De welwillenden
Jonathan Littell
Jonathan Littell (Auteur), Ilse Barendregt (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LITT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LITT |
Marijke Arijs
te/ep/13 s
Jonathan Littell verstaat de kunst om zijn lezers op de kast te jagen. Zijn controversiële De welwillenden, een oorlogsroman geschreven vanuit het standpunt van een SS'er, lokte in 2006 felle polemieken uit. Het boek ging bijna een miljoen keer over de toonbank en werd bekroond met de Prix Goncourt en Prix de l'Académie française. De opvolger van die onverbiddelijke bestseller verschilt hemelsbreed van de memoires van Obersturmbannführer Max Aue, maar stemt minstens zo ongemakkelijk. De Amerikaans-Franse schrijver deed maar liefst twaalf jaar over Een oude geschiedenis. In die tijd reisde hij naar Syrië en Oeganda, draaide een documentaire over de kindsoldaten in Afrika en schreef ook een paar non-fictiewerken, waaronder Het droge en het vochtige, een essay over de Belgische fascist Léon Degrelle, en Berichten uit Homs, zijn Syrische dagboek. Bij een obscuur Frans uitgeverijtje verscheen in 2012 Une vieille histoire, een flinterdunne roman die nagenoeg onopgemerkt bleef. De schamele twee hoofdstukjes dijden vervolgens uit tot een extended version, die nu in een Nederlandse vertaling in de boekhandel ligt.
In Een oude geschiedenis gaat de auteur resoluut de experimentele toer op. Het begint en eindigt met een onschuldige plons in een zwembad. Een naamloze verteller trekt een paar baantjes, hijst zich uit het water, kleedt zich aan en rent door een donkere gang. Hij opent willekeurige deuren en komt telkens in een andere ruimte terecht: een huis met een tuin, een hotelkamer, een studio, een darkroom, een gebombardeerde stad in het Midden-Oosten, een woestijn of een jungle. Daar spelen zich steeds min of meer dezelfde taferelen af tussen dezelfde mensen: een stel, een gezin, een groep onbekenden, een aantal oorlogvoerende partijen. Aan het eind van het hoofdstuk duikt de verteller weer het zwembad in, waar zijn zwaar op de proef gestelde lichaam weer op krachten kan komen.
Hogere wiskunde
In zeven hoofdstukken worden telkens vijf verschillende decors verkend, wat in totaal vijfendertig scènes oplevert. Stuk voor stuk zijn het variaties op hetzelfde stramien, waarbij iedere keer dezelfde ingrediënten worden ingezet: een grijze kat, een stroomstoring, tinnen soldaatjes, een reproductie van Da Vinci's De dame met de hermelijn, appels in alle maten en kleuren, Mozarts pianoconcerto's, schalen met rauwe vis en gekonfijte groenten, een groen-met-goudgeel deken, een bord kidneybonen, een parelgrijze kokerjurk en een eenvoudige doch voedzame maaltijd van sardientjes, een rauwe ui, roggebrood en rosé. Die elementen ondergaan ingewikkelde permutaties, wat steeds nieuwe combinaties oplevert. Het is je reinste hogere wiskunde.
Niets is zeker, en zelfs dat niet, wist Multatuli al. Met een satanisch genoegen wordt de vaste grond onder onze voeten weggeslagen. Zelfs de identiteit van de verteller staat op losse schroeven. Is het een man, een vrouw of een hermafrodiet, een volwassene of een kind? De vele spiegels rond het zwembad weerkaatsen alleen gefragmenteerde beelden, 'delen van lichamen die moeilijk aan elkaar te koppelen waren of te herleiden waren tot een bepaalde persoon'. Zijn of haar identiteiten vervloeien: 'Net als in het verhaal waarin ik deze ongelofelijke gebeurtenis nu probeer te vatten, was ik zo lek als een mandje; ik vloeide weg, maar in mezelf, voor altijd vrij.' Littell houdt er niet van om vastgepind te worden op een identiteit, vindt 'worden' interessanter dan 'zijn', en voelt meer voor beweging dan voor stilstand. Identiteit is iets voor angsthazen.
Porno
Toen De welwillenden verscheen, werd de auteur uitgekreten voor 'geweldspornograaf' en zijn jongste zal die reputatie niet veranderen, want Een oude geschiedenis laat de lezer alle hoeken van de kamer zien. Seks en geweld, liefst met elkaar gecombineerd, ziehier de wereld volgens Littell. Onderdrukking is het sleutelwoord, want in het leven draait alles om macht. Dit weinig opbeurende wereldbeeld heeft de schrijver ongetwijfeld opgedaan in de vele brandhaarden die hij in zijn leven heeft bezocht.
In zijn succesroman werden slachtpartijen tot in de meest weerzinwekkende details beschreven en spatten het bloed, het sperma en de excrementen van de pagina's. Ook hier maken de gruweldaden en gedetailleerde pornografische beschrijvingen de lectuur tot een ware beproeving. Een oude geschiedenis is een hypnotiserende maar repetitieve roman die danig op de zenuwen werkt, ook al bewijst Littell deze keer dat hij wel degelijk kan schrijven en dat hij evengoed uit de voeten kan met nuchtere constaterende zinnen als met een meanderende, beeldende stijl. De vraag is alleen wat de bedoeling is van dit labyrintische boek. Het leven beschrijven als een helse doolhof waaruit geen ontsnapping mogelijk is? Een staalkaart bieden van machtsverhoudingen in menselijke relaties? Of is het een vrijblijvende stijloefening in de trant van zijn lievelingsauteurs Maurice Blanchot, Jean Genet, Georges Bataille en markies de Sade? Wie het weet, mag het zeggen.
Vertaald door Ilse Barendregt, De Arbeiderspers, 352 blz., 23,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Une vieille histoire'.
Henk Pröpper
us/ug/24 a
Toen ik honderd pagina's van de nieuwe roman van Jonathan Littell had gelezen, viel ik van vermoeidheid van de trap. De dagen erna rondde ik met een wat gebutst lijf mijn lectuur van Une vieille histoire af, ik las de Nederlandse vertaling Een oude geschiedenis en ook een eerdere, aanzienlijk kortere versie van de roman die al in 2012 bij Fata Morgana was verschenen. Dat dit boek mij met al mijn leeservaring fysiek en mentaal zozeer aangreep, wil ongetwijfeld iets zeggen. Onmiskenbaar duidt het op een bijzondere kwaliteit, al kostte het enige tijd die ook maar bij benadering te begrijpen of te beschrijven. In eerste instantie noteerde ik 'uitzonderlijk vreemd boek, even uitputtend als intrigerend, even vol als leeg'.
Jonathan Littell lezen betekent een universum binnengaan waar je niet onberoerd uitkomt en dat de blik op het leven ijzingwekkend kleurt. Op een manier die je bovendien lang bijblijft: niet gemaakt voor tere of preutse zielen. Dat was destijds zo met de roman die hem wereldfaam bezorgde, Les bienveillantes (De welwillenden), en dat geldt ook nu. Bij verschijning in 2006 werd Les bienveillantes een literaire en commerciële sensatie: van de 900 pagina's tellende roman werden in Frankrijk meer dan 900 duizend exemplaren verkocht. Het boek werd in meer dan veertig talen vertaald, waaronder in het wonderschone, precieze Nederlands van vertalers Jeanne Holierhoek en Janneke van der Meulen.
onderwerp van gesprek, vooral in Frankrijk en Duitsland. Hoe kon een jonge man, weliswaar met een Joodse achtergrond, de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en met name het oostfront zo treffen? Wat moeten wij vinden van het perspectief van een dader, een SS'er, van iemand die deel uitmaakt van de Einsatzgruppen, gericht tegen de Joodse bevolking achter de Duitse linies, en die alle wreedheden als het ware achteloos waarneemt? Vanwaar alle details, de uitgesponnen beschrijvingen van plekken, vernietiging, executies?
Dat alles, zo veronderstelden sommige critici, kan de schrijver alleen maar hebben bedacht. Wat leidde tot de principiële vraag: mag een schrijver misdaden tegen de menselijkheid verbeelden die werkelijk hebben plaatsgevonden? Later werd bekend dat Littell zich niet alleen monomaan in zijn onderwerp had ingelezen, maar dat hij er ook eer in stelde de details te laten kloppen. Ook aanvankelijke critici moesten dat bevestigen. Als hij het weer beschrijft op een bepaalde datum en een bepaalde plaats, dan komt dat exact overeen met het werkelijke weer. Hoe literair ook, de grote greep van Jonathan Littell zit hem niet in het imaginaire, maar eerder in de obsessieve poging het kwaad te vangen door erin door te dringen en het met alle middelen, koelbloedig en koud, te beschrijven. Geen verbeelding, maar de werkelijkheid in al haar wreedheid en perversiteit, maar ook in haar schoonheid.
De welwillenden getuigde van de overmoedige ambitie een totaalroman te schrijven, van een grote precisie en toch vreemd welluidend, virtuoos en toch aards. Afgezien van wat buitensporigheden en groteske elementen slaagde hij daarin en maakte hij het kwaad inzichtelijk, tastbaar, nabij, bijna alledaags, in zijn gruwelijke, kunstige weergave van de naakte mens (slachtoffer en dader). Hij drukte de lezer met de neus op de feiten en deed een poging hem als getuige medeplichtig te maken: wat als jij in deze schoenen had gestaan, onder dit gesternte was geboren?
Was De welwillenden ten diepste gericht op identificatie van de lezer met het denken van de dader, hoe ongewenst en onplezierig ook, Een oude geschiedenis maakt identificatie door de welwillende lezer vanaf de eerste bladzijde onmogelijk. Dat is een krachttoer op zichzelf. Ondanks alle fonkelende taal wordt de lezer met verve op afstand gehouden. Er is geen sprake van een plot - hooguit van 'bewegingen', variaties op een aantal thema's; er is geen sprake van personages, eerder van gestalten, in andere decors en gedaanten weerkerende figuren, die bovendien naamloos zijn; ook is er geen psychologie, geen karaktertekening of -ontwikkeling. Vanaf de eerste regel wordt de lezer beheerst door een gevoel van vervreemding, ook doordat er maar enkele verwijzingen zijn naar een bekende werkelijkheid of geschiedenis. Niet eenmaal tijdens de vele uren lezen klinkt uit mijn borst een bevrijdende lach.
Wat maakt dat ik toch blijf lezen? Wat maakt deze op bijna geen andere tekst gelijkende roman intrigerend? Wat is er wel? Wat in elk geval verbaast, is opnieuw de ambitie, de grote greep: vanuit dit nulpunt van de literatuur probeert Littell iets uitzonderlijks te scheppen. Daarnaast valt wederom de fenomenale schrijf- en beschrijvingskunst op: klinisch en zintuiglijk tegelijk. Zoals in de Duitse oorlogsjournaals de Duitse tanks voortrolden over de Russische vlakten - triomfantelijk becommentarieerd -, zo schijnbaar moeiteloos ontrolt ook Littells proza zich: zeldzaam beeldend, bijna fotografisch nauwkeurig. In een vreemde, ijzige stilte.
Bestond de oorspronkelijke versie uit 2012 uit twee hoofdstukken, in deze nieuwe versie zijn er zeven, waarin de eerste versie is opgeslokt en verwerkt. Zelf schrijft Littell bij wijze van uitleg dat hij deze nieuwe versie maakte omdat het boek zich door de jaren heen 'op mysterieuze wijze' in hem bleef ontwikkelen. Hij schetst het als een weefsel van 'de meest wezenlijke menselijke betrekkingen', bijna alsof het organisch materiaal is. Ik zou zeggen een gecontroleerde woekering van verhalen, met de inzet ergens door te dringen, iets te grijpen of te begrijpen waarvoor wij meestal terugdeinzen: de diepste menselijke impulsen, angsten en verlangens, wreedheid, de zoektocht naar macht en genot.
Elk hoofdstuk verloopt volgens hetzelfde schema: een personage duikt op uit een zwembad, kleedt zich om, komt via een deur in een meestal duistere gang terecht, begint te rennen en gaat achtereenvolgens via die gang een vijftal ruimten binnen. Eerst een min of meer vertrouwd huis waar een (gebroken) gezinssituatie is, dan een soort hotelkamer waar met steeds andere en toch gelijkende partners wordt gevreeën, vervolgens een koude maar kalmerende studio, vervolgens een grotere ruimte waar orgies plaatsvinden, porno wordt opgenomen, ten slotte een gewelddadige oorlogssituatie waarin het leidende personage nu eens slachtoffer en dan weer dader is. Aan het eind van het hoofdstuk duikt het personage (man of vrouw, of kind, of hermafrodiet, of geslachtsloos) opnieuw het louterende, alles uitwissende water in om in een volgend hoofdstuk in andere gedaante op te duiken en opnieuw te beginnen.
Er zijn weerkerende elementen: de elektriciteit die in elk hoofdstuk uitvalt, maaltijden die telkens uit dezelfde gerechten bestaan, begroeiing van tuinen, een sprei met een grasmotief die steeds terugkeert, de geur van het haar van personages (bijvoorbeeld hei, mos en amandel), muziek van Mozart, een schilderij van Da Vinci. Die willekeurige herhalingen beklemtonen alleen maar dat instabiliteit in deze roman de norm is, en onzekerheid het leidende principe. Alleen kunst, water, hardlopen en soms slaap brengen de personages in dit universum tijdelijk ontspanning, een weldadig gevoel van rust.
Daarbuiten is chaos, zijn de personages slachtoffer van hun eigen en andermans acties en impulsen. De overgave aan die impulsen (ontplooiing van het zelf of zelfverlies?) krijgt een dubbele dimensie: vaak een vernietigende, soms een louterende. Zonder te filosoferen, zoals zijn grote voorgangers Sade en Bataille deden, tracht Littell de menselijke drijfveren en de menselijke conditie vast te leggen. Empathie en denken komen niet aan de oppervlakte, wel vormen ze uiteindelijk de basis van dit hyperrealisme. Zoals ook zijn persoonlijke ervaringen, zijn studie en lectuur een ondergrond vormen - Littell plaatst zich niet helemaal buiten de geschiedenis, maar hij vertelt een oud verhaal, een oude geschiedenis: het verhaal van de mensen.
Littell werkte jarenlang voor de humanitaire organisatie Action Against Hunger in onder meer Bosnië, Tsjetsjenië, Sierra Leone en Afghanistan. Hij schreef over de opstand tegen Assad in Homs (Carnets de Homs), hij maakte een film over de kindsoldaten van Joseph Kony (in 2016 in Cannes buiten competitie vertoond). Elementen daarvan dringen door in Een oude geschiedenis, zoals ook een van de gruwelijkste scènes uit De welwillenden, de beschrijving van de massa-executie in Babi Jar (Oekraïne, september 1941), vanuit het perspectief van een kind wordt hernomen.
Ik noemde Littells schriftuur fotografisch; filmisch zou evenzeer kunnen. In 2009 won Littell de Bad Sex in Fiction Award van het Britse Literary Review, voor scènes in De welwillenden. Behalve Littell waren Philip Roth en Nick Cave genomineerd. Ik weet niet of Littell zich heeft willen revancheren, of dat hij Sade naar de kroon heeft willen steken. Haarscherp en indringend zijn in elk geval de pornografische scènes in dit boek, alsof de schrijver serieel gemaakte pornofilms in proza spiegelt. Het merkwaardige effect is dat ze in het geheel niet erotiserend werken, maar eerder verkillend, wat een kunststuk op zich is en zonder twijfel de bedoeling. Littell wil vooral niet meeslepend zijn, hij verleidt niet tot deelname, hij dwingt tot afstand, tot stoppen met lezen en het overdenken van de eigen emoties en reacties, het eigen verlangen, de eigen weerzin.
Een oude geschiedenis (door Ilse Barendregt met grote inzet en discipline vertaald) is het lichtende en verontrustende werk van een duistere humanist.
*****
Gallimard; 370 pagina's; € 21,-. De Arbeiderspers; 349 pagina's; € 23,99.
Ger Leppers
ob/kt/08 o
Na zijn verpletterende totaalroman ‘De welwillenden’ komt Jonathan Littell opnieuw met een gewelddadige maar fascinerende roman, nu meer droom dan werkelijkheid. ‘De welwillenden’ had als hoofdpersoon een gecultiveerde homoseksuele nazi, Max Aue, die na de oorlog de dans der gerechtigheid was ontsprongen. Op zijn oude dag blikte hij zonder spijt terug op zijn eigen misdaden en op de gruwelen van de oorlog. En nu is er, twaalf jaar later, ‘Een oude geschiedenis’. De Franse tekst heeft als ondertitel ‘Nieuwe versie’, want er verscheen in 2012 al een uitgave. Die bestond uit slechts twee van de zeven hoofdstukken van de huidige versie. In meerdere opzichten verschilt Littells nieuwe boek van ‘De welwillenden’. Die roman bevatte een lineair verhaal, en ondanks de aanzienlijke vrijheden die de auteur zich veroorloofde ten opzichte van de realiteit, waren de gebeurtenissen stevig verankerd in de historische feiten. ‘Een oude geschiedenis’ speelt zich daarentegen af in een volstrekt onwerkelijke droomsfeer, waarin elke verwijzing naar een geografische of geschiedkundige werkelijkheid ontbreekt, en de personages nauwelijks een psychologie hebben. De zeven hoofdstukken hebben in grote lijnen dezelfde structuur: iemand (soms een man, dan weer een vrouw, verderop een kind of een wellustige hermafrodiet) stapt uit een zwembad, droogt zich af, trekt een trainingspak aan, loopt een deur door en begint te rennen door een schier eindeloze gang die flauwe bochten maakt. De hoofdpersoon stuit al hollend op een deurklink die toegang tot een ruimte geeft. Later zal hij nog in een andere ruimte terechtkomen. In alle zeven hoofdstukken gaat het daarbij grosso modo om dezelfde reeks ruimten, met grotere en kleinere variaties. Eerst is er een villa, later is er sprake van een flat, een hotelkamer, een bar, een stadswijk en een oorlogszone waar opstandelingen en regeringstroepen elkaar afslachten, maar hij belandt ook op de set van een pornofilm en in een stad waar juist een massale deportatie van een ongewenste bevolkingsgroep plaatsgrijpt. De hoofdpersoon beleeft er een avontuur en betreedt vervolgens een nieuw territorium. Zijn belevenissen hebben vaak een afstotend karakter, en in de beschrijvingen van het geweld doet ‘Een oude geschiedenis’ wél sterk denken aan ‘De welwillenden’.
Er vinden heel wat moorden plaats, ook op grote schaal. Vaak worden ze door de schrijver in een paar laconieke woorden afgedaan. De hoofdpersonen worden geregeld in elkaar geslagen en veelvuldig anaal verkracht, maar ze herstellen steeds na het nemen van een bad of verkwikkende douche. Vervolgens rennen ze een nieuwe gang in, nieuwe avonturen tegemoet. Aan het slot van zijn reis ligt de hoofdpersoon telkens weer in het vertrouwde en geruststellende zwembad en neemt hij een duik in het regenererende water: ‘Mijn evenwicht kwam plotseling terug en ik richtte me weer op, mijn lichaam hervond zijn as en ik dook, met aangespannen spieren en mijn benen tegen elkaar geklemd, recht als een lans het zwembad in, met mijn volle gewicht het serene, glinsterende water klievend.’ Het is een vreemde, verontrustende droomwereld die de schrijver in een zeer beeldende taal oproept, met spaarzame momenten van geluk. Dat ik ademloos doorlas, is te danken aan Littells zeer levendige pen en beschrijvingskunst, maar ook aan het spel met de structuur, de wijze waarop in elk van de zeven versies allerlei personages en decorstukken steeds weer terugkeren en anders belicht worden. Naast de personages en de gang die de ruimtes verbindt, zijn dat onder meer een grijze kat, een stroomstoring en een glas gin-tonic. Dat maakt je benieuwd naar de manier waarop dezelfde elementen in een volgende variatie terugkomen. Het gaf een aangename soort herkenning, zoals wanneer in een muziekstuk een vertrouwd motief terugkeert. ‘Een oude geschiedenis’ zal, met zijn overdaad aan seks en geweld, zeker niet ieders smaak zijn. Dat neemt niet weg dat de schrijver waarschijnlijk de intrigerendste roman van het jaar heeft geschreven.
Naar gegevens van Menno Gnodde
Na het succes van ‘De welwillenden' (prix Goncourt en Grand prix du roman de l'Académie française 2006), een tijdsbeeld vanuit het standpunt van een SS-officier, heeft Littell (1967) weliswaar nog ettelijke verhalen, reportages en essays geschreven, maar eerst nu weer een roman gepubliceerd met als ondertitel 'nieuwe versie', verwijzend naar een verhaal uit 2012, het stramien dat hier is vertakt tot zeven doorschietende hoofdstukken. Ieder hoofdstuk begint met een 'ik' die na het baantjes trekken uit een zwembad stapt, zich gefragmenteerd weerkaatst ziet in de vele spiegels, zich aankleedt, door een duistere gang loopt en een deur opent waarachter hij/zij dan als man, vrouw of kind in uiteenlopende levens belandt, een déjà vu, het menselijk avontuur als in trance doorleeft in al zijn gewelddadige en seksistische aberraties. De erudiete lezer herkent invloeden van of verwijzingen naar o.a. De Sade, Godard, en schilder Francis Bacon. Vanuit een alledaags kader ontwikkelen zich zo beelden van macht en onmacht, die, perspectivisch kantelend, een cyclische trend oproepen.
Ger Leppers
us/ug/31 a
Menigeen vroeg het zich af: zou Jonathan Littell in staat zijn een opvolger te vervaardigen voor zijn verpletterende totaalroman 'De Welwillenden'? We kennen nu het antwoord: ja, dat kon hij. Maar waarover zou zo'n roman kunnen gaan?
'De Welwillenden' had als hoofdpersoon een gecultiveerde homoseksuele nazi, Max Aue, die na de oorlog de dans der gerechtigheid was ontsprongen. Op zijn oude dag blikte hij zonder spijt terug op zijn eigen misdaden en op de gruwelen van de oorlog. De roman was zorgvuldig gedocumenteerd en bevatte bijzonder realistische beschrijvingen van onder meer de massamoord in Babi Yar en de slag bij Stalingrad, die mij de haren te berge deden rijzen.
In het verhaal vervlochten zaten ook verwijzingen naar Aischylos' tragedie 'De Eumeniden'. De verwikkelingen volgden de opbouw van de suites van Bach, en twee detectives die als vier druppels water leken op het duo Jansen en Janssen uit de Kuifje-verhalen bereidden de onthutsende ontknoping voor. Vervreemdende elementen die de auteur vermoedelijk geholpen zullen hebben om greep te krijgen op zijn gigantische stof.
En nu is er dan, twaalf jaar later, 'Een oude geschiedenis'. De Franse tekst heeft als ondertitel 'Nieuwe versie,' want er verscheen in 2012 een eerdere uitgave. Die bestond uit slechts twee van de zeven hoofdstukken van de huidige versie. Maar de verhaalstof liet de schrijver vervolgens niet los: in de afgelopen jaren groeide het manuscript uit tot een werkstuk van zo'n 350 pagina's. Ook ditmaal wacht de lezer een unieke, vervreemdende ervaring die hij niet snel zal vergeten.
In meerdere opzichten verschilt Littells nieuwe boek van ''De Welwillenden'. Die roman bevatte een lineair verhaal, en ondanks de aanzienlijke vrijheden die de auteur zich veroorloofde ten opzichte van de realiteit, waren de gebeurtenissen stevig verankerd in de historische feiten. 'Een oude geschiedenis' speelt zich daarentegen af in een volstrekt onwerkelijke droomsfeer, waarin elke verwijzing naar een geografische of geschiedkundige werkelijkheid ontbreekt, en de personages nauwelijks een psychologie hebben.
De zeven hoofdstukken hebben in grote lijnen dezelfde structuur: iemand (soms een man, dan weer een vrouw, verderop een kind, nog weer later een wellustige hermafrodiet, in het laatste hoofdstuk weer een man) stapt uit een zwembad, droogt zich af, trekt een trainingspak aan, loopt een deur door en begint te rennen door een schier eindeloze gang die flauwe bochten maakt. De hoofdpersoon stuit al hollend op een deurklink die toegang geeft tot een ruimte. Later zal hij nog in een andere terechtkomen. In alle zeven hoofdstukken gaat het daarbij grosso modo om dezelfde reeks van ruimten, met grotere en kleinere variaties. Eerst is er een villa, later is er sprake van een flat, een hotelkamer, een bar, een stadswijk, een oorlogszone waar opstandelingen en regeringstroepen elkaar afslachten, maar hij belandt ook op de set van een pornofilm en in een stad waar juist een massale deportatie van een ongewenste bevolkingsgroep plaatsgrijpt. De hoofdpersoon beleeft er een avontuur en betreedt vervolgens een nieuw territorium.
Zijn belevenissen hebben vaak een afstotend karakter, en in de beschrijvingen van het geweld doet dit nieuwe boek dan weer wèl sterk denken aan 'De Welwillenden'. Er vinden heel wat moorden plaats, ook op grote schaal. Vaak worden ze door de schrijver in een paar laconieke woorden afgedaan. De hoofdpersonen worden regelmatig in elkaar geslagen en veelvuldig anaal verkracht, maar ze herstellen steeds na het nemen van een bad of verkwikkende douche.
Het doet wat denken aan Donald Duck die, door een stoomwals verpletterd, op een volgend plaatje weer in model schiet.
Vervolgens rennen ze een nieuwe gang in, nieuwe avonturen tegemoet. Aan het slot van zijn reis ligt de hoofdpersoon telkens weer in het vertrouwde en geruststellende zwembad en neemt hij een duik in het regenererende water: "mijn evenwicht kwam plotseling terug en ik richtte me weer op, mijn lichaam hervond zijn as en ik dook, met aangespannen spieren en mijn benen tegen elkaar geklemd, recht als een lans het zwembad in, met mijn volle gewicht het serene, glinsterende water klievend."
Het is een vreemde, verontrustende droomwereld die de schrijver in een zeer beeldende taal oproept, met spaarzame momenten van geluk. Dat ik ademloos doorlas is te danken aan Littells zeer levendige pen en beschrijvingskunst, maar ook aan het spel met de structuur, de wijze waarop in elk van de zeven versies allerlei personages en decorstukken steeds weer terugkeren en anders belicht worden. Naast de personages en de gang die de ruimtes verbindt, zijn dat onder meer een grijze kat, een stroomstoring, een glas gin-tonic en een grasgroen-goudkleurige. Dat maakt je (of maakte althans mij) benieuwd naar de manier waarop dezelfde elementen in een volgende variatie terug zouden komen. Het gaf een aangename soort herkenning, zoals wanneer in een muziekstuk een vertrouwd motief terugkeert.
De lezer van dit boek blijft achter met vragen. Verwijst het verhaal ergens naar? De titel en de Franse ondertitel doen het vermoeden, maar de schrijver is zo weinig scheutig met aanwijzingen dat daar voor de doorsnee-lezer moeilijk een vinger achter te krijgen is. Zou de verwijzing naar Glucks opera 'Armide' een aanwijzing kunnen zijn?
'Een oude geschiedenis' zal, met zijn overdaad aan seks en geweld, zeker niet ieders smaak zijn. Als lezer van Littell moet je tegen een stootje kunnen. Dat neemt niet weg dat de schrijver met dit stevig geconstrueerde, raadselachtige boek waarschijnlijk de intrigerendste roman van het jaar heeft geschreven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.