Een jongensleven
Stephen Fry
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Thomas Rap, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : FRY |
Alexandra De Vos
ob/kt/03 o
Stephen Fry: komiek, quizmaster, ontdekkingsreiziger, acteur en schrijver. Voor veel Britten is hij een nationaal monument, altijd entertainend, altijd erudiet en zo alomtegenwoordig als de Queen of een kopje thee. Anderen vinden hem dan weer onuitstaanbaar, pseudo-intellectueel, een omhooggevallen aansteller. En Fry is de eerste om die laatste groep gelijk te geven, getuige zijn zelfkastijding in Een tomeloze tijd.
Het is alweer het derde deel van Frys autobiografie, na een heerlijk verslag van zijn kindertijd in De jongensjaren en van zijn studentenbestaan in Cambridge in De collegejaren. Maar een derde autobiografisch volume - is dat nodig als er volstrekt toereikende ééndelige biografiëen bestaan van Napoleon, Churchill en Mozart?
'Onvergeeflijke hybris', vindt ook de auteur. Toch heeft Fry een goeie reden om zo aan de rol te gaan met alwéér een boek vol verhalen en anekdotes: uit een struikgewas van woorden doemt eindelijk iets als een leven op, chronologisch gerangschikt en behapbaar. 'Ik, een muis, een toetsenbord en verder niets': dat is als mindfulness voor een manisch-depressief man die verder niet in staat is een normaal leven te leiden.
Hoe abnormaal een bestaan à la Fry is, wordt duidelijk na een paar pagina's. Al die jaren tussen pakweg 1985 en het nieuwe millennium waren een waanzinnig jacht van schrijfhok naar BBC-studio naar society-club naar theaterpremière. Wie toen BBC keek, zal zich A bit of Fry and Laurie herinneren, en Blackadder, en Jeeves and Wooster. En tussendoor zat Fry in panels, schreef hij romans en snoof hij lijntjes coke tot zijn neus bloedde.
Want als er één sterspeler is in dit boek, één nooit-aflatende passie, dan is het het witte poeder. Fry snoof niet omdat hij zo in de knoop zat of zich ellendig voelde, maar 'omdat het zo verdomd lékker was'. En dat vond blijkbaar iedereen die toen in Londen creatief liep te zijn. Alleen ging Fry wat verder dan pakweg Hugh Laurie of Kenneth Branagh, mede omdat hij zich als homo en verstokt celibatair en feestjeshater een buitenbeentje voelde.
Maar hij snuift een lijntje et voilà: hij ontpopt zich tot nachtvlinder, society-gastheer en Bekende Brit - zó charmant dat Prins Charles op de thee komt en Diana met hem flirt. Een tomeloze tijd is een over en door elkaar buitelen van leuke en minder leuke zal-ik-eens-wat-vertellens, een who's who van BBC-coryfeeën, afgesloten met dagboekfragmenten die alles nog eens dunnetjes overdoen.
Ja, Fry is onderhoudend en heeft panache, maar hij blijft hier hangen in oppervlakkigheid, studentikoze pret of zelfkastijding. Want uit die vijftien jaar manisch leven kwamen geen diepe inzichten voort, geen grote liefde, niets wat Grote Literatuur oplevert.
'Kostbare uren liederlijk verspild, goed geld weggesnoven, waardevolle hersencellen om zeep geholpen, verfoeilijke nonsens uitgekraamd', treurt Fry. Verfoeilijke nonsens is Een tomeloze tijd niet, een beetje verspilling van talent en een goeie pen wel.
Vertaald door Henny Corver. Thomas Rap, 346 blz., 22,99 €.
Matthijs Van Nieuwkerk
te/ep/26 s
Van alle slechte boeken die ik ooit heb uitgelezen, is Een tomeloze tijd van Stephen Fry het beste. Toen zes jaar geleden dit nu in het Nederlands vertaalde derde deel van zijn memoires verscheen, onder de titel More Fool Me, was ik er als de kippen bij. Doodeenvoudig omdat mijn boekenplanken zeer hebberig zijn als het gaat om alle verhalen die mij ook maar iets (meer) kunnen vertellen over de Gouden As van de Engelse comedy, aka: de grappigste humor ter wereld.
Eenvoudige test. Twee kannibalen eten een clown op, zegt de ene kannibaal tegen de ander: Do you think he tastes funny?
Als je hier niet om moet lachen, haak je nu rustig af.
Ter leringh over vermaeck: die Britse Gouden As begint bij de theatershow Beyond the Fringe, Londen begin jaren zestig, met Peter Cook en Dudley Moore als grote sterren. En loopt dan via de krachtpatsers van Monty Python naar de los-vast-bent uit de jaren tachtig en negentig van Stephen Fry, Hugh Laurie, Rowan Atkinson, Emma Thompson, Griff Rhys Jones en anderen.
Allemaal familie. Allemaal even dol op militairen trouwens. Dat valt mij weer eens op na een vrolijk etmaal youtuben. Er schreeuwde in de afgelopen vier decennia altijd wel ergens een adjudant keihard in het gezicht van een soldaat: 'I didn't see you at the camouflage practice today!' Waarop de soldaat antwoordt: 'Thank you, sir.'
Van deze generaties bijna zonder uitzondering Cambridge-absurdisten, was ik het nieuwsgierigst naar de veelzijdigste van het gilde, Stephen Fry.
Tweedy Stephen, klassieke slimmerik. Toen hij de hoofdrol speelde in de verfilming van De ontdekking van de hemel zat hij op een ochtend koffie te drinken op een Amsterdams terras en antwoordde hij Martin Bril op de vraag hoe het kon dat hij de Nederlandse Volkskrant zat te lezen: 'Well... actually I've been here for already two weeks now.'
De bipolaire, manisch-depressieve, briljante Fry was lang een enigma, maar inmiddels weten we dankzij een, ik denk, door therapieën gestuwde openhartigheid veel meer.
Daar heeft Een tomeloze tijd zeker bij geholpen.
Maar zijn beste boek is het niet. Niet in de laatste plaats omdat al na een hoofdstuk of twee een zeecontainer met cocaïne aanmeert, waarvan de vracht vervolgens keurig over alle pagina's wordt verdeeld.
We waden door kilo's junkieverdriet.
Eigenlijk stomvervelende lectuur.
Daar helpt zelfs het decor van de koninklijke toiletten niet aan. Of de plee van het Lagerhuis. Daar, dan heb je een beetje een idee, lunchte hij met een MP toen hij weer eens snakte naar een opfrisser. Het poeder brandde samen met de kortgeknipte rietjes van de McDonald's (de allerbeste volgens Fry) in zijn binnenzak. Op de Heren bleek er alleen een pisbak te hangen. Goede raad was duur. Met de wanhoop van de ware snuiver veegde Fry met de achterkant van zijn das het aanhangende vocht van de rand en kon het lijntje worden gelegd. Iets door de knieën en hopsakee!
En verder maar weer. Op naar de Groucho Club of een andere tent waar hij een paar pagina's later de wedstrijd wie de langste lijn kan leggen wint met een monster van tweeënhalve meter. De winnaar moest - 'dat was de grap' - vervolgens in één keer alles opsnuiven, waarna wij lezen: 'Ik stofzuigde alles op en toen ik aan het eind kwam, deed ik mijn mond open en kotste liters helderrood braaksel uit.' Dank u.
Dit logboek van zijn verslaving kent een eentonige horreur.
Gelukkig is er een fraaie bijvangst. Om te beginnen zorgt Fry's olympische eruditie ervoor dat veel in deze herinneringen een bed van sprankelende literaire voetnoten krijgt. Dan is er Fry's volstrekte incontinentie als het om namedroppen gaat. Dat maakt Een tomeloze tijd ook een zeer vermakelijke en vileine who's who van famous England, eind vorige eeuw. En vervolgens zit er tussen de slopende bedrijven door een zeer uitnodigende restaurantgids van fancy Londen in het boek verborgen. Want Fry gaat veel uit eten. Maar als je dan misschien ooit bij bijvoorbeeld L'Escargot terechtkomt, zul je waarschijnlijk, net als ik, toch vooral op de wc pas denken: Stephen Fry was here.
Uit het Engels vertaald door Henny Corver. Thomas Rap; 352 pagina's; € 22,99.
S. Koops
Stephen Fry (1957) is een zeer bekende Britse mediapersoonlijkheid, hij is onder andere acteur, komediant, tv-presentator en schrijver. ‘Een tomeloze tijd’ verscheen in 2014 onder de titel ‘More Fool me’ en is vertaald onder de redactie van Henny Corver. Deze autobiografie is het derde deel van de driedelige memoires van Stephen Fry. Hoewel er regelmatig terugverwezen wordt naar gebeurtenissen uit de eerste twee delen ‘Een jongensleven’* (2019) en ‘De collegejaren’** (2020) is deze autobiografie ook goed op zichzelf te lezen. Dit deel van de memoires beslaat de periode waarin Fry verslaafd was aan cocaïne, maar ook de periode waarin hij veel schreef en veel shows neerzette. Een groot deel van het boek bestaat uit oorspronkelijke dagboekfragmenten. Daarnaast wordt de autobiografie hier en daar afgewisseld met historische foto’s (met bijschrift) van Fry's leven. Gedetailleerde informatie over zijn druggebruik, anekdotes over wilde avonden en een theebezoek van de kroonprins. Opnieuw schrijft Fry uitermate scherp en met humor over een zware periode in zijn leven.
Nicole Lucas
te/ep/19 s
Het is maar dat u het weet. "Ik acht mezelf onbekwaam in het leiden van een normaal leven. Misschien is dat de reden voor mijn onvergeeflijke hybris om de mensheid een derde autobiografisch boek aan te doen", schrijft de Britse veelkunner Stephen Fry in 'Hoofdstuk een' van Een tomeloze tijd, na Een jongensleven en De collegejaren het derde boek over zijn leven. Geen nood overigens voor wie de aanloop heeft gemist. Onder de kop 'Waar waren we gebleven?' vat Fry (1957) de eerste pakweg dertig jaar in zo'n veertig pagina's op vermakelijke wijze samen.
Een tomeloze tijd (in 2014 verschenen onder de titel More Fool Me; A memoir) gaat vooral over Fry's leven als celebrity, die onder anderen Charles en Diana op de thee krijgt. Hij maakt naam met tv-series als 'Blackadder' en 'A Bit of Fry and Laurie', schrijft zijn eerste roman. Overdag werkt hij (hard), 's avonds viert hij feest. Dat wil zeggen; nadat hij de cocaïne heeft ontdekt, daarvóór haatte hij feestjes. Vol ironie, maar met een serieuze ondertoon vertelt Fry over deze verslaving ( 'die waanzinnige verkwisting van tijd en geld'), die zo'n vijftien jaar zal duren. De komiek (en schrijver en acteur en tv-presentator) spaart zichzelf daarbij niet.
Is Fry onbeschaamd genoeg voor een vierde deel? Wie weet. Ergens schrijft hij: "Gemene onthullingen bewaar ik voor na mijn dood".
Vert. Henny Corver Thomas Rap; 352 blz. € 22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.