Ik ben, ik ben, ik ben : zeventien keer rakelings langs de dood
Maggie O'Farrell
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nijgh & Van Ditmar, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : OFAR |
Vrouwkje Tuinman
2/ei/30 m
In augustus 1596 werd in de Holy Trinity Church te Stratford-upon-Avon een jongen uitgevaren. 'Hamnet filius William Shakspere', zei een notitie in het kerkregister. Spelling was een fluïde gegeven in die dagen. Van de naam van schrijver Shakespeare (want ja, het is zijn zoon in dat graf) gaan allerlei schrijfwijzen de ronde, en Hamnet en Hamlet waren indertijd volledig uitwisselbaar als voornaam.
Een aantal jaar na de dood van zijn zoon presenteerde Shakespeare Hamlet. In deze tragedie spelen de dood en de relatie tussen ouders en hun kinderen een grote rol.
Toch zijn letterkundigen en historici het er niet over eens in hoeverre het toneelstuk met Shakespeares 'eigen Hamlet' te maken heeft. De Iers-Britse schrijfster Maggie O'Farrell gaat er in haar roman Hamnet van uit van wel, en dat levert een aangrijpend boek op.
Hamnet is de helft van een tweeling, en heeft nog een ouder zusje. Dit totaal van drie kinderen klopt niet met wat hun moeder Agnes had verwacht: zij wist zeker dat ze maar twee kinderen zou krijgen. En de dingen die Agnes zeker weet, kloppen eigenlijk altijd. Haar voorspellingen zijn zo griezelig goed, dat ze ze doorgaans voor zich houdt.
Veel geweld, weinig geld
Agnes is sowieso erg op zichzelf. Ze groeit op als ongewenst bonuskind van haar stiefmoeder en is vooral buiten, in de natuur. In de weer met planten en kruiden en met een roofvogel die ze tam heeft gemaakt. Ze is 'te wild voor een man', wordt in de gemeenschap gezegd.
Maar toch valt er één voor haar: de jonge William Shakespeare. Die komt ook uit een moeilijk gezin. Zijn vader was ooit een belangrijk man, maar sinds de gemeente hem na een 'enigszins onwettig handeltje' uitspuugde, is hij vooral dronkaard. Er is veel geweld, en te weinig geld. Om de schulden van zijn vader deels in natura af te betalen, moet William lessen Latijn geven aan de zoontjes van een van de schuldeisers.
Agnes en William vinden elkaar in de ontsnapping aan een liefdeloos bestaan. Maar dat betekent niet dat hun leven vanaf dat moment makkelijk wordt. Hun jongste dochter, het zusje van Hamnet, is ziekelijk. De echtelieden vullen hun dagen met taken die ver van hun eigen belevingswereld af liggen. Als William naar Londen vertrekt om daar alsnog zijn werkelijke ambities te verwezenlijken, is er die enorme afstand.
Die valt ook de kinderen zwaar. Zelfs zozeer dat een van hen wenst dat in Londen de builenpest zal gaan heersen, zodat vader tenminste naar huis komt. Die pest komt er, en vader uiteindelijk ook, maar de afstand blijft voorgoed.
Nee, Maggie O'Farrell zag het coronavirus niet aankomen tijdens het schrijven van Hamnet, zei ze in een interview in de Engelse krant The Independent. Maar voor de lezer is het heel lastig níét de parallel te trekken tussen de twee ziektes, met hun onzichtbare verspreiding.
Halverwege het boek beschrijft O'Farrell zeer overtuigend hoe de pest helemaal vanuit Alexandrië het landelijke Warwickshire bereikt. Tientallen mensen, het weer, handel van en naar allerlei landen, pech onderweg... Het virus lift mee op een bijna oneindige reeks van toevalligheden die tegelijkertijd onvermijdelijkheden zijn.
Een serie van ongerichte gebeurtenissen met voor degenen die het overkomt diep persoonlijke gevolgen.
Mest en muffe kleren
'De tijd loopt maar één kant op', zegt Agnes ergens. Het is voor wie historische fictie schrijft niet altijd makkelijk om de gebeurtenissen en personages invoelbaar te maken voor de lezer van nu.
Maggie O'Farrell slaagt daarin. Haar hoofdpersonen praten en denken op een tijdloze manier. Het decor van de zestiende eeuw blaast de Iers-Britse auteur leven in door alle zintuigen van de vertellers in te zetten. Het dagelijks leven ruikt naar mest, muffe kleren en gekookte kool, maar ook naar rozemarijn en ingemaakt fruit.
Er is altijd geluid van anderen, die te dichtbij wonen en je nooit eens je gang laten gaan. O'Farrell laat de lezer voelen aan stoffen en verse schaafwonden, laat hem kruiden in een vijzel stampen.
Bij Agnes krijgt dat zintuiglijke een extra lading, omdat zij zoveel voeling heeft met de natuur. Het gedrag van de dieren, het opkomen van de planten, ze observeert het en baseert er haar beslissingen op.
En dan is er nog haar gave, waarmee het al net zo is als met alles in het leven: achter alles wat je denkt te weten, gaat nog een andere waarheid schuil.
Zo is er in het echt weinig bekend over Shakespeares vrouw, die Anne - of Agnes - Hathaway heette. Door de jaren heen ging men er vaak van uit - wellicht omdat Agnes een stuk ouder was dan William, en hij bijna altijd weg was met zijn theatergezelschap - dat het geen gelukkig huwelijk was.
O'Farrell presenteert een andere, minstens zo geloofwaardige mogelijkheid.
Hamnet, Nijgh & Van Ditmar, 398 p., 21,99 euro. Vertaald door Lidwien Biekmann.
Kathy Mathys
i /ul/25 j
Twee draden spint Maggie O'Farrell door haar roman Hamnet: de ene laat het begin van het leven zien, de andere het einde. Centraal staan Judith en Hamnet, de tweeling van William Shakespeare en diens vrouw Agnes. Hamnet is een roman over de liefde die verbindt, maar ook over de bruuske manier waarop een geliefde kan 'worden weggeblazen als distelpluis'.
Het is Hamnet die zich als eerste laat zien. Het lijkt wel alsof hij het podium van een theater betreedt, zo stil is het in huis. Hij is op zoek naar hulp voor zijn zieke zusje, maar vindt niemand. O'Farrell beschrijft de geuren en geluiden in huis, de textuur van een dierenhuid die aan een rek hangt en zachtjes heen en weer zwaait 'als een vogel of een spook'. Met die laatste vergelijking zinspeelt de schrijfster op wat er staat te gebeuren. De dood zal zijn opwachting maken in de kamers, een kind zal sterven en een gebroken vader inspireren tot het schrijven van een stuk over dood en geesten, Hamlet.
De tweede verhaallijn gaat terug in de tijd, naar het begin van Shakespeares relatie met Agnes en de eerste jaren van hun huwelijk waarin drie kinderen worden geboren. O'Farrell laat haar licht vooral schijnen op Agnes, een vrouw die alles weet over kruidengeneeskunde, die de melk zuur kan laten worden door haar vinger erin te dopen. Althans, dat laatste wordt over haar verteld. De inwoners van Stratford-upon-Avon vinden het vreemd dat William, leraar Latijn, trouwt met deze oudere, excentrieke vrouw.
Leraar Latijn
O'Farrell presenteert het begin van de romance als een sprookje, wat versterkt wordt door de verwijzingen naar Agnes' speciale gaven. IJzersterk zijn de scènes over de bevallingen en het moederschap, over de nog kloppende navelstreng 'als een uitgerekt, gestreept hart'.
O'Farrell gebruikt een alwetende verteller. Dat zit de intimiteit niet in de weg. In een roman als De hand die de mijne vasthield pakte de Schotse schrijfster al uit met rake observaties over het moederschap, maar hier doet ze dat nog beter.
Shakespeare treedt naar voor als leraar Latijn, die zijn baan oervervelend vindt. Hij is nog geen beroemdheid. In een van de mooiste fragmenten toont de schrijfster hem samen met zijn zus Eliza. Het is een van de vele sterke passages over innige banden tussen broers en zussen.
Deze roman vloeit als vanzelf voort uit Ik ben ik ben ik ben, O'Farrells memoir over sterfelijkheid en de vele keren dat ze bijna doodging. Ook dat is een boek over krachtige en tere lichamen, over hoe het is om je vast te klampen aan het leven. Hartverscheurend is de beschrijving van de manier waarop elk personage rouwt om het gestorven kind. O'Farrell schreef een grootse roman die een prijs verdient.
Vertaald door Lidwien Biekmann, Nijgh & Van Ditmar, 398 blz., 23,50 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Hamnet'.
Naar gegevens van Elsje Heuff
Roman geïnspireerd op het korte leven van Shakespeare’s zoon Hamnet (of Hamlet) die in 1596 op 11-jarige leeftijd stierf, waarschijnlijk aan de pest. De auteur laat Hamnets tragische dood in deze roman een paar jaar later tot Shakespeare’s beroemde toneelstuk 'Hamlet' leiden. Het verhaal begint met Hamnet die zijn tweelingzus Judith thuis ziek op bed aantreft en op zoek gaat naar hulp. Zijn moeder is in haar verafgelegen kruidentuin, zijn vader in Londen. Niemand weet nog hoe tragisch dit alles verlopen zal. En hoewel deze verhaallijn rond Hamnet de spil is van het verhaal, is de verhaallijn rond Agnes (of Anne), Shakespeare’s vrouw – hier een krachtige, intelligente persoonlijkheid, door de auteur erg mooi geportretteerd - haar huwelijk met Shakespeare en hun liefde voor hun kinderen eigenlijk belangrijker. Goede, poëtisch geschreven en mooi uitgewerkte sfeervolle historische roman die een interessante visie geeft op Shakespeare’s vrouw, huwelijk en zijn toneelstuk 'Hamlet'. Kreeg veel aandacht en goede recensies in de Engelstalige pers. Wordt verfilmd. Winnaar Women's Prize for Fiction 2020. Winnaar British Book Awards Fiction 2021.
Vrouwkje Tuinman
2/ei/09 m
In augustus 1596 werd in de Holy Trinity Church te Stratford-upon-Avon een jongen uitgevaren. 'Hamnet filius William Shakspere,' zei een notitie in het kerkregister. Spelling was een fluïde gegeven in die dagen. Van de naam van schrijver Shakespeare (want ja, het is zijn zoon in dat graf) gaan allerlei schrijfwijzen de ronde, en Hamnet en Hamlet waren indertijd volledig uitwisselbaar als voornaam.
Een aantal jaar na de dood van zijn zoon presenteerde Shakespeare 'Hamlet'. In deze tragedie spelen de dood en de relatie tussen ouders en hun kinderen een grote rol. Toch zijn letterkundigen en historici het er niet over eens in hoeverre het toneelstuk met Shakespeare's 'eigen Hamlet' te maken heeft. De Iers-Britse schrijfster Maggie O'Farrell gaat er in haar roman Hamnet van uit van wel, en dat levert een aangrijpende roman op.
Hamnet is er een van een tweeling, en heeft nog een ouder zusje. Dit totaal van drie kinderen klopt niet met wat hun moeder Agnes had verwacht: zij wist zeker dat ze er maar twee zou krijgen. En de dingen die Agnes zeker weten, kloppen eigenlijk altijd. Haar voorspellingen zijn zo griezelig goed, dat ze ze doorgaans voor zich houdt.
Agnes is sowieso erg op zichzelf. Ze groeit op als ongewenst bonuskind van haar stiefmoeder en is vooral buiten, in de natuur. In de weer met planten en kruiden en met een roofvogel die ze tam heeft gemaakt. Ze is 'te wild voor een man', wordt in de gemeenschap gezegd. Maar toch valt er één voor haar: de jonge William Shakespeare. Die komt ook uit een moeilijk gezin. Zijn vader was ooit een belangrijk man, maar sinds de gemeente hem na een 'enigszins onwettig handeltje' uitspuugde, is hij vooral dronkaard. Er is veel geweld, en te weinig geld. Om de schulden van zijn vader deels in natura af te betalen, moet William lessen Latijn geven aan de zoontjes van een van de eisers.
Agnes en William vinden in elkaar de ontsnapping aan een liefdeloos bestaan. Maar dat betekent niet dat hun leven vanaf dat moment makkelijk wordt. Hun jongste dochter, het zusje van Hamnet, is ziekelijk. De echtelieden vullen hun dagen met taken die ver van hun eigen belevingswereld af liggen. Als William naar Londen vertrekt om daar alsnog zijn werkelijke ambities te verwezenlijken, is er die enorme afstand.
Die valt ook de kinderen zwaar. Zelfs zozeer dat een van hen wenst dat in Londen de builenpest zal gaan heersen, zodat vader tenminste naar huis komt. Die pest komt er, en vader uiteindelijk ook, maar de afstand blijft voorgoed.
Nee, O'Farrell zag het coronavirus niet aankomen tijdens het schrijfproces van 'Hamnet', zei ze in een interview in The Independent. Maar voor de lezer is het heel lastig níet de parallel te trekken tussen de twee ziektes, met hun onzichtbare verspreiding. Halverwege het boek beschrijft O'Farrell zeer overtuigend hoe de pest helemaal vanuit Alexandrië het landelijke Warwickshire bereikt. Tientallen mensen, het weer, handel van en naar allerlei landen, pech onderweg, het virus lift mee op een bijna oneindige reeks van toevalligheden die tegelijkertijd onvermijdelijkheden zijn. Een serie van ongerichte gebeurtenissen met een voor degenen die het overkomt diep persoonlijke gevolgen.
"De tijd loopt maar één kant op", zegt Agnes ergens. Het is voor wie historische fictie schrijft niet altijd makkelijk om de gebeurtenissen en personages invoelbaar te maken voor de lezer van nu. Maggie O'Farrell slaagt daarin. Haar hoofdpersonen praten en denken op een tijdloze manier. Het decor van de zestiende eeuw blaast ze leven in door alle zintuigen van de vertellers en in te zetten. Het dagelijks leven ruikt naar mest, muffe kleren en gekookte kool, maar ook naar rozemarijn en ingemaakt fruit. Er is altijd geluid van anderen, die te dichtbij wonen en je nooit eens je gang laten gaan. O'Farrell laat de lezer voelen aan stoffen en verse schaafwonden, kruiden in een vijzel stampen. Bij Agnes krijgt dat zintuiglijke een extra lading, omdat zij zoveel voeling heeft met de natuur. Het gedrag van de dieren, het opkomen van de planten, ze observeert het en baseert er haar beslissingen op.
En dan is er nog haar gave, waarmee het al net zo is als met alles in het leven: achter alles wat je denkt te weten, gaat nog een andere waarheid schuil. Zo is er in het echt weinig bekend over Shakespeare's vrouw. Door de jaren heen ging men er, wellicht omdat Agnes een stuk ouder was dan William, en hij bijna altijd weg was met zijn theatergezelschap, vaak van uit dat het geen gelukkig huwelijk was. O'Farrell presenteert een andere, minstens zo geloofwaardige mogelijkheid.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.