Het mooiste woord is herinnering : verhalen over mantelzorg en dementie
Pieter Webeling
Frénk Van der Linden (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VAND |
F. Hockx
De bekende interviewer (1957) vertelt zeer openhartig over het huwelijk van zijn ouders dat idyllisch begon, maar eindigde in een vechtscheiding nadat zijn moeder het gezin verliet voor een andere man. De jonge Frénk en zijn zus weigerden jarenlang ieder contact met haar, tot zij als volwassenen anders gingen denken over de redenen voor haar vertrek. Na zich eerst met hun moeder verzoend te hebben, slaagden zij er later in ook weer contact tussen hun ouders tot stand te brengen. Van der Linden vertelt de geschiedenis in de je-vorm, in korte fragmenten (brieven), gericht aan Mam en Pa afzonderlijk en gezamenlijk. Die je-vorm leest hier en daar wat ongemakkelijk, maar uit alle brokstukken ontstaat een treffend beeld van dit huwelijk, het opgroeien van de auteur in de Bollenstreek en de schuldgevoelens waarmee hij, eenmaal volwassen, worstelde over zijn houding tegenover zijn moeder. In 2009 maakte Van der Linden de documentaire 'Verloren band' waarin hij met zijn ouders sprak over hun relatie, dit boek loopt door tot na hun overlijden.
Anna Krijger
ua/an/16 j
Frénk van der Linden richt in En altijd maar verlangen. De liefdesoorlog van mijn ouders het woord tot zijn, inmiddels overleden, ouders. De brieven bevatten scènes van een jeugd in de Bollenstreek van de jaren zestig, bespiegelingen over Van der Lindens liefdesleven en anekdotes over de zorg voor zijn dementerende moeder. Maar het zijn vooral de herinneringen van een kind aan een huwelijk en een scheiding.
Journalist en interviewer Frénk van der Linden (Haarlem, 1957) groeide op in een eenvoudig gezin. Vader ('karakterkop', type man dat zijn eigen tanden trekt) was vrachtwagenchauffeur, moeder ('filmdiva-achtige verschijning') verdiende wat bij in de schoonmaak en de bollenschuur. Geluk was een 'gehaktbal met mayonaise': klodder Duyvis, hap - feest. Vader Van der Linden werkte lange dagen en had weinig tijd voor zijn jonge vrouw. "Jij ligt nog liever onder die vrachtwagen dan onder mij", verweet zij hem eens. In haar verlangen naar aandacht en intimiteit begon ze een affaire met een collega. Het duurt niet lang of het hele dorp wist het, haar echtgenoot incluis.
Ze hield van beide mannen. Het liefst had ze een relatie met allebei gehad, maar dat ging niet, en dus verliet ze, na veel geruzie, vader Van der Linden. De kinderen, Frénk en Désirée, bleven bij hem wonen. Zo loyaal als ze waren aan hun door verdriet tot waanzin gedreven vader, verbraken ze het contact met hun moeder en zetten ze de situatie, aangedikt met hele en halve leugens, nog eens zwart-op-wit voor de rechter die zich over de echtscheiding moest buigen. De kinderen werden vervolgens aan vader toegewezen. Misschien had zijn moeder het al aangevoeld. Dat de tijdsgeest en de gekwetste achterblijvers haar weinig vergevingsgezind zouden zijn.
Dit schrijft Frénk aan zijn moeder: "Twaalf was ik, misschien al dertien. Toch nam je me op schoot. Gevaar, dacht ik. Dat is wat ik me herinner, of me meen te herinneren, of me wíl herinneren. 'Onthoud goed wat ik zeg', fluisterde je in mijn oor. 'Ik hou van niemand zoveel als van jou en je zusje. Wat er ook gebeurt, en wat mensen ook tegen je zeggen: echt waar.' De volgende morgen was je vertrokken."
Beklaagdenbank
Moeder Van der Linden schreef haar kinderen in de jaren die volgden honderden brieven. Die belandden allemaal, ongelezen en verscheurd, in de vuilnisbak. Moeder trouwde met minnaar John en kreeg nog twee kinderen. Ook vader Van der Linden hertrouwde. Tien jaar gingen voorbij voordat Frénk en zijn zus contact met hun moeder zochten:
"We wilden het, eindelijk. Alle twee hebben wij inmiddels al jaren een serieuze relatie. We ervaren aan den lijve hoe veelkantig, hoe gelaagd een liefdesverhouding kan zijn. Zelfs in de pietluttigste ruzies ligt het niet zwart-wit. Altijd weer de knoop die gedeelde schuld heet. Onontkoombaar drong de afgelopen jaren tot ons door dat het ook tussen jou en pa dus niet zo simpel in elkaar kon zitten als wij onszelf wijs hadden gemaakt. Dat slechts één van jullie tweeën thuishoorde in de beklaagdenbank, viel niet meer vol te houden." >>
>> Ouders, en alle ellende van dien, zijn natuurlijk altijd een dankbaar onderwerp voor de (autobiografische) literatuur. De lezer werd het afgelopen jaar al ruim bediend met memoires van Nederlandse journalisten en schrijvers waarin wordt teruggeblikt op de relatie met hun ouders. Maurits de Bruijn schreef Ook mijn Holocaust, over de trauma's van zijn moeder, Holocaustoverlevende, en hoe deze van invloed zijn geweest op zijn ontwikkeling. En toen vonden ze mijn vader, van Andreas Jonkers, gaat over de mysterieuze dood en het treurige bestaan van de man die hij nooit echt als vader had beschouwd. En Bart Chabot publiceerde de autobiografische roman Mijn vaders hand, over de vernederingen en mishandelingen die hij als kind had moeten ondergaan.
Alle werken zijn zeer het lezen waard, maar vooral De Bruijn en Van der Linden beschikken over het reflectievermogen en die even compassievolle als meedogenloze pen die dit genre zo bijzonder kunnen maken. Probeer maar eens de troebele, stinkende sloot te beschrijven waar je je hele jeugd zelf in hebt rondgezwommen - en mild te blijven voor degenen die je erin hebben getrokken.
De tijd heelt niet
In 2009 maakte Van der Linden een documentaire over zijn ouders en hun scheiding, getiteld Verloren band. Een groot aantal scènes hieruit worden ook in En altijd maar verlangen beschreven. Van der Linden sprak met zijn ouders over hun huwelijk, de ruzies en de scheiding. Alle ingrediënten voor een soap zijn aanwezig: verwijten over en weer, he said, she said en "dus ik zei 'dan is daar het gat van de deur, maar dan hoef je ook nooit meer terug te komen'''. De documentaire is uitermate aangrijpend. Niet alleen omdat de ouders van Van der Linden zo openhartig zijn over hun verdriet, maar vooral omdat het nog zo aan de oppervlakte ligt. Twee mensen in de herfst van hun leven - bij moeder is al de ziekte van Alzheimer geconstateerd - die elkaar al veertig jaar niet gezien of gesproken hadden toonden zich aangedaan alsof het gisteren was dat ze bij die deur stonden te schreeuwen. Niks 'de tijd heelt alle wonden'. Deze etterende wond is de tijd de baas gebleven en heeft, zo is het ook weer, nu een schitterend boek opgeleverd.
Moeder Van der Linden was altijd blijven twijfelen of ze er goed aan had gedaan om te vertrekken, vertelt ze in de documentaire. Was de prijs niet te hoog? En al was het de enige juiste keuze, toch bleef ze zich schuldig voelen. Pa Van der Linden nam zichzelf daarentegen niets kwalijk. Nee, hij had het eigenlijk 'perfect' gedaan, maar is wrok niet vaak een schild voor een gekrenkt hart? "Zij wilde mij niet begrijpen."
In En altijd maar verlangen toont Van der Linden zich het kind van zijn moeder wanneer hij zijn eigen tekortkomingen onder ogen ziet. Hij had zijn moeder destijds bewust kwaadaardig afgeschilderd in die brief aan de rechter. En had hij nou echt zo lang moeten volharden in zijn weigering om haar te zien? Geef jezelf maar de ruimte voor imperfectie, is zijn conclusie. "Mezelf vergeven is jullie vergeven."
Luitingh-Sijthoff; 240 blz. € 20,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.