Hoe de soldaat de grammofoon repareert
Saša Stanišić
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : STAN |
Karen Billiet
ob/kt/31 o
Sasa Stanisic won vorig jaar de Deutscher Buchpreis voor zijn roman Herkomst amper enkele dagen nadat Peter Handke de Nobelprijs voor Literatuur gekregen had. 'Ik had het geluk te ontsnappen aan datgene wat Peter Handke niet beschrijft', zei Stanisic in zijn dankrede. Het was een sneer naar Handkes eenzijdige beschrijving van het conflict in ex-Joegoslavië.
Stanisic verpersoonlijkt de Joegoslavische burgeroorlog. Hij werd geboren in de Bosnische stad Visegrad in 1978. Zijn vader is Serviër, zijn moeder een Bosnische moslima. Destijds waren ze allemaal Joegoslaven, verenigd onder het communisme van Tito. Maar Stanisic maakte als kind mee hoe de veelvolkerenstaat afbrokkelde. In de klas circuleerde plots een blad papier waarop ieder kind moest aangeven tot welke groep het behoorde. In 1992 vluchtte het gemengde gezin halsoverkop naar Duitsland, terwijl in de bergen rondom Visegrad de eerste huizen van moslims in vlammen opgingen.
Waar kom je vandaan? Het is een vraag die Stanisic jarenlang probeert te ontwijken. Wanneer zijn grootmoeder hem in 2009 meeneemt naar het bergdorpje Oskorusa, de bakermat van de familie, en hem er laat drinken van een bron die zijn overgrootvader ontdekt heeft, verweert hij zich nog tegen zoveel 'saamhorigheidskitsch'. Schrijven over je afkomst lijkt hem 'achterlijk, ronduit destructief'. Bovendien, hoe begin je eraan als het land waar je vandaan komt niet meer bestaat?
Maar de volgende jaren dringt die herkomst zich op de voorgrond. Stanisic krijgt een zoon. In Duitsland wordt de partij Alternative für Deutschland (AfD) populair met een discours tegen vreemdelingen. In de vluchtelingen die via de Balkanroute Duitsland proberen te bereiken, ziet hij zichzelf terug. En zijn grootmoeder lijdt aan dementie. Terwijl zij de familieherinneringen verliest, probeert Stanisic ze te verzamelen.
Kwetsbaar
Waar kom je vandaan? Een verhaal over herkomst laat zich niet rechtlijnig vertellen, ontdekt Stanisic. Om het in al zijn complexiteit weer te geven, zijn omwegen en uitweidingen nodig. En dus dist hij in Herkomst familie-anekdotes op, waarbij zijn oeverloze fantasie soms een loopje met de werkelijkheid neemt. Op zijn kronkelweg last Stanisic ook beschouwende passages in, over de toestand in Joegoslavië vroeger en nu, en over het leven als vluchteling in Duitsland. Nooit wordt het pamflettistisch. Stanisic houdt vast aan een lichtvoetige toon, richt altijd weer de blik op het komische van een situatie. Dat maakt het ontwapenend, maar er schemert ook kwetsbaarheid doorheen.
Veel aandacht gaat naar zijn tienerjaren als vluchteling in Heidelberg. Hij roept die periode op met pakkende situatieschetsen: de telefooncel waarin hij met de familie in Visegrad belt, het tankstation waar hij met andere nieuwkomers rondhangt, de schaamte wanneer zijn familie een lam aan een spies grilt in het park. Stanisic krijgt te maken met discriminatie, politiecontroles en instortende ouders. Maar ook met een leraar die hem in de lunchpauze aanmoedigt om gedichten in het Duits te schrijven. Daar wordt de kiem gelegd voor zijn schrijverschap. Het levert hem later een permanente verblijfsvergunning op, terwijl de rest van de familie wordt uitgewezen.
Het brengt de schrijver tot een pijnlijk besef. Door het leven in Duitsland te omarmen, koos hij voor zichzelf en liet hij zijn familie los. Ook dat maakt schrijven over herkomst moeilijk. Soms is het zelfs ronduit gevaarlijk. In ex-Joegoslavië is afkomst het onderwerp dat iedereen wil mijden en toch altijd weer aansnijdt. Tijdens een autorit met zijn ouders in het Servische deel van Bosnië wordt hun auto met Kroatische nummerplaat tegengehouden. Een agent vraagt waar ze vandaan komen. Elk antwoord kan het verkeerde zijn. Dat zijn momenten waarop Stanisic de lichtvoetigheid even loslaat, en de vlijmscherpe spanning voelbaar maakt.
Op het einde bekent Stanisic dat hij nog altijd niets begrijpt van gedweep met afkomst. Zelf zou hij graag op twee plekken en in twee tijden tegelijk zijn. Het boek eindigt met een hinkelspel, waarbij je als lezer zelf kunt beslissen hoe het eindigt.
Praten over het conflict in ex-Joegoslavië is nog altijd aartsmoeilijk. Stanisic vertaalt dit heikele onderwerp in een persoonlijk verhaal dat tegelijk ontroert en aan het lachen brengt, en daarbovenop veel inzichten biedt.
Vertaald door Annemarie Vlaming, Ambo/Anthos, 368 blz., 23,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Herkunft'.
Emilia Menkveld
em/ec/19 d
Wat is een thuis? Waar kom je vandaan als het land waar je geboren bent niet meer bestaat? Als Saša Stanišic (1978) voor het eerst het Bosnische bergdorp bezoekt waar zijn familie ooit woonde, is de oude boer die hem rondleidt stellig: je heet Stanišic, je naam staat op elke tweede grafsteen op het kerkhof, dus je komt hiervandaan. Zelf voelt hij zich vooral een toerist, na al die jaren in Duitsland.
In de autobiografische roman Herkomst, vorig jaar bekroond met de Deutscher Buchpreis, bestookt Stanišic zijn lezers met verhalen. Over zijn jeugd in Joegoslavië, de vlucht naar Heidelberg op zijn 14de, het wennen aan een nieuw, niet gekozen lezen - de vergelijking met de huidige vluchtelingencrisis is nooit ver weg. Ontroerend zijn de passages over zijn dementerende grootmoeder, die naar huis wil terwijl ze al thuis is.
Intussen stelt de schrijver boeiende vragen over afkomst, zonder duidelijke antwoorden te geven. Wel associeert hij erop los ('Afdwalen is mijn manier van schrijven') en lijkt soms zelf even het spoor bijster. Het boek wordt er alleen maar beter van.
Uit het Duits vertaald door Annemarie Vlaming. Ambo Anthos; € 23,99.
Naar gegevens van J. Hodenius
Autobiografische ontwikkelingsroman met als ambivalent hoofdthema ‘afkomst’ van de veelbekroonde Bosnisch-Duitse schrijver (1978). Het is het eeuwige tussen-schip-en-wal thema van de gevluchte asielzoeker: wat is thuis? Een legitieme vraag, zeker als het land waar je vandaan komt (Joegoslavië) officieel niet meer bestaat. Anders dan in eerdere romans is dit een ik-vertelling, een die steeds met humanistische empathie om zich heen kijkt en niet in de val van bitterheid trapt. Het knappe van de roman is dat de auteur een vorm heeft gevonden die recht doet aan het ongrijpbare van het thema: niet alleen schakelt hij in zijn beschrijving als komende schrijver ironisch, stijlvol en elegant in steeds andere pogingen heen en weer tussen verleden (het bezoek aan de geliefde, langzaam dementerende oma in Visegrad) en heden (in Heidelberg en Hamburg, waar hij scherp oordeelt over de vigerende vluchtelingenhaat in Duitsland), maar laat de lezer op het eind zelfs op zijn Julio Cortázars via hink-stap-sprong het verhaal bepalen. Terecht door de kritiek hooggeprezen. Winnaar Deutscher Buchpreis 2019. Winnaar Europese Literatuurprijs 2021.
Annemieke Hendriks
em/ov/21 n
Herkomst is een boek over de vraag wat bij mij hoort', schrijft Saša Stanišić. Het is ook een boek over 'taal en schaamte'. Had niet zijn Joegoslavische oma hem gezegd dat hij als jongetje al niet kon liegen, maar wel altijd een loopje met de werkelijkheid nam en daarbij schaamteloos overdreef? Ga vooral zo door, zei oma.
Stanišić heeft oma's lesje goed in zijn oren geknoopt. Inmiddels veertig, laveert hij in Herkomst tussen zijn fantasierijke herinneringen aan het Bosnische Višegrad en die aan zijn nieuwe werkelijkheid in Heidelberg, waar hij de Duitse taal en cultuur zal veroveren. Višegrad is het stadje dat zijn ouders met hem, de 14-jarige zoon, in 1992 vanwege de oorlog moesten ontvluchten. Soms keert Stanisic in Herkomst terug naar Bosnië. Vooral vanwege oma, die haar herinneringen aan het verliezen is terwijl hij de zijne verwerft. Hij ontmoet daar verre verwanten, die ook geestelijk ver van hem af staan, met hun: "We hebben het leven hier overleefd. De dood is het kleinere probleem."
Het ontwikkelde, maar ontwortelde gezin Stanišić behoort in Heidelberg tot de onderklasse. Geen van hen spreekt Duits. Maar Saša staat tenminste 'aan de deur van de Duitse taal': die van zijn nieuwe school. Op die deur staat 'ziehen', trekken. Hij probeert de deur open te duwen - heel herkenbaar voor Nederlanders, want zelfs voor ons, buurvolk, gaan deuren in Duitsland veelal 'verkeerd om' open.
Saša Stanišić grossiert in zulke kietelende observaties, die tegelijk schuren. Herkomst gaat ook over schaamte. Als puber verloochent hij zijn afkomst liefst, inclusief zijn ouders in hun armoedige Heidelbergse onderkomen. Voor dat opportunisme schaamt hij zich dan weer. Dat hij zijn vader niet uitnodigt om zijn basketballwedstrijd bij te wonen, doodsbang dat deze hem in het Servo-Kroatisch gaat aanmoedigen, en dat hij dan niet scoort. Eenmaal mag vader toch komen kijken. Saša's sportieve prestatie houdt niet over, maar hij voelt een verademende omslag: 'Voor mijn moedertaal schaamde ik me niet meer.'
Herkomst is zeker niet het zoveelste humorloze epistel in het 'stamdenken', het identiteitsdebat. "Mijn rebellie was de aanpassing", schrijft Stanišić. Hij wilde erbij horen, waarbij dan ook. De vernederingen door Duitsers zijn weliswaar pijnlijk, maar zodra hij de taal beheerst, slaat hij ze daarmee om de oren. Pijnlijker vindt hij de nationale stoerdoenerij van allerlei (ex-)Joegoslavische, Turkse en Poolse kennissen in hun immigrantenwijk. Afkomst is toeval en niet geschikt voor fetisjisme. Hij heeft immers ervaren hoe oplevend nationalisme tot oorlog en vluchtelingenstromen kan leiden.
Nog in 1991 vuurde het jongetje Saša met zijn familie de succesvolle voetbalclub Rode Ster Belgrado aan, schrijft hij, met in het elftal alle etnische en religieuze gezindten. Een jaar later heet Saša's moeder, een onder Tito geschoolde marxistische politicologe, maar niet dogmatisch en niet religieus, opeens vanwege haar 'Arabische' achternaam een 'Bosniak', een moslima. Aangezien zijn vader een Bosnische Serviër is, was er in Višegrad geen toekomst meer voor het echtpaar. De Serviërs rukten er op, via Višegrad naar het nabije Srebrenica.
Saša's ouders moesten Duitsland na de Balkan-oorlogen echter ook weer uit. En omdat er geen terug was naar hun nagenoeg 'moslimvrije' Višegrad, >>
>> zijn zij naar de VS geëmigeerd. Hun zoon mocht blijven, omdat hij een contract op zak had voor zijn eerste boek. Zijn werk is sindsdien in vele talen gedrukt. Met grote dank aan zijn leraar Duits in Heidelberg, die de woordspeelse jongen stimuleerde om nu in het Duits te gaan schrijven, en hem in de schone Duitse dichtkunst inwijdde. Stanišić wordt een troetelimmigrant, eentje die zijn geluk terdege beseft, bij alle ongeluk. Slechts nog éénmaal konden vluchtelingen zo'n geluksgevoel ervaren: in 2015, toen Angela Merkel met haar 'Wir schaffen das' de grenzen weer even openstelde.
Met zijn succesvolle debuutroman uit 2006, Hoe de soldaat de grammofoon repareert, knalde Stanišić met heftige Balkan-beat in woorden het literaire landschap binnen. In dat boek heeft een jongen in Višegrad al zijn fantasie nodig om de plotselinge aanwezigheid van vijandige soldaten uit eigen land te laten rijmen met zijn onschuldige wereldbeeld.
Zijn volgende grote roman uit 2014, Nacht voor het feest, werd zo mogelijk nog meer bejubeld dan zijn debuut. Als buitenstaander - inmiddels Hamburger - beschrijft hij van binnenuit het wel en wee in een Brandenburgs dorp.
De blik van Stanišić is poëtisch, met gevoel voor het mythische en het melancholische. Zijn werk doet denken aan dat van andere Slavische rasvertellers van nu, zoals de Poolse Olga Tokarczuk en de Tsjech Jáchym Topol. 'Een poëet en revolutionair', noemde het maandblad Rolling Stone hem. Ook in Herkomst, het semi-autobiografische relaas van een ontheemde jongen, is Stanišić lekker op dreef. Dit 'semi' vanwege de fantasierijke herinneringen die hij laat doorsijpelen, maar tegelijk confronteert met de werkelijkheid die hij soms liever niet wilde zien.
De Duitsers weten Stanisic' quasi-onbevangen tegengeluid, 'on-Duits' in zijn lichte, meeslepende ironie, te waarderen. Maar hij weet hen ook te shockeren, dwarse eigenheimer als hij is gebleven. Dat bleek wel toen Herkomst vorig jaar de belangrijkste Duitse literaire prijs werd toegekend, de Deutsche Buchpreis. Saša Stanišić benutte zijn dankwoord bij de ontvangst van zijn grote prijs namelijk voor een tirade tegen Peter Handke, de Oostenrijkse auteur die toen net met de Nobelprijs voor de literatuur was geëerd. "Dat heeft de vreugde over mijn eigen prijs een beetje bedorven", sprak hij. Handke had immers, ook in zijn werk, partij gekozen voor de oorlogszuchtige Servische dictator Slobodan Milošević.
"Ik zeg dit", vervolgde Stanišić, "omdat ik het geluk had aan datgene te ontkomen wat Peter Handke in zijn teksten níet beschrijft. Dat ik hier vandaag vóór u kan staan." Hoe ongewoon bij zo'n gelegenheid was zijn dankwoord. "Ik vier hier die andere vijftig procent" (van de Nobelprijs), vervolgde hij. "Ik vier Olga Tukarczuk." Zij had, tegelijk met Handke, de wegens schandalen niet eerder uitgereikte Nobelprijs voor 2018 gekregen. "Ik vier literatuur, die alles mag [...] en daarbij niet cynisch is." <<
Vert. Annemarie Vlaming, Ambo Anthos; 368 blz. € 23,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.