De vreemdelinge
Claudia Durastanti
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DURA |
Marnix Verplancke
rt/aa/28 m
'De autobiografie is het stiefkind van de literaire genres', schrijft Claudia Durastanti in De vreemdelinge, 'omdat die de drempel verlaagt. Ze is in handen van vluchtelingen, vrouwen, gehandicapten, overlevenden van de Holocaust, overlevenden van wat dan ook.'
Ze heeft het dan over het autobiografische schrijven van haar dove moeder, maar het geldt net zo goed voor haar eigen boek, natuurlijk. De vreemdelinge brengt een bijzonder eigenzinnige cocktail van autobiografie, essayistiek en fictie, en is meteen ook een ode aan de hybriditeit van de mens. Want zijn we niet allemaal een beetje een cocktail van autobiografie, essayistiek en fictie?
Toen Durastanti haar moeder vroeg hoe zij haar vader ontmoet had, deed deze het verhaal over een avond op een brug in de Romeinse wijk Trastevere. Ze zag een man over de afrastering klimmen, greep hem bij de schouder en redde zijn leven. Toen Durastanti daarop haar vader vroeg hoe hij haar moeder had leren kennen, vertelde hij een heel ander verhaal. Op een dag zag hij hoe in het station Trastevere een jonge vrouw lastiggevallen werd door een groepje jongeren. Hij bemoeide zich ermee, wist de jongeren te verjagen en redde zo haar leven. Twee verhalen dus, maar wel met overeenkomsten, want de clou was in beide dat het liefde op het eerste gezicht was, en dat die liefde gesterkt werd doordat ze beiden doof waren.
Gek, die twee verhalen, bedenkt Durastanti, aangezien haar ouders moeite hadden met fictie. Wanneer ze samen met haar moeder tv keek, stelde die keer op keer dezelfde vraag: 'Is dat echt gebeurd?' En wanneer ze hoorde dat dit niet zo was, verloor ze steevast haar aandacht.
Voor Durastanti's vader, een echte filmliefhebber, ging dat zelfs nog een stuk verder. Na het zien van Taxi Driver ging hij recht naar de badkamer en riep hij 'Are you talking to me' naar de spiegel. The Evil Dead was voor hem niet meer of minder dan een documentaire.
kortstondige idylle
Het had ongetwijfeld met hun doofheid te maken, schrijft Durastanti, maar als lezer vermoed je dat er meer aan de hand was, en dat ze moeite hadden met fictie omdat ze zelf een fictioneel leven wilden leiden, een leven vol grootsheid en fantasie. Niet alleen waren ze allebei problematische gokkers, niet lang voor de geboorte van Durastanti zegden ze allebei hun veilige en royaal betaalde baan in Rome op om naar New York te verhuizen en er als kunstenaars aan de kost te komen.
Lang duurde de idylle echter niet. Zes jaar later keerde moeder met haar twee kinderen terug en ging ze in haar geboortestreek Basilicata wonen, het enkelgewricht in de voet van Italië. Voor de kleine Claudia was het een hele verandering. 'Ik kwam van het asfalt', schrijft ze metaforisch, 'en in dat dorp waren alleen maar stenen.'
Maar voor moeder ging het leven gewoon door. Ook daar droomde ze over een bestaan als kunstenares, dronk ze te veel en leefde ze als een pauper, iets wat Durastanti pas ging beseffen toen ze midden jaren 2000 in Rome ging studeren. 'Je eet als een armoezaaier', merkte haar eerste werkgever op, en dus probeerde hij haar samen met zijn vrouw op te voeden tot een gehoorzaam huisdier. Niet lang daarna nam ze ontslag. 'Mijn rusteloosheid en wispelturigheid heb ik van mijn moeder', schrijft Durastanti, die inmiddels al negen jaar in Londen woont en zich daar hoe langer hoe minder thuis voelt. Ze is er een vreemdelinge, beseft ze.
Kei
De vreemdelinge is een bijzonder boek en Durastanti is een bijzondere schrijfster. Niet alleen is ze een kei in het doorgronden van de psyche van haar personages en weet ze die in een breed cultureel kader te plaatsen, ze is ook een secuur observator van de natuur, zowel die van de Basilicata als die van de Brooklynse Dead Horse Bay, een strand vol afval waar New Yorkse jutters op zoek gaan naar oud glaswerk. Misschien is Durastanti ook zelf wel zo'n strandjutter, ga je tijdens het lezen beseffen, iemand die tussen de brokken van het verleden op zoek gaat naar de kostbaarheden die haar maken tot wie ze is.
En met wat ze vindt is ze ondanks alles toch blij, zoals mag blijken uit hetgeen ze met een knipoog naar hun doofheid over haar ouders schrijft: 'We hebben elkaar heel veel pijn gedaan, maar we deden ons best om elkaar te begrijpen.'
De Bezige Bij, 285 p., 21,99 euro. Vertaald door Manon Smits.
Marijke Arijs
i /un/20 j
'Vreemdeling is een prachtig woord als niemand je dwingt het te zijn', schrijft Claudia Durastanti in De vreemdelinge, 'de rest van de tijd is het alleen maar het synoniem van een verminking, en een pistoolschot dat we op onszelf hebben afgevuurd.' De schrijfster kan ervan meespreken. Ze werd geboren in New York, groeide op in een Zuid-Italiaans boerengat en woont tegenwoordig in Londen, maar voelt zich overal een buitenstaander. Dat is voor haar veeleer een voordeel dan een handicap. Een schrijver is sowieso iemand die aan de zijlijn staat en de boel van een afstandje observeert. Vorig jaar haalde Durastanti de shortlist van de Premio Strega met De vreemdelinge, een verrukkelijk ondefinieerbaar boek met een forse autobiografische inslag. Als de werkelijkheid de fictie overtreft, hoef je namelijk geen beroep te doen op je verbeelding. Je kunt gewoon opschrijven wat je hebt meegemaakt.
Het valt niet mee om een horend kind van dove ouders te zijn en al helemaal niet als die ouders het vertikken om zich bij hun handicap neer te leggen. Geen erger dove dan die niet horen wil. Het disfunctionele stel leefde van de bijstand, hing de kunstenaar uit en bedacht zichzelf met een groots en meeslepend leven. De vader van de schrijfster was een gokverslaafde dandy, haar moeder leefde een tijdlang op straat in Rome, tussen zwervers, weglopers en marginalen. De twee waren begiftigd met een levendige verbeelding. Zo hadden ze allebei een andere versie van het verhaal van hun ontmoeting. Zij beweerde dat ze hem had gered toen hij van een brug over de Tiber wilde springen. Hij beweerde dat hij haar had gered toen ze werd lastiggevallen bij station Trastevere. In huize Durastanti waren fictie en werkelijkheid tot een onontwarbaar kluwen verweven. Verder hadden ze weinig met elkaar gemeen, op een fenomenaal talent om zich in nesten te werken na. Dus sleepte haar moeder haar kroost in 1990 mee naar een dorpje in Basilicata met meer schapen dan inwoners. Haar dochter ontdekte pas dat ze gescheiden was toen de pastoors weigerden haar de hostie te geven.
Gebarentaal
Iedere zomervakantie keerde Claudia terug naar Brooklyn. Geen museum voor immigranten deed haar zo aan haar familie denken als de stranden van Dead Horse Bay en Glass Bottle Beach, bezaaid met kapotte flessen en afval. Langzaam veranderde Amerika van iets waarover ze tegen haar klasgenoten kon opscheppen in iets waarvoor ze zich moest schamen. Op haar zevenentwintigste verkaste ze naar Londen, waar ze zich al evenmin thuis voelde. Eeuwig en altijd een vreemdelinge. Wat zou er zijn gebeurd, vraagt Durastanti zich af, als haar moeder niet met haar naar Italië was teruggekeerd? 'Emigreren betekent samenleven met al die “alsen” van jezelf, en hopen dat ze geen van allen de overhand zullen krijgen.'
Het hoeft geen betoog dat de communicatie thuis enigszins te wensen overliet. Haar ouders hadden een bloedhekel aan gebarentaal en haar familie sprak alleen gebroken Engels. Bovendien leed de hele bende aan ontkenningsgedrag. Haar moeder praatte steevast met afwijkende accenten, omdat ze liever doorging voor een immigrante die de taal niet goed sprak dan voor een gehandicapte, en haar ooms gaven haar ieder jaar een walkman cadeau. Geen wonder dat haar dochter er een obsessie met taal aan overgehouden heeft. Zo'n opvoeding laat sporen na en die kun je nog het beste van je afschrijven in een boek.
Tegenwoordig draait Durastanti's hele leven om ironie en metaforen, terwijl haar ouders juist de grootste moeite hadden met het concept fictie. Haar vader zag elke film als een documentaire, haar moeder dacht dat alle romans waargebeurd waren. Wat dat betreft was ze eigenlijk een voorloper en een visionair, constateert hun dochter. Sinds de komst van het internet kan niemand nog onderscheid maken tussen echt en fake. Alles is relatief, zelfs de waarheid.
De vreemdelinge is een ultieme poging om de oorverdovende stilte van haar ouders te doorbreken en tot hun woordeloze waarheid door te dringen. De schrijfster zet de autobiografie, het stiefkind van de literaire genres, meesterlijk naar haar hand en verkent alle hoeken en kanten van haar jonge leven in Basilicata, Brooklyn en Londen. Met dit boek, even springerig en onvoorspelbaar als het leven zelf, heeft ze zich met veel aplomb op de internationale literaire kaart gezet.
Vertaald door Manon Smits, De Bezige Bij, 285 blz., 21,99 €. Oorspronkelijke titel: 'La straniera'.
Arjan Peters
il/pr/18 a
Vader was timmerman en manisch, reed auto's in puin, stal en botste op straat tegen mensen op zonder om te kijken of sorry te zeggen. Moeder was schilder en zwierf vaak op straat, bleef dan slapen tussen de vagebonden, nam alles voor waar aan en werkte nooit.
Daarmee is al veel gezegd over de ouders van Claudia Durastanti (Brooklyn, 1984), en dat verklaart voor een deel dat haar autobiografische De vreemdelinge onmiddellijk de aandacht trekt. De belangrijkste overeenkomst tussen de ouders, die in de jaren zeventig in Rome trouwden en in 1990 zouden scheiden, waarna de moeder met haar zoon en dochter naar een dorpje in Basilicata in Italië zou verhuizen, is dan nog niet eens genoemd: ze zijn allebei doof.
Claudia Durastanti doorbreekt de stilte, kun je hier met recht zeggen, die haar in die ongewone jeugd zo vertrouwd is geweest. Toen ze nog een gezin waren in New York, in de jaren tachtig, moest vader vaak hoge gebouwen op, en kreeg dan van de opzichter een afgemeten dosis cocaïne toegediend: goed tegen de hoogtevrees. 'Overdag bouwde mijn vader flats, 's nachts sloopte hij huwelijken.'
In de jaren daarna, als ze in Italië woont, merkt Claudia dat haar moeder niet tegen fictie kan: 'Als we samen tv-kijken komt altijd het moment dat ze vraagt: 'Is dit wel echt?', ook al zitten we naar een horrorfilm te kijken, en dan moet ik tegen haar liegen, want als ik zeg dat het allemaal verzonnen is, verliest ze haar belangstelling en dan kunnen we niks meer samen doen.'
De gretigheid waarmee de dochter zich op studeren en schrijven heeft gestort, die ook is af te lezen aan de stijl die toeleeft naar de uitbundige volzin, wijst erop dat dat een vorm van ontbotten is geweest. In haar lagereschooljaren voelde Claudia zich onbegrepen, als meisje dat uit New York kwam en met die aparte moeder in een Italiaans dorpje woonde. Dat draaide uit op veel spijbelen en dagenlang van alles lezen, biecht ze op. Daar moet de ontdekking van de literatuur zijn gedaan, een vluchthaven, en bovendien fictie, die haar meenam naar oorden waarvan ze het bestaan anders nooit had vermoed.
Het vreemdeling-zijn, als kind van een stel uit de buitencategorie, en opgegroeid in Amerika en Italië en de laatste jaren woonachtig in Londen waar ze, opnieuw als een buitenstaander, naar de onbegrijpelijke Brexit kijkt, heeft haar geschikt gemaakt voor het schrijverschap. Een goed verhaal wordt nog beter als je het goed vertelt, moet ze hebben geleerd van de schrijvers die ze in haar jeugd verslond. Verhalen over een schilderachtige familie moet je schilderachtig vertellen, zal ze als lezer hebben ontdekt. Wanneer ze achteloos het woord 'familielexicon' laat vallen, moet dat een bescheiden ode zijn aan de grote Natalia Ginzburg, in wier Familielexicon (1963) ook de ouders en de taal het middelpunt vormen.
In de schets van haar eerste levensjaren in Brooklyn, tussen Italo-Amerikaanse ooms en tantes met hun bontjassen en louche gedrag, buigt Durastanti de mislukking die over de hele familie hangt door haar fabuleuze manier van vertellen om in materiaal waarvan Martin Scorsese in een handomdraai een topfilm zou kunnen maken.
Die omkering typeert haar. De opsomming van de eigenaardigheden van haar ouders, opgeteld bij de armoede van haar jeugd, leidt in De vreemdelinge niet tot wrok of de lust om af te rekenen, emoties die beide voorstelbaar waren geweest. Durastanti maakt personages van haar ouders, waardoor ze alsnog enigermate hanteerbaar zijn geworden. Haar wispelturige vader ziet ze vooral als een clowneske figuur, en daardoor verkrijgt hij iets aandoenlijks. Voor haar moeder voelt ze diepe genegenheid. Die komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de passage over Patti Smith en Bob Dylan. Moeder bezat boeken over muziek, met hun songteksten en gedichten. 'Ik vroeg me evenmin af als zij hoe die nummers klonken als ik die boeken van haar leende; het ging ons allebei alleen om het verhaal. Voordat iemand me meenam naar een platenwinkel, wist ik niet eens dat Patti Smith en Bob Dylan ook konden zingen. Ik had die muzikanten precies zo ervaren als mijn moeder: in stilte (...). En hun stemmen waren geen ontgoocheling toen ik ze voor het eerst hoorde, niet echt, maar ik raakte wel iets kwijt bij die transactie: een nabijheid met mijn moeder.'
Ze maakt een hoofdschuddende opmerking over de wereld waarin wij nu leven, vol complottheorieën en mensen die alles letterlijk nemen, maar dat is een opmaat tot deze conclusie: 'De hele wereld is mijn moeder geworden.' Een grootse tournure. Het eeuwige tekort dat een gehandicapte altijd zal voelen, is het niet uit zichzelf dan wel doordat de omgeving daar onophoudelijk op wijst, wordt omgebogen in een voorsprong. Sterker dan de ironie, een stijlfiguur die de auteur zichzelf eigen heeft moeten maken, klinkt in die formulering de liefde door, van een dochter voor een moeder. Verbonden door de stilte, en door het verhaal.
****
Uit het Italiaans vertaald door Manon Smits. De Bezige Bij; 285 pagina's; € 21,99.
Roderik Six
il/pr/15 a
Een verslag van een leven in spreidstand: zo kun je Claudia Durastanti’s De vreemdelinge , een bijzondere mengeling van autobiografie, essay en fictie, samenvatten. Durastanti heeft de dubbele Amerikaans-Italiaanse nationaliteit en pendelde in haar jeugd tussen Brooklyn en een Zuid-Italiaans dorpje. Ze woont in het land van de horenden, terwijl haar ouders doof zijn. Zij wil iets van het leven maken en ontsnappen aan de armoede, haar ouders vinden het prima om te lummelen, schulden te maken en hun weinige inkomsten te vergokken.
Als ze zich eenmaal heeft opgewerkt en een schrijversbestaan almaar dichter komt, beseft ze dat je je niet zomaar kunt loswrikken van je verleden. Zelfs al beschik je plots over een aanvaardbaar inkomen, de armoede blijft in je sudderen. Voor wie in zijn kinderjaren overleefde op voedselbonnen, zijn tafelmanieren in een chic restaurant niet vanzelfsprekend. Wanneer Durastanti een zalm naar binnen schrokt, merkt haar hoofdredacteur op dat ze eet als een armoezaaier. ‘Anorexie was in jouw tienerjaren waarschijnlijk niet aan de orde’, voegt hij er cynisch aan toe.
Buitenstaanders zijn misschien gedoemd tot eenzaamheid maar ze beschikken wel over een scherpe blik: van een afstandje kun je alles beter analyseren dan midden in het gewoel. Het is geen toeval dat Durastanti antropologie gaat studeren. Op die manier kan ze haar bizarre familiegeschiedenis onder de microscoop leggen en nadien de data interpreteren in bondige essays. De vreemdelinge vergt daarom ook een inspanning: aanvankelijk begrijp je niet waarom Durastanti zo droog haar stamboom beschrijft. Wat moet je met al die rare histories over achterneven en dolgedraaide tantes? Waarom presenteert ze twee tegenstrijdige verhalen over hoe haar ouders elkaar hebben ontmoet? Vanwaar de kilheid als ze het over haar bedelende moeder heeft?
Het tweede, essayistische deel is een openbaring. Pagina na pagina graaft Durastanti de diepere gezinslagen af, waarbij ze zichzelf niet spaart en sporadisch donkere humor bovenhaalt. Zo doet haar oom haar moeder elk jaar een walkman cadeau, niet het meest praktische geschenk voor een dove maar hoe wrang grappig ook, Durastanti ziet het als een gebaar van liefde – haar oom hoopt dat zijn zus op een dag zal genezen.
Ook laat ze zien hoe eentonig een doof bestaan kan zijn. Zo hebben haar ouders moeite met ironie omdat ze de subtiele klankkleur van een dubbele bodem niet kunnen oppikken. Haar vader begrijpt overigens het concept fictie niet. Voor hem is Scarface een documentaire en The Exorcist een religieuze reportage.
Durastanti biedt een inkijk in een stille wereld, en de vele knappe vondsten in De vreemdelinge doen je vaak verwonderd opkijken van het blad.
****
De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: La straniera), 288 blz., €21,99.
Naar gegevens van M.M.C. Diemont
Dit vierde boek van de auteur (1984) bestaat uit persoonlijke memoires. Deze zijn op bijzondere wijze samengebracht in een sterk autobiografische roman die soms lijkt op een dagboek. Claudia is van Italiaans-Amerikaanse afkomst en groeit op in New York. Haar ouders zijn doof en als jong meisje ziet Claudia hun moeilijkheden al. Op haar zesde verhuist ze met haar moeder naar Zuid-Italië, maar de zomervakanties brengt ze door bij haar vader in Amerika. Zo staat haar leven van jongs af aan in het teken van migratie en integratie. Ze voelt zich zowel overal thuis als een voortdurende buitenstaander. Het verhaal – en leven van de auteur – is een zoektocht naar identiteit. Haar pogingen om orde in de chaos van het leven te scheppen zijn voor velen herkenbaar. Het verhaal – dat lijkt op ‘Familielexicon’ van Natalia Ginzburg - is in Italië lovend ontvangen en in 2019 genomineerd voor verschillende prijzen, waaronder de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs, de Premio Strega. Manon Smits ontving voor de vertaling de ‘Premi per le traduzione dedicati alla diffusione della lingua italiana all’estero’.
Ronald De Rooy
2/ei/09 m
Op 35-jarige leeftijd schreef Claudia Durastanti (1984) 'De vreemdelinge', een boek over haar eigen leven dat het maar liefst tot de shortlist bracht van de prestigieuze Premio Strega. De flaptekst spreekt over 'een unieke combinatie van autobiografie, reisverhaal, lyrische essayistiek en fictie', maar feitelijk overheerst het autobiografische element. Hoe komt iemand er toe om zo jong al een boek over haar eigen levensherinneringen te schrijven?
Een mogelijke verklaring is dat veel van Durastanti's herinneringen urgent, maar ook rauw en onverwerkt aanvoelen. Veelbetekenend zijn Emily Dickinsons woorden boven het eerste deel van het boek: 'Na grote pijn een vormelijk gevoel'. Al lezend krijg je de indruk dat de schrijfster zelf ook op zoek was naar zo'n 'vormelijk gevoel' om haar eigen leven vanaf een noodzakelijke afstand te kunnen beschouwen.
Zeer bepalend is de rol van haar onalledaagse ouders. In de eerste bladzijden memoreert ze meteen dat moeder en vader allebei en met evenveel overtuiging vertelden hoe hun relatie begon met de geslaagde redding van het leven van de ander. Hij stond op het punt om van een Romeinse brug in de Tiber te springen toen zij hem redde; zij werd door een stel criminelen op straat in in elkaar getrapt toen hij haar redde. Onmiddellijk staat het begrip waarheid onder spanning en wordt de blik op het verleden oncontroleerbaar vervormd.
De ouders zijn excentriek, straatarm, en onbeschoft. Bovendien zijn beiden doof. Durastanti beschrijft hoe zij hiermee omgaan. Als gelijkgestemden treden zij hun handicap 'niet moedig en waardig tegemoet', maar eerder 'onbezonnen'. Gebarentaal gebruiken ze alleen onderling. Sinds haar kinderjaren gebruikte moeder haar harde, vreemde stem en een taal vol verkeerde accenten. Liever dan als dove werd ze gezien als 'een immigrante die de taal niet goed kende, een vreemdelinge'.
Naast beschouwingen over de doofheid van haar ouders worden we overspoeld door ongelofelijke scènes uit een sociaal gemarginaliseerd en disfunctioneel gezinsleven. Zo lijdt haar moeder aan borderlinestoornis en zijn het persoonlijkheid en het gedrag van haar vader minstens zo bizar en onvoorspelbaar. Wanneer zijn dochter in de vijfde klas van de lagere school zit, ontvoert hij haar zelfs en neemt haar mee op een lange reis door half Italië.
Van haar moeder erfde Durastanti de 'obsessies en wispelturigheid'. En ja, grilligheid, ongestructureerdheid en een buitengewoon wazige chronologie zijn zeker de hoofdbestanddelen van haar stijl. Moeders obsessie met tarotkaarten en horoscopen schemert door in de deeltitels 'Familie', 'Reizen', 'Gezondheid', 'Werk & Geld' en 'Liefde', die alle rechtstreeks uit een Wat- zeggen-de-sterrenrubriek lijken te komen.
Naast 'Familie' krijgt het thema 'Reizen' veruit de meeste aandacht. Durastanti werd geboren in Brooklyn, maar verhuisde na de scheiding van haar ouders als zesjarige naar een piepklein dorpje in de Zuid-Italiaanse regio Basilicata. New York werd de bestemming voor zomervakanties. In 2011 emigreerde ze naar London. Het interessantst in dit deel zijn de vele onorthodoxe bespiegelingen over ons tijdperk van migratie. Nooit laat Durastanti zich verleiden tot stereotiepe beelden uit de bekende Amerikaans-Italiaanse migratiesaga's en cultureel-antropologische literatuur over Zuid-Italië. Alles wordt gefilterd door haar unieke perspectief. De migratie waarvan Durastanti zich deel voelt, is niet te benoemen: "Wat er niet op ons graf geschreven staat, is de afstand van thuis." En terwijl haar moeder nog liever als vreemdelinge dan als dove werd gezien, krijgt haar dochter deze keuze niet: "Vreemdeling is een prachtig woord als niemand je dwingt het te zijn; de rest van de tijd is het alleen maar het synoniem van een verminking, en een pistoolschot dat we op onszelf hebben afgevuurd."
Verwacht van 'De vreemdelinge' geen toegankelijk voorspelbaar bildungsverhaal, geen geromantiseerd migratie-epos. Wel een boek dat je maar moeilijk zult loslaten en waarin je al herlezend opnieuw zult blijven hangen op intrigerende zinnen, beelden en gedachten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.