Hoogteverschillen
Julian Barnes
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Atlas Contact, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BARN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BARN |
Annelies Beck
em/ec/06 d
Julian Barnes is francofiel - de relatie tussen Engeland en Frankrijk inspireert hem al van bij het begin van zijn schrijverscarrière. De blik van de ene kant van het Kanaal op de andere en omgekeerd schraagt onder meer Flauberts papegaai, Metroland en Over het Kanaal. Ook in zijn nieuwe boek De man in de rode mantel wordt eind negentiende eeuw veelvuldig over en weer gereisd tussen Frankrijk en Engeland in het spoor van drie gecultiveerde vrienden die een fascinatie delen voor schoonheid en shoppen.
De man in de rode mantel is Samuel Jean Pozzi, een Franse arts van Italiaanse afkomst, door de Amerikaanse schilder John Singer Sargent prachtig geportretteerd in zijn rode kamerjas. Barnes raakt gefascineerd door het schilderij en wil weten wie Pozzi is.
Wie een klassieke biografie verwacht, komt bedrogen uit. De figuur van Pozzi blijkt bijzonder veelzijdig en Barnes' queeste leidt naar het hart van de belle époque, 'de verre, decadente, hectische, gewelddadige, narcistische en neurotische' periode aan het einde van de negentiende eeuw. Het is een koortsachtige tijd, gekenmerkt door 'hysterische nationale angst, vol politieke instabiliteit, crises en schandalen.' Barnes weet als het ware letterlijk niet waar te beginnen om al zijn ontdekkingen te delen. Op de eerste pagina overloopt hij de verschillende manieren waarop hij het verhaal zou kunnen aanvatten, motieven en insteken die hij allemaal netjes in elkaar haakt. Het is kenmerkend voor de constructie van het boek. De belevenissen van Pozzi en zijn vrienden 'de Prins en de Graaf', ook historische figuren, staan weliswaar centraal, maar geregeld weidt Barnes uit over fenomenen of schandalen uit die tijd. Zo heeft hij het uitgebreid over het duel, 'that clown honour', dat in Engeland al uit de mode was in 1830, maar in Frankrijk nog lang en vogue bleef. Een tijdverdrijf waarbij het de grootste schande was als schrijver door een lezer te worden neergestoken, merkt Barnes fijntjes op.
Doctor Dieu
Barnes heeft het oog van een schilder en beschrijft gedetailleerd stoffen, kunstwerken en maaltijden die zijn drie protagonisten verzamelen en genieten. 'Smaak. Die vaak nauw verwant is aan het verleidelijke vooroordeel.' Pozzi en zijn vrienden zijn weliswaar dandy's, the instagrammers en influencers van die tijd zou je kunnen zeggen, maar vooral Pozzi is ook een bijzonder modern man, altijd op zoek naar wetenschappelijk verantwoorde methoden om zijn patiënten beter te kunnen dienen, zelfs als hij daarvoor naar de andere kant van de wereld moet reizen. Sarah Bernhardt bleef na een korte affaire bevriend met Pozzi en noemde hem liefkozend 'Doctor Dieu'. In het nawoord drukt Barnes zijn bewondering voor Pozzi expliciet uit: 'een soort held.'
Toch lijkt het Barnes vooral te doen om de voorvallen waarin de blik van Fransen op Engelsen en omgekeerd tot uiting komt. De verwachtingen in de belle époque rond seks en het huwelijk (bij voorkeur gebaseerd op een romantische liefde in Engeland, een garantie op sociale status en stabiliteit in Frankrijk) verbindt Barnes met hoe meer dan een eeuw later wordt geoordeeld over Lady Diana en prins Charles aan beide zijden van het Kanaal. 'Heel bijzonder, om een minnares te nemen die lelijker is dan je vrouw', zeggen hoofdschuddende Parijzenaars over Charles. Ook het gemythologiseerde nationale zelfbeeld trekt Barnes door via De Gaulle tot op vandaag. In zijn nawoord legt hij expliciet het verband met zijn bezorgdheid over de Brexit en citeert hij Pozzi: 'Chauvinisme is een vorm van onwetendheid.'
Literair geroddel
Barnes baseert zich voor dit boek op brieven - er wordt wat af geroddeld tussen de literati en kunstenaars uit die tijd - boeken, kranten en processen. Steeds weer blijken oordelen en clichés over 'volksaard' niet alleen tot grappen en geroddel te leiden, maar verstrekkende politieke gevolgen te kunnen hebben. Een passage uit het proces tegen tijdgenoot Oscar Wilde waarin een onvertaalde (!) Franse roman een sleutelrol speelt, vat het allemaal samen. Barnes bekijkt het kliekje, de coterie van kosmopolieten van een geamuseerde afstand, met oog voor hun egocentrische gekibbel én hun grensoverschrijdende nieuwsgierigheid.
De Engelse versie van dit boek is prachtig uitgegeven: een vierkant formaat, harde kaft, leeslint, dik glanzend papier met veel afbeeldingen; foto's van personages en schilderijen. Het kan dienst doen als salontafelboek en is een oogstrelend hebbeding, passend bij het onderwerp. De Nederlandse vertaling is ook mooi uitgegeven, in een gebruikelijker formaat. De man in de rode mantel is een vernuftig geconstrueerd boek, geschreven in de kenmerkende elegante en precieze stijl van Barnes, met fijne prikjes humor. Een boek dat evenwel meer bewondering afdwingt dan dat je erdoor geraakt wordt. Pozzi komt nergens echt tot leven, je kijkt mee over zijn schouder en ziet hem bezig, maar zit nooit in zijn hoofd. Barnes treedt wel nu en dan naar voor in het boek. Voor een subtiel schrijver zoals hij leest dit boek dan ook als een rijk gestoffeerd, niet mis te verstaan statement, en, zoals hij zelf zegt aan het einde, een bron van hoop.
Vertaald door Ronald Vlek, Atlas/Contact, 320 blz., 24,99 €. Oorspronkelijke titel: 'The man in the red coat'.
Sam De Wilde
em/ov/12 n
Ruim 35 jaar nadat hij in ‘Flauberts papegaai’ de 19de-eeuwse Franse literatuur heeft ontleed aan de hand van kleurrijk gevogelte, neemt Julian Barnes de Franse kunst en cultuur uit die periode onder de loep. Nu doet hij dat via ‘Dr. Pozzi at Home’ van John Singer Sargent, een bijna monochroom scharlakenrood schilderij uit 1881 dat in de National Portrait Gallery in Londen hangt. Toen de Britse schrijver in 2015 oog in oog kwam te staan met het portret van de Franse chirurg, gynaecoloog en societyiguur Samuel Jean Pozzi, werd hij niet alleen getrofen door het dieprode gewaad, maar vooral ook door de man die het draagt. Andere bezoekers zouden die eerste nieuwsgierigheid bevredigd hebben door even in de catalogus te neuzen, maar Barnes ging iets verder om te weten te komen wie Pozzi precies was. Het resultaat is evengoed een portret, niet alleen van een man, maar ook van zijn kunstzinnige en kunstminnende vrienden en van de woelige tijd waarin ze leefden. Strikt genomen is ‘De man in de rode mantel’ een biograie, maar wie Julian Barnes een beetje kent, weet dat hij geen strikte zinnen schrijft en dat hij zich al helemaal niet in strikte zin laat lezen. De 73-jarige schrijver, die in 2011 de Bookerprijs kreeg voor ‘Alsof het voorbij is’, schetst Pozzi’s leven als een literair lappendeken met stof uit nieuwsberichten van die tijd, anekdotes, brieven, dagboeken en memoires van tijdgenoten. Hij hanteert voetnoten noch bibliograie, maar bedient zich wel van dezelfde soort bronnen als andere biografen. Alleen gebruikt de geboren verteller ze ook voor een speelse bespiegeling over de onvermijdelijk met twijfels omgeven discipline. Wie anders dan Julian Barnes zou een biograie afronden met een opsomming van ‘dingen die we niet kunnen weten’? En wie anders dan Julian Barnes zou zich in dat lijstje afvragen of gynaecologen betere minnaars zijn? Om er vervolgens aan toe te voegen dat hij beseft dat zo’n uitspraak ‘klinkt als een tekst op een bumpersticker’. Met Samuel Jean Pozzi als scharlakenrode draad komt Barnes uit bij iguren als Sarah Bernhardt, Oscar Wilde, Marcel Proust, Auguste Rodin en enkele minder bekende persoonlijkheden uit de periode tussen de Frans-Pruisische Oorlog en WO I die later – ‘Dat soort schitterende benamingen wordt altijd pas achteraf bedacht’ – de belle époque zou gaan heten. In ‘De man in de rode mantel’ spreekt een schrijver die zich onbeschaamd overgeeft aan zijn eigen passies en interesses. Barnes gaat uitgebreid in op Joris-Karl Huysmans’ essayroman ‘Tegen de keer’, de dagboeken van de gebroeders De Goncourt en de kleinzielige karaktertrekjes van graaf Robert de Montesquiou-Fézensac. Hij illustreert zijn boek met prentjes uit de ‘Célébrités contemporaines’-reeks die je destijds gratis kreeg als je bij kruidenier Félix Potin een reep chocolade kocht, en hij behandelt het dandyisme en de pre-Twittergewoonte om publieke meningsverschillen voornamelijk met duels te beslechten. Met terzijdes over het Britse en Franse chauvinisme, lakse wapenwetten en de 19de-eeuwse wapenlobby legt Barnes parallellen met de eigen tijd zonder die de lezer onder de neus te wrijven. De commandeur in de Franse Orde van Kunsten en Letteren bezit de zeldzame gave om zijn eruditie in droge Britse humor te verpakken. Dat Julian Barnes zich bij zijn tocht door het artistieke en literaire leven van het Parijs van het fin de siècle weleens naar plekken laat voeren waar de weinig francofiele lezer hem niet per se wil volgen, zij hem vergeven. Uit zijn roman ‘Een geschiedenis van de wereld in 10 1⁄2 hoofdstuk’ konden we al leren dat hij zelfs vanuit het standpunt van een houtworm vermakelijk kan vertellen. Hetzelfde speelse intellect waarmee hij de wereldgeschiedenis vrolijk samenvat, maakt ‘De man in de rode mantel’ ook aantrekkelijk voor wie bij Franse cultuur doorgaans alleen maar aan druiventeelt denkt.
Roderik Six
em/ec/11 d
‘Al deze kwesties zouden, uiteraard, in een roman kunnen worden opgelost’, zo verzucht Julian Barnes aan het einde van zijn biografie van dokter Samuel Jean Pozzi, die de belle époque vanaf de eerste rij meemaakte. De ‘kwesties’ waar Barnes over weeklaagt, zijn de frustraties waar elke biograaf mee te maken krijgt. Onvoldoende historische data, lacunes in de tijdlijn, contradictorische anekdotes, regelrechte leugens: nooit slaag je er als biograaf in om je onderwerp helemaal te doorgronden. En dan loert de romancier in Barnes om de hoek: als we Pozzi zouden fictionaliseren, dan mogen we een loopje nemen met de waarheid.
Pozzi, die van 1846 tot 1918 leefde, had inderdaad een kleurrijke romanfiguur kunnen zijn. Hij vergaarde internationale roem met zijn pionierswerk in de gynaecologie en was een bevoorrechte getuige van zijn woelige tijd. Minnaar en lijfarts van actrice Sarah Bernhardt, vereeuwigd in Prousts romancyclus Op zoek naar de verloren tijd en op een doek van John Singer Sargent, rabiaat verdediger van Richard Dreyfus: aan bekende nevenpersonages geen gebrek. Zoals Barnes regelmatig herhaalt: Pozzi was overal bij.
Daarom kan het verbazen dat Pozzi in De man in de rode mantel vaak op de achtergrond blijft. Barnes gebruikt hem vooral als breekijzer om de salons en de achterkamers van de Parijse en Londense beau monde open te wrikken. Zo verhaalt hij uitgebreid over het verschijnen van de decadente schandaalroman Tegen de keer van Joris-Karl Huysmans, nestelt hij zich in het pluche tijdens de processen omtrent Oscar Wilde en grabbelt hij in de roddelton van de gebroeders Goncourt. Daarbij verlustigt hij zich aan sappige details: met voyeuristisch genoegen vertelt hij over het seksleven van Bernhardt – was ze nu een nymfomane of net frigide? – en spit hij de homoseksuele escapes van Franse edellieden uit.
Barnes volgt Pozzi natuurlijk niet louter voor de saillante anekdotes. Zoals hij in zijn nawoord aangeeft, lijkt de belle époque verdacht veel op onze huidige tijd. Politieke instabiliteit, een op sensatie beluste pers, een roddelcircuit dat, net als onze sociale media, reputaties volledig kan vernietigen en technologische vooruitgang die de maatschappij op haar grondvesten doet daveren, om nog te zwijgen over hoe ze de oorlogvoering verandert. Het is daarbij geen toeval dat Barnes zich openlijk zorgen maakt over de brexit: het nationalisme van Pozzi’s tijd zorgde ervoor dat die zijn laatste jaren in de loopgraven van WO I sleet.
****
Atlas Contact (oorspronkelijke titel: The Man in the Red Coat), 320 blz., € 24,99.
Naar gegevens van Vera ter Beest
Een portret van Samuel Pozzi (1846-1918) is het begin van een hink-stap-sprong vertelling over de Belle Epoque en de reconstructie van het leven van deze anglofiele Fransman. Terwijl het verhaal over Pozzi’s vriend, de graaf De Montesquiou, een eigen leven gaat leiden, wordt ook het leven van Pozzi zelf beïnvloed door wat tekst en beeld over hem lijken te vertellen. We dwalen door een wereld van buitenechtelijke en homoseksuele schandalen, van glamour en roddels op zoek naar de feiten. Pozzi is een dandy, een flirt. Tegelijkertijd is hij een man teleurgesteld in het huwelijk. Altijd op zoek naar de nieuwste ontwikkelingen in de geneeskunde en staat altijd klaar wanneer zijn vrienden een arts nodig hebben. Bovendien is hij een groot liefhebber van de Engelse taal en cultuur. De Engelse schrijver, winnaar van de Man Booker Prize for Fiction 2011 met ‘Alsof het voorbij is’, creëert met dit werk zowel een bijzondere biografie als een kleurrijke historische roman en een uniek pleidooi voor het behoud van de uitwisseling van ideeën tussen Frankrijk en Engeland. Het spel tussen feit en fictie en de verwarring die Barnes weet te creëren zijn herkenbaar. Dit werk gaat net weer verder. Rijk geïllustreerd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.