen in een berkenbos op de grond ligt: 'Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar heeft vermoord. Ik was het niet. Hier ligt haar lichaam.' Toch blijkt van een lijk geen sprake te zijn, zodat de vraag zich opwerpt wat het papiertje in kwestie juist is: grap of grafzerk?
Vesta Gul, de 72-jarige weduwe die na de dood van haar man een goed jaar geleden haar echtelijke woning verruild heeft voor een zich duizenden kilometers verderop bevindend huis aan de rand van een meer in het midden van nergens, neigt aanvankelijk nog naar het eerste ('Iemand speelt een spelletje'), maar slaagt er vervolgens algauw in om zichzelf ervan te overtuigen de zaak wel degelijk ernstig te nemen. Sterker nog, haar vondst van het briefje tijdens een ochtendwandeling met haar hond Charlie vormt niet veel later al de opmaat van een speurtocht die Vesta op touw zet teneinde te achterhalen wie Magda was, wie de schrijver van het briefje is, etcetera.
Niet gehinderd door het gebrek aan houvast of ook maar de geringste aanwijzing in welke richting dan ook, neemt de vrouw beslissingen aangaande de waarheid die weliswaar nergens op gebaseerd zijn, maar die wat haar betreft niet te betwisten vallen. 'Je kunt het mysterie oplossen met louter denkwerk', houdt ze zich voor, en dat leidt er bijvoorbeeld toe dat ze besluit de schrijver van het briefje Blake te noemen, want 'dat was het soort naam dat ouders tegenwoordig aan hun zoon gaven'. Ook het uiterlijk van Magda staat de oude dame van lieverlede haarscherp voor het geestesoog, net als haar karakter, zodat wij instemmend en begripvol knikken bij het lezen van de volgende verklaring: 'Het briefje dat Blake voor me in het bos had achtergelaten was wat voor mij sinds lange tijd nog het meest in de buurt van sociaal contact kwam.' Haar 'creatieve onderneming', zoals Vesta het op zeker ogenblik zelf omschrijft, het 'in elkaar zetten' van 'een moordverhaal', is met andere woorden een rechtstreeks gevolg van de verveling die een mensenloos bestaan met een hond die helaas niet kan praten en ook zonder telefoon of televisie, onvermijdelijk met zich meebrengt. Vesta creëert doelbewust personages om zich heen, teneinde haar eenzaamheid te verlichten. Toch?
Eenzaamheid
Ongetwijfeld, ja, en dat schijnt zij in den beginne ook zelf te beseffen. Maar hoe succesvol is de strijd tegen de eenzaamheid wanneer je die uit het niets tevoorschijn getoverde personages na een poosje alsnog gaat missen? En hoe kwam in de eerste plaats dat briefje in het bos terecht? Hoe vallen de vele vreemde gebeurtenissen en ontmoetingen die elkaar in alsmaar sneller tempo opvolgen te verklaren?
Moshfegh is zo goed de lezer allengs gerust te stellen: nee, het ligt niet aan jou, geen zorg, dat je na verloop van tijd elke vorm van vaste grond onder je voeten voelt verdwijnen. Vesta is altijd al labiel geweest, slikte kalmeerpillen en werd door haar man als 'paranoïde' omschreven. Met de waanzin waarin zij reddeloos afglijdt, nu er niemand meer over haar waakt, hebben wij dus niets te maken.
Hoeveel vrijheid?
Dat zou een faliekante zwakte van de roman kunnen zijn, die ons er na verloop van dwalen voor doet kiezen een nooduitgang te nemen uit dit literaire labyrint en het boek schouderophalend dicht te slaan. Wat kan ons de geestelijke neergang van het - haar woorden - 'getikte ouwe mens' schelen?
Gelukkig, echter, weet Moshfegh nogal overtuigend waanzin als een zaak van algemeen belang te presenteren. Brengt niet iedereen zijn leven door in een verzinsel? Is wie zich uitschrijft uit het collectieve verhaal van onze samenleving en de vrijheid neemt om er zijn eigen 'creatieve onderneming' voor in de plaats te stellen meelijwekkend gek of daarentegen een benijdenswaardig onafhankelijk individu? De man van Vesta was een tiran die haar beknotte, juist, maar hoeveel vrijheid kunnen wij sowieso aan? Heeft de mentale ontsporing van speurneus Vesta, kortom, rechtstreeks te maken met dat ene zinnetje aan het eind van hoofdstuk één: 'En ik hoefde niets te doen wat ik niet wilde'?
Vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman, De Bezige Bij, 254 blz., 22,99 € (e-boek 13,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Death in her hands'.
Roderik Six
i /ul/29 j
Alsof ze een griezelfilm is binnengestapt, zo voelt Vesta Gul zich. Het is nochtans maar een briefje dat ze midden in het bos heeft gevonden, een klein stukje papier met daarop een halve bekentenis: Magda is vermoord en ze ligt hier begraven. Maar de auteur beklemtoont ook zijn onschuld: ik heb het niet gedaan, echt niet.
Vesta denkt aanvankelijk aan een grap maar terwijl ze met haar trouwe hond Charlie haar boswandeling voortzet, slaat haar fantasie aan. Nu ze erover nadenkt, beseft ze dat ze hier alleen woont, omringd door wouden – haar dichtste buren wonen mijlenver –, dat zij de enige is die hier wandelt en dat de boodschapper het briefje speciaal voor haar heeft achtergelaten. Ze is dan wel een fragiele weduwe die de tachtig nadert, maar ze is eerder nieuwsgierig dan bang. Wijlen haar man Walter mocht dan wel spotten met haar fascinatie voor Agatha Christie maar al die detectiveromans komen haar nu goed van pas. Vesta wil uitzoeken wie Magda was en of er een bijlmoordenaar door haar bossen sluipt – en zal die zich zomaar laten vatten? Van zodra Vesta haar speurneus opzet, gebeuren er bovendien nog rare dingen. Haar tuin raakt omgewoeld, haar hond verdwijnt en in de lokale bibliotheek duiken geheimzinnige boodschappen op.
Heeft literair talent Ottessa Moshfegh nu een weekendthriller geschreven? Ja. En neen. Aan spanning geen gebrek in De dood in haar handen – als een bloedhond jaag je mee met Vesta – maar het echte taalspel bevindt zich tussen de regels. Moshfegh dolt met het thrillergenre en voegt er een postmoderne laag aan toe. Een paar lagen zelfs. Gaandeweg ga je twijfelen aan Vesta – veel plausibele verdachten zijn er niet, en hoe bizar dat ze plots een stiletto in haar eigen schuif ontdekt.
En is het toeval dat haar man een fenomenoloog was, een die vooral gefascineerd was door de verschijningsvorm van zijn studentes en existentiële vragen stelde over de inhoud van hun slipje? De fenomenologie wantrouwt de realiteit en onderzoekt ons intuïtieve denken, en Vesta lijkt slachtoffer te worden van haar fantasie. Ze projecteert haar onderzoek op de werkelijkheid en raakt, samen met de lezer, verstrikt in haar eigen verhaallijnen.
Mocht het niet zo’n gruwelijke term zijn, je zou De dood in haar handen als ‘een filosofische thriller’ kunnen bestempelen. Gewoon ‘een belachelijk goed boek’ kan ook.
****
De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: Death in Her Hands), 256 blz., € 22,99.
Alice Grob
Na de dood van haar man koopt de bejaarde Vesta ver weg een stuk land met een meer, een bos en een hut. Ze hoopt hier met haar hond een rustig idyllisch bestaan te leiden. Dit gaat goed tot ze op haar pad een briefje vindt met de tekst: 'Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar vermoord heeft. Ik was het niet. Hier ligt haar lichaam.' Verder is er niets te zien. Vesta gaat niet naar de politie, maar begint te fantaseren over het slachtoffer en de briefschrijver. Gaandeweg wordt de sfeer om haar heen grimmiger, maar is dat werkelijkheid of waan? Want ook haar herinneringen krijgen een donker randje. Goed geschreven verhaal, hoewel het fantasiegedeelte wel wat lang duurt. Leest aanvankelijk als een detective, gaandeweg slaat de twijfel toe bij de lezer. Ottessa Moshfegh (1981) is een Amerikaanse schrijfster met Kroatische en Iraanse roots.
Gerwin Van Der Werf
i /un/27 j
De nieuwe roman van Ottessa Moshfegh opent met een mysterie. Er is een lijk - althans, het zou ergens moeten liggen - en er is een vertelster, een oudere vrouw die alleen woont aan de rand van het bos, buiten een klein dorp ergens aan de oostkust van de VS. Dat deze vrouw, genaamd Vesta Gul, geheel op eigen houtje detective zal spelen is ook snel duidelijk. Haar naam klinkt excentriek genoeg voor een Bondfilm en de titel zou zo uit het oeuvre van Nicci French kunnen komen. Maar wie Moshfegh kent weet dat ze spelletjes speelt met zulke clichés, en dat van een traditionele whodunnit beslist geen sprake zal zijn. "Als het geen practical joke was, dan zou het de eerste alinea van een verhaal kunnen zijn, door de schrijver verworpen als valse start". Wat we in handen hebben is een pesterige Agatha Christie-persiflage, met een vleugje Stephen King en een flinke snuif Shirley Jackson. Of liever: een echte Ottessa Moshfegh.
Ottessa Moshfegh schreef eerder de sterke verhalenbundel 'Heimwee naar een andere wereld' en stal in 2018 internationaal de show met haar roman 'Mijn jaar van rust en kalmte', een radicaal boek over een jonge vrouw die met behulp van een halve pillenwinkel zichzelf op de bank van haar luxeappartement in New York in een winterslaap wil houden. Het was een razend grappig en in zekere zin ontroerend boek, maar de volmaakt nihilistische stem die Moshfegh haar personage gaf wekte ook weerstand. Naar die weerstand lijkt Ottessa Moshfegh nu juist op zoek te zijn, want ook in 'De dood in haar handen' - dat ze grotendeels schreef vóór haar vorige roman - stel je als lezer al snel een tikje wanhopig vast dat je geen grip krijgt op het verhaal, noch op de hoofdpersoon, en dat de bedoeling van de auteur een raadsel is. Moshfegh krijgt je dus precies waar ze je hebben wil. Het begint er al mee dat ze ons met de eerste kalme scènes na de geheimzinnige vondst van het briefje bijna in slaap sust. Vesta vertelt op bedaarde en bijna kinderlijke toon over haar hond Charlie, de verhuizing van het Westen naar de oostkust, naar het lelijke en duffe dorpje Levant: "De enige boeken bij de kringloopwinkel gingen over breien en de Tweede Wereldoorlog." Af en toe laat ze iets los over de dood van haar man. Zijn urn staat op de schoorsteenmantel, ze rouwt, maar niet al te erg, ze is eenzaam maar gelukkig met haar hond. Ondertussen probeert ze te achterhalen wie Magda is en wat er met haar is gebeurd, niet door echt iets te onderzoeken, maar door te fantaseren. Detectivewerk is mentale arbeid, meent ze. Gaandeweg verzint ze een compleet leven voor Magda bij elkaar, een Oost-Europese achtergrond, een baantje als verzorger van een bejaarde, en een paar minnaars van wie één de moordenaar moet zijn, ze weet ook wie, hij heet Blake.
Het ongemak groeit met iedere bladzijde. Niet alleen begrijp je dat ze geen steek verder zal komen met deze 'moordzaak', je ziet ook in dat Vesta een onbetrouwbare verteller is, dat je niet de werkelijkheid ziet, maar een voyeur bent van haar toenemende waanzin. Was dat huwelijk van haar en Walter wel zo goed? Al in het begin krijgen we vreemde signalen: "Alle mannen waren diep in hun hart jagers. Het waren allemaal moordenaars, of niet dan? Het zat in hun bloed." En wat te denken van het terloopse "Ik moest weer denken aan de geaborteerde foetus"? De detective ontrafelt helemaal geen moordzaak maar zichzelf.
Dat de boel ontspoort is geen verrassing, maar je hebt geen idee hoe, dus blijft het spannend. Het is knap van de vertalers dat de surrealistische sfeer in het Nederlands intact blijft. Na drie boeken hebben Tjadine Stheeman en Lidwien Biekmann de toon van Moshfegh uitstekend in de vingers. Terwijl Vesta's observaties in het heden steeds bedrieglijker worden, bereikt ze over haar verleden en haar drijfveren een lucide eerlijkheid. Van de nagedachtenis aan haar man blijft geen spaan heel, maar wraak nemen kan ze alleen nog op die urn waar zijn as in zit.
Net als in 'Mijn jaar van rust en kalmte' tekent Moshfegh in deze roman het treurige lot op van een vrouw die het slachtoffer blijkt van verwaarlozing en geestelijke mishandeling. 'De dood in haar handen' is minder grappig en scherp dan zijn voorganger, maar even compromisloos. Moshfegh toont een mens, een eenzame vrouw die óók gezien wilde worden, die zo graag had gewild dat er iemand was die haar kende.
Vert. Tjadine Stheeman en Lidwien Biekmann De Bezige Bij; 272 blz. € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.