Zami : een nieuwe spelling van mijn naam : biomythografie
Audre Lorde
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Pluim, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ESSAY : LORD |
Warda El-Kaddouri
em/ov/07 n
Het is een vroege lenteochtend in Queens, New York. Een tienjarige zwarte jongen, Clifford Glover, en zijn stiefvader lopen over straat. Ze worden tegengehouden door een witte undercover-politieagent, Thomas Shea, op verdenking van autodiefstal. Ze zijn onschuldig en bang dat ze zelf beroofd zullen worden, dus ze vluchten. Het kind wordt twee keer in de rug geschoten en sterft. Het is 1973. Veertig jaar voordat smartphones en hashtags de Black Lives Matter-beweging in gang zouden zetten, een beweging die afgelopen zomer midden in de Covid-19-crisis ook in Europa momentum zou kennen. De agent uit 1973 wordt uiteindelijk vrijgesproken. Het nieuws bereikt de Caribisch-Amerikaanse dichter, essayist en activist Audre Lorde terwijl ze in haar auto naar de radio luistert. Woedend rijdt ze naar de kant, neemt pen en papier en doet wat ze het best kan: ze schrijft haar emoties van zich af in de vorm van poëzie. De tekst zou een van haar bekendste gedichten worden: 'Power'.
Het buitensporige politiegeweld, de vrijspraak van de agent, de scène van onmacht en woede in de auto, het gedicht - het had allemaal evengoed vandaag kunnen plaatsvinden. Niet alleen in de VS, maar ook hier bij ons. In de systematische herhaling van onrecht schuilt een tragiek die ook uit het werk en leven van Lorde spreekt. Bijna dertig jaar na haar dood zijn haar gedichten en essays nog steeds razend actueel en is ze een van de invloedrijkste feministische denkers. Is er dan niets veranderd, of was Lorde een profetische visionair die haar tijd ver vooruit was?
Audrey werd Audre
Lorde's schrijven wordt gekenmerkt door haar ervaringen met racisme, seksisme, homofobie en haar jarenlange strijd tegen borstkanker. Als intersectioneel feministe avant la lettre introduceerde ze zichzelf altijd als 'zwart, lesbisch, moeder, strijder, dichter'. Volgens Angela Davis - vriendin van Lorde - wilde ze daarmee het idee ontkrachten dat deze verschillende identiteiten niet in eenzelfde ruimte konden bestaan. Anno 2020 - als woorden als queer, non-binair, cisgender, wit en van kleur zo goed als ingeburgerd zijn - klinkt dat misschien evident, maar dat was het in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zeker niet. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat haar werk vandaag wereldwijd een heropleving kent. Haar citaten worden gedeeld op sociale media. Haar woorden staan op de borden van vrouwenmarsen en antiracismeprotesten. Overal duiken Audre Lorde-leesclubs op. En haar werk wordt opnieuw uitgegeven én vertaald.
Lorde wordt vaak geciteerd door antiracistische en feministische denkers zoals Gloria Wekker - die in 1984 een actiegroep voor zwarte, lesbische vrouwen 'Sister Outsider' noemde, naar de bekende essaybundel van Lorde. Haar gedicht 'A Litany for Survival' heeft binnen activistische kringen bijna de status van een gebed gekregen: 'and when we speak we are afraid/ our words will not be heard/ nor welcomed/ but when we are silent/ we are still afraid/ So it is better to speak/ remembering/ we were never meant to survive'.
Audre Lorde werd geboren in 1934 in Harlem als kind van West-Indische arbeidsmigranten. Ze reflecteerde intensief over haar afkomst, haar familie, haar vrouw-zijn en haar seksuele geaardheid. Met Zami: A New Spelling of My Name vond ze in 1982 zelfs een eigen literair genre uit: de biomythografie, waarin geschiedenis, autobiografie en mythologie samenkomen. Als kind was ze mollig, onhandig, droeg ze een bril en orthopedische schoenen, werd ze buitengesloten door haar oudere zussen. Ze was te mannelijk voor sommigen, te vrouwelijk voor anderen. Audre heette eigenlijk Audrey, maar ze schreef haar naam koppig zonder laatste letter, omdat ze dat esthetischer vond. Het is symbolisch voor haar verzet; ze was kritisch, opstandig en rebels. Tegen de schenen schoppen van al het normatieve, dat is wat Lorde deed.
In 1962 trouwde ze met de bevriende advocaat Edward Rollins, een Oscar Wilde-achtige dandy die net als Lorde homoseksueel was. Lorde verzette zich tegen het heteronormatieve script van monogamie en had haar leven lang talrijke romances met meerdere vrouwen tegelijk - met medeweten en goedkeuring van Rollins, die hetzelfde deed met mannen. Het duurde tot 1973 voor ze uit de kast kwam. Die coming-out vond plaats - hoe kan het ook anders - via poëzie, toen ze op een avond haar gedicht 'Love Poem' voordroeg in een koffiehuis annex boekenwinkel in New York. Verward vroeg de uitgever Lorde om verheldering. Wat was de gender van het lyrische ik? Kroop ze hier in het personage van een man? 'Nee, ik heb een vrouw lief', antwoordde Lorde. De expliciet lesbische liefdesverklaring ging volgens de uitgever een stap te ver en 'Love Poem' werd aangepast gepubliceerd in Lorde's poëziebundel From a Land Where Other People Live (1973). Later beschrijft ze in haar dagboek hoe ze de wijziging goedkeurde en zich nadien verraden voelde door haar eigen verlangen om omarmd te worden door de zwarte gemeenschap.
Boze zwarte vrouw
Lorde zou haar hele leven met uitsluitingsmechanismen te maken blijven krijgen. Waar ze zich ook bij aansloot, ze werd steeds verplicht een deel van zichzelf weg te filteren in ruil voor aanvaarding. In de jaren vijftig was haar witte progressieve omgeving homofoob en waren de New Yorkse homobars die ze bezocht racistisch. Ze was 'either silenced black or colorless lesbian', schrijft Alexis De Veaux in de biografie van Lorde. In de jaren zestig - toen het feminisme en de burgerrechtenbeweging piekten - voelde ze zich ook niet helemaal thuis bij de witte feministen noch bij de zwarte emancipatiebeweging. De gemeenschappen waar ze deel van uitmaakte lieten slechts een deel van haar identiteit toe, waardoor ze zich nooit helemaal zichzelf voelde.
Kon de literaire gemeenschap dan een uitweg bieden? Helaas. Als tiener sloot ze zich aan bij de poëziegroep The Branded, waar ze tussen de witte middenklassers haar Caribische arbeidersachtergrond verdoezelde. Later zou ze hetzelfde doen met haar lesbische identiteit bij de zwarte schrijversgroep The Harlem Guild, waar onder anderen Maya Angelou deel van uitmaakte. Lorde werd getolereerd, nooit geaccepteerd. Haar status als eeuwige outsider nam mythische proporties aan. Het was tegelijk haar grootste kracht en haar grootste zwakte. Lorde werd later in haar leven een icoon voor de strijd tegen onderdrukking, maar die strijd eiste ook een tol. Depressies kwamen en gingen, er waren periodes waarin ze overleefde op amfetamine en cafeïne, en ze werd geteisterd door agressieve woedeaanvallen. 'Anger is what I do best', gaf ze toe. En hoewel haar boosheid haar veel pijn opleverde, betekende die boosheid voor Lorde naar eigen zeggen ook overleven. Het herinnerde haar aan het feit dat ze nog steeds kon voelen.
Lorde geloofde dat haar opgekropte frustraties en pijn zich opstapelden in haar lijf, tot ze hun uitweg vonden in agressie en irritatie. 'My response to racism is anger.'
De boze zwarte vrouw - de hardnekkige karikatuur onthult de blijvende overtuiging dat het recht om boosheid te uiten gereserveerd is voor witte mannen. Een vrouw die haar ongenoegen uit, wordt neergezet als emotioneel labiel, hysterisch, primitief en ja, zelfs gevaarlijk. 'Women are powerful and dangerous.' Op een van de bekendste foto's van Lorde tijdens een lezing in Florida staat ze voor een schoolbord met deze woorden in krijt op de achtergrond. Een simpele witte bloes, een hand in haar broekzak, haar kapsel op natuurlijke wijze in een afro en met een indringende, maar ook vermoeide blik in de camera.
Productieve verschillen
In het najaar van 1976 ontdekt Lorde - dan amper 43 jaar oud - een goedaardige tumor in haar rechterborst. De confrontatie met haar eigen sterfelijkheid voegt een gevoel van urgentie toe aan haar werk. Enkele dagen later draagt ze tijdens een conferentie in Chicago 'The Transformation of Silence into Language and Action' voor met de bekende woorden 'My silences had not protected me. Your silence will not protect you.' Vanaf nu zou ze niet meer zwijgen over onrecht, maar zich uitspreken. Want zwijgen, daar had ze - toen ze oog in oog stond met de dood - het meest spijt van. Het had haar helemaal niets opgeleverd. Voor haar diagnose schreef Lorde uitsluitend poëzie om haar gedachten vorm te geven. Nu zou ze ook proza en essayistiek publiceren. Daarbij probeert ze steeds dubieuze machtsverhoudingen te problematiseren. Zelfs in de spelling, door woorden als 'european' of 'american' met kleine letters en 'Black', 'Colour' of 'African' met hoofdletters te schrijven. Verzet zit soms in de kleinste dingen.
De kernboodschap van Lorde's politieke denken is terug te vinden in haar 'theory of difference'. Alle vormen van onderdrukking zijn te herleiden tot één idee: de onwil om verschillende identiteiten te erkennen én om ze te begrijpen als iets positiefs. Verschillen zijn volgens Lorde niet destructief maar productief. Dat erkennen en waarderen is de belangrijkste voorwaarde in de succesvolle strijd tegen de verdeel-en-heerstactiek van het patriarchaat.
De verschillende profielen binnen de vrouwenbeweging ontkennen, vond Lorde contraproductief. Tijdens een conferentie over feministische theorie, waarop ze een van de twee enige niet-witte sprekers was, vroeg ze zich hardop af: 'Hoe gaan jullie om met het feit dat de vrouwen die jullie huizen schoonmaken en op jullie kinderen babysitten, terwijl jullie conferenties over feministische theorieën bijwonen, meestal arme vrouwen en vrouwen van kleur zijn?' Witte feministen reproduceren patriarchale strategieën van onderdrukking door een deel van de vrouwen - lees: zwarte vrouwen en vrouwen uit de arbeidersklasse - te negeren. En dat is moordend voor de vrouwenbeweging. 'The master's tool will never dismantle the master's house.' Het is een van Lorde's bekendste en krachtigste uitspraken.
Hoe geef je woorden aan iets wat onzichtbaar is voor anderen? In haar essay 'Poetry Is Not a Luxury' gaat Lorde dieper in op de kracht van poëzie om precies dat te doen: 'Poetry is the way we help give name to the nameless so it can be thought.' Het onbenoembare benoemen, zodat het op zijn minst kan worden gedacht. Poëzie is geen uitdrukking, maar een recreatie van onuitspreekbare gevoelens. Sterker nog, voor groepen die systematisch onderdrukt worden, is poëzie geen mijmerende zelfexpressie die door de literatuurgeschiedenis gevalideerd wordt in de vorm van een canon, maar - net als woede - een overlevingsstrategie.
In een interview met hartsvriendin en lesbische feministe Adrienne Rich beschrijft Lorde het als volgt: 'When someone said to me, “How do you feel?” or “What do you think?” or asked another direct question, I would recite a poem, and somewhere in that poem would be the feeling, that vital piece of information. It might be a line. It might be an image. The poem was my response.' Vroeg je Lorde hoe het met haar ging, dan antwoordde ze met een gedicht. In Lorde's poëzie komt de mythologische figuur van de West-Afrikaanse Amazone-vrouw als onafhankelijke, sterke en moedige krijgster vaak terug. Ze haalt haar kracht uit verbinding en samenwerking met andere vrouwen. De Amazone-vrouw liet Lorde toe te fantaseren over sisterhood, over een groep strijders die exclusief uit vrouwen bestond. Het is Lorde's utopie van een gemeenschap waar ze volledig zichzelf kan zijn. Haar droom van een thuis.
Geweigerd slachtofferschap
Audre Lorde leek eind jaren zeventig op het hoogtepunt van haar carrière. Een gevierde dichter, een geliefde en tegelijk gevreesde internationale spreker, en een icoon in de strijd voor zwarte, lesbische vrouwen. En dan sloeg het noodlot toe. Twee jaar na haar eerste diagnose voelde Lorde opnieuw een knobbeltje in haar borst. De kanker was terug en deze keer kwaadaardig. Ze onderging een mastectomie, maar weigerde een borstprothese te dragen uit protest tegen vrouwelijke schoonheidsidealen. Een prothese betekent verbergen, en dus zwijgen over het stigma en leed van vrouwen met kanker. En dat was iets wat Lorde niet meer deed. Haar mastectomie zag ze als een litteken van haar strijd - een houding die paste bij haar imago als strijder. Lorde weigerde het idee van slachtofferschap.
Ze besloot daarom ook de confrontatie aan te gaan met Europa. Het continent kende zij slechts als spiegel van een wit Amerika, als de historische bron van kolonialisme en racisme.Op uitnodiging van feministe Dagmar Schultz verbleef Lorde van 1984 tot haar dood in 1992 jaarlijks een periode in Berlijn als gastprofessor, waar ze in kleine seminaries poëzie van zwarte (lesbische) vrouwen besprak. Ze leed toen zichtbaar aan leverkanker en depressies. Maar in Berlijn vond ze - tot haar verrassing - geluk. Berlijn voegde jaren toe aan haar leven.
Lorde reisde naar verschillende Europese steden, waar ze contact zocht met zwarte vrouwen én witte feministen. Voor zwarte vrouwen was ze de eerste vrouwelijke denker en dichter van kleur die woorden kon geven aan hun ervaring, aan wat het bekent om zwart te zijn in Europa. Haar aanwezigheid bracht onder andere de Afro-German vrouwenbeweging op gang. Voor witte vrouwen was ze eveneens de eerste die hen wees op hun gebrek aan solidariteit. Racisme in Europa moest ook een thema worden voor witte feministen. 'That you are not people of colour does not mean you are safe from the effects of racism.'
Haar succes was een pijnlijke doorn in het oog van witte feministen, die haar kritiek op racisme binnen de vrouwenbeweging als verraad beschouwden, en voor de zwarte burgerrechtenbeweging, die haar kritiek op homofobie en seksisme - ironisch genoeg - als een gevaar voor de eenheid van de groep bestempelden. 'Something about me troubles everyone.' Het was waarschijnlijk haar ongelooflijke kracht en weerbaarheid die angst en jaloezie inboezemden. Zoals ze zelf schreef op dat krijtbord in Florida: vrouwen zijn krachtig en gevaarlijk.
Sister Outsider is verschenen bij Uitgeverij Pluim.
Warda El-Kaddouri schreef deze tekst in opdracht van deBuren. Het Vlaams-Nederlands huis organiseert op donderdag 12 november 2020 om 20 uur een online event over Audre Lorde, met onder anderen Radna Fabias en Lisette Ma Neza..
Roos van Rijk
In dit boek staan de non-fictiewerken van de Caribisch-Amerikaanse Audre Lorde (1934-1992), waarin zij de moeilijkheden van (zwarte) vrouwen bespreekt. Met thema’s als seksisme, racisme en homofobie. Lorde omschreef zichzelf altijd als zwart, lesbisch, moeder, strijder en dichter. Al vroeg begon zij met het schrijven van poëzie. Na een bachelor en master te hebben behaald, begon zij als hoogleraar les te geven als poet. Ze heeft veel betekend voor feministische, queer en zwarte studies, vooral door dit boek dat nog steeds onderdeel is van een curriculum voor feministische theorie. Ondanks dat dit boek voor het eerst is uitgegeven in 1984, is het nog steeds verschrikkelijk relevant vandaag. Lorde schrijft vanuit eigen ervaringen, wat de grote onderwerpen die zij bespreekt veel duidelijker maken. De vertaling naar het Nederlands is goed, het ritme van Lorde blijft voelbaar. Dit boek is een enorme aanrader voor iedereen die ook maar iets wil weten over wat het is om als (zwarte/lesbische) vrouw in deze (Westerse) maatschappij te leven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.