De pelikaan : een komedie
Martin Michael Driessen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DRIE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, © 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DRIE |
Arjan Peters
ob/kt/19 o
Met het zoeken naar zingeving en zelfkennis zijn we, zowel binnen als buiten de literatuur, inmiddels zo vergroeid dat niemand meer zonder lijkt te kunnen. Bij wijze van alternatieve therapie, bestaande uit één betaalbare sessie, is de roman De heilige van Martin Michael Driessen (65) aan te bevelen, de memoires van een schelm die een heel afwisselend leven kon leiden door permanent af te zien van het zoeken naar zelfkennis - een vermoeiende bezigheid die nog confronterend kan zijn ook.
Donatien heet de Fransman die het woord krijgt, hij leefde van 1789 tot 1839, een charmante oplichter en fantast, die uiteindelijk niet meer het gevang uit mag, maar aldaar nog een laatste transformatie bewerkstelligt, namelijk tot bebaarde heremiet en tuinier met geneeskrachtige handen, wat hem de status van heilige zou hebben opgeleverd.
We hebben geen andere bron dan deze verteller, en als er iemand onbetrouwbaar genoemd kan worden, is hij het wel. Dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn opmerking dat er binnen enkele decennia na zijn dood een beschrijving van zijn uitzonderlijke leven is verschenen.
Twintig jaar geleden begon de opera- en toneelregisseur Martin Michael Driessen aan zijn schrijverscarrière, en valt sindsdien op door zijn voorkeur voor exotische decors, historische personages en parabels met een aanzienlijke amusementswaarde. Een novellenbundel als Rivieren (2016, bekroond met de ECI Literatuurprijs) hadden we in de vaderlandse literatuur niet meer gezien sinds het welluidende debuut Zuidland (1990, AKO Literatuurprijs) van P.F. Thomése.
De menselijke identiteit is fluïde, stelt Donatien in de nieuwe roman, en aan het Griekse gezegde 'Ken uzelf' heb je niets, want 'je bent wat je doet, bespiegelingen komen altijd achteraf'. Deze filosofie, of liever het afzien daarvan, komt hem goed van pas, daar ze hem ontslaat van schuld, spijt of zelfkritiek, lastige begrippen die voor oponthoud en sombere gedachten kunnen zorgen.
Liever gaat hij niet bij de pakken neerzitten, maar neemt de benen als hem de grond onder de voeten te heet wordt: 'Ik stond waardig op. Waardig opstaan is een van mijn specialiteiten. De kunst bestaat erin dat men de ander beschaamd achterlaat door het gesprek zelf te beëindigen. Men trekt zich terug maar behaalt de morele zege.' Donatiens adviezen zijn niet alle even navolgenswaardig, maar als stoomcursus 'zelf schelm worden' bevat De heilige zeker bruikbare tips.
Onverbeterlijk
Hij komt nog eens ergens, en vlindert overal doorheen: op het slagveld steelt hij een medaillon van een dode Duitser, dat hem naar een vrouw voert, met de Engelse lord Beaufort oefent hij zich in het meten van de snelheid van wolken, hij werkt in een circus, verwekt nageslacht zonder ervoor te zorgen, pleegt moorden, noemt zich een nobele bandiet, komt op een wonderlijke expeditie in de woestijn van Chili terecht, krijgt levenslang en besluit dan 'een goed mens' te worden - en ook dát is een rol, tegen die tijd trappen wij er niet meer in. Maar zijn omgeving wel.
Als hij een baard laat staan en over helende krachten blijkt te beschikken, doet Donatien denken aan Radovan Karadzic, de Servische oorlogsmisdadiger naar wie al lang werd gezocht voordat hij in 2008 werd gearresteerd, onherkenbaar geworden door zijn lange baard en zijn florerende praktijk als alternatieve genezer.
Door jezelf op te stellen als een acteur in het leven, laat Donatien zien, kun je het lang uitzingen. In de fijne stijl van de smeuïge verteller levert Driessen ons sterke verhalen en mooie zinnen: 'De nieuwe dag nam alle tijd, als een vrouw die weet dat ze begeerd wordt en haar aanbidder laat wachten terwijl ze zich mooi maakt.' Door zo'n stem wil je je, voor de duur van een roman, met plezier laten inpakken - want ook een lezer kan een opportunist zijn.
Een en ander voorkomt niet dat het knagen alsnog een aanvang neemt, na het dichtslaan van dit boek. Driessen geeft weliswaar een mooi beeld van de periode tussen de Franse Revolutie en de romantiek, hij laat de schrijvers Von Platen, Toergenjev en Victor Hugo het pad van de onveranderlijk onverbeterlijke picaro kruisen en zorgt voor lucht in onze somtijds topzware letteren. Het pleit voor Donatien dat we hem niet kunnen vastpinnen en dat ook zijn inkeer weer geacteerd is. En toch had deze lezer van deze joyeuze schurk méér willen horen dan dat zingeving 'verregaand een kwestie van toeval' is. Niet zozeer om er zelf iets aan over te houden, maar om te voorkomen dat hij die dekselse Donatien weer snel zal vergeten.
Van Oorschot, 240 p.; 22,50 euro.
Guinevere Claeys
te/ep/27 s
Voor Martin Michael Driessen ontdekte wat een schrijver hij is, regisseerde hij opera's. De Nederlander die in de taal van zijn moeder dramaturgie ging studeren in München, bouwde daar een succesvolle podiumcarrière op. Pas op zijn 45ste, en kort na het verlies van zijn zoontje, debuteerde hij met de fantastische ridderroman Gars. Hij zei daarover: 'Ik ben Gars beginnen schrijven vanuit een machteloze woede tegenover het noodlot.'
Daar is hij nooit mee gestopt. De volgende twintig jaar zou hij woedende verhalen blijven schrijven over en tegen dat noodlot. Jozef die zijn pleegzoon Jezus ontvoert om hem te behoeden voor die voorspelde dood; twee soldatenbroers die in ijltempo hun positie berekenen in afwachting van de bevelhebber die elke vierde soldaat wil laten executeren; een alcoholverslaafde acteur die tijdens een solitaire kanotocht zijn laatste fles whisky vol goede voornemens in de rivier gooit en door diezelfde fles fataal achtervolgd wordt. Met dat laatste verhaal opende hij de buitengewone novellebundel Rivieren, waarmee hij de ECI-literatuurprijs won en de Libris onterecht niet - Rivieren mocht als novellebundel niet deelnemen, terwijl je het net zo goed als een romanbundel had kunnen zien.
Schurk
En daar is nu De heilige. 'Een schelmenroman.' Driessen houdt van duidelijke genrebepalende ondertitels, hij wil dat je weet waaraan je begint. Laat over zijn boeken geen twijfel bestaan. Ook binnenin geeft hij door voortdurende voorafspiegelingen de plot weg. Liever dan spanningsbogen bouwt de schrijver-regisseur vernuftige composities.
Zoals meestal bij Driessen speelt De heilige zich elders en vroeger af. Een verhaal moet voor Driessen soeverein zijn, en dus tijdloos en universeel. Zo lezen we de onwaarschijnlijke memoires van de Franse Donatien, een innemende en zelfingenomen molenaarszoon, geboren in het jaar van de Franse Revolutie. Donatien is wat we noemen een schelm, te zeggen: even onbetrouwbaar als onweerstaanbaar. In de bevrijde nadagen van zijn tijd verklaart hij zich zonder vrees en vol verlangen tot 'speelbal van het onbestendige, veranderlijke en beweeglijke'. Schromeloos zoekt Donatien het geluk en de roem, waarvan hij vindt dat hij het verdient. Voor de rest heeft hij weinig bedoelingen, slechte noch goeie. 'Zingeving is verregaand een kwestie van toeval', leert hij ons. 'Planmatig is alleen de wens niet te pletter te vallen, en je op makkelijke wijze te verplaatsen door de jungle.'
De fantastische schurk redt en breekt mensen, moordt en bemint, vrouwen en mannen, kruist het pad van Victor Hugo en Toergenjev, helpt Francis Beaufort de kracht van de wind te meten, en zet zijn eigen heiligverklaring op de sporen. Maar kijk nu, ook de beweeglijke Donatien wordt ingehaald door het verleden. Net wanneer je samen met hem denkt eraan te ontsnappen, is daar dat noodlot weer. Dat was voorspeld, en toch was je hoop gaan koesteren. Het is het leven zelf. Je hoeft het een operaregisseur niet te zeggen.
Trauma
Martin Michael Driessen van alle pogingen om de tijdgeest of de tegenwoordige mens te vatten. Dat is een verademing, en ook een opgave.
Vast zoek je als lezer te hard naar rendement, in de vorm van zelfkennis, of troost. Vast wil de lezer te zeer alleen over zichzelf lezen. En elk boek dat ons luie inlevingsvermogen traint middels een oefening vanop grotere afstand, is welkom. Dat neemt niet weg dat het al eens doorbijten is in deze genre-oefening. Zeker in het uitgesponnen deel over Donatiens bestaan als struikrover is het zonder aanknopingspunten even volharden. Dat doe je, met dank aan het uitzonderlijke schrijven.
Erna word je beloond met een heerlijk derde deel. Opmerkelijk daar is de cruciale anekdote die Donatien al bijna op het eind en terloops vertelt. Hoe zijn vader hem als kind eens aanspoorde hoog van de molen te springen en vervolgens, lachend, toch niet opving. Door deze herinnering, die alle schijn heeft van een wezensbepalend trauma, maar een half paragraafje te gunnen, lijkt Driessen de lezer alweer een lesje te leren. Al krijgt die lezer in dat derde deel ook lekker veel existentiële houvast toegestopt. 'Alles wat onontkoombaar is, boezemt ons angst in, ook het geluk.' Daar kunnen we wat mee. Zeker ook tijdloze boeken zijn bij uitstek eigentijds.
Van Oorschot, 234 blz., 22,50 € (e-boek 10 €).
Arjan Peters
te/ep/14 s
Met het zoeken naar zingeving en zelfkennis zijn we, zowel binnen als buiten de literatuur, inmiddels zo vergroeid dat niemand meer zonder lijkt te kunnen. Of we er gelukkiger van worden, is niet eens te zeggen. Bij wijze van alternatieve therapie, bestaande uit één betaalbare sessie, is de roman De heilige van Martin Michael Driessen (65) aan te bevelen, de memoires van een schelm die een heel afwisselend leven kon leiden door permanent af te zien van het zoeken naar zelfkennis - een vermoeiende bezigheid die nog confronterend kan zijn ook. Hem niet gezien.
Donatien heet de Fransman die het woord krijgt, hij leefde van 1789 tot 1839, een charmante oplichter en fantast, die uiteindelijk niet meer het gevang uit mag, maar aldaar nog een laatste transformatie bewerkstelligt, namelijk tot bebaarde heremiet en tuinier met geneeskrachtige handen, wat hem de status van heilige zou hebben opgeleverd.
We hebben geen andere bron dan deze verteller, en als er iemand onbetrouwbaar genoemd kan worden, is hij het wel. Dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn opmerking dat er binnen enkele decennia na zijn dood een beschrijving van zijn uitzonderlijke leven is verschenen.
Twintig jaar geleden begon de opera- en toneelregisseur Martin Michael Driessen aan zijn schrijverscarrière, en valt sindsdien op door zijn voorkeur voor exotische decors, historische personages en parabels met een aanzienlijke amusementswaarde. Een novellenbundel als Rivieren (2016, bekroond met de ECI Literatuurprijs) hadden we in de vaderlandse literatuur niet meer gezien sinds het welluidende debuut Zuidland (1990, AKO Literatuurprijs) van P.F. Thomése. Waarom zou een schrijver zich toeleggen op het autobiografische zwoegen waartoe zovelen zich beperken, terwijl de vrijheid van het fabuleren nu juist een ontsnapping aan dat calvinistische adagium biedt, lijkt Driessen ons met zijn oeuvre voor te houden.
Weer eens iets anders, in alle opzichten. De menselijke identiteit is fluïde, stelt Donatien in de nieuwe roman, en aan het Griekse gezegde 'Ken uzelf' heb je niets, want 'je bent wat je doet, bespiegelingen komen altijd achteraf'. Deze filosofie, of liever het afzien daarvan, komt hem goed van pas, daar ze hem ontslaat van schuld, spijt of zelfkritiek, lastige begrippen die voor oponthoud en sombere gedachten kunnen zorgen. Liever gaat hij niet bij de pakken neerzitten, maar neemt de benen als hem de grond onder de voeten te heet wordt: 'Ik stond waardig op. Waardig opstaan is een van mijn specialiteiten. De kunst bestaat erin dat men de ander beschaamd achterlaat door het gesprek zelf te beëindigen. Men trekt zich terug maar behaalt de morele zege.' Donatiens adviezen zijn niet alle even navolgenswaardig, maar als stoomcursus 'zelf schelm worden' bevat De heilige zeker bruikbare tips.
Hij komt nog eens ergens, en vlindert overal doorheen: op het slagveld jat hij een medaillon van een dode Duitser, dat hem naar een vrouw voert, met de Engelse lord Beaufort oefent hij zich in het meten van de snelheid van wolken, hij werkt in een circus, verwekt nageslacht zonder ervoor te zorgen, pleegt moorden, noemt zich een nobele bandiet, komt op een wonderlijke expeditie in de woestijn van Chili terecht, krijgt levenslang en besluit dan 'een goed mens' te worden - en ook dát is een rol, tegen die tijd trappen wij er niet meer in. Maar zijn omgeving wel. Als hij een baard laat staan en over helende krachten blijkt te beschikken, doet Donatien denken aan Radovan Karadzic, de Servische oorlogsmisdadiger naar wie al lang werd gezocht voordat hij in 2008 werd gearresteerd, onherkenbaar geworden door zijn lange baard en zijn florerende praktijk als alternatieve genezer. Na Edna O'Brien, die haar roman De rode stoeltjes (vertaald in 2016) deels baseerde op de bijna geslaagde verdwijntruc van Karadzic, is Driessen de tweede auteur die zich door hem heeft laten inspireren.
Door jezelf op te stellen als een acteur in het leven, laat Donatien zien, kun je het lang uitzingen. In de fijne stijl van de smeuïge verteller levert Driessen ons sterke verhalen en mooie zinnen: 'De nieuwe dag nam alle tijd, als een vrouw die weet dat ze begeerd wordt en haar aanbidder laat wachten terwijl ze zich mooi maakt.' Door zo'n stem wil je je, voor de duur van een roman, met plezier laten inpakken - want ook een lezer kan een opportunist zijn.
Een en ander voorkomt niet dat het knagen alsnog een aanvang neemt, na het dichtslaan van dit boek. Driessen geeft weliswaar een mooi beeld van de periode tussen de Franse Revolutie en de Romantiek, hij laat de schrijvers Von Platen, Toergenjev en Victor Hugo het pad van de onveranderlijk onverbeterlijke picaro kruisen en zorgt voor lucht in onze somtijds topzware letteren. Het pleit voor Donatien dat we hem niet kunnen vastpinnen en dat ook zijn inkeer weer geacteerd is. En toch had deze lezer van deze joyeuze schurk méér willen horen dan dat zingeving 'verregaand een kwestie van toeval' is. Niet zozeer om daar zelf iets aan over te houden, maar meer om te voorkomen dat hij die dekselse Donatien weer snel zal vergeten.
***
Van Oorschot; 240 pagina's; € 22,50.
René Dellemann
Martin Michael Driessen (1954) heeft met 'De heilige, een schelmenroman' een bescheiden juweeltje afgeleverd. Het is het levensverhaal van Donatien, een schavuit die leeft in Frankrijk ten tijde van Napoleon en de meest onvoorstelbare avonturen meemaakt. Gezegend met een 'totale ongevoeligheid voor de begrippen goed en kwaad' viert hij het leven als struikrover in de Vogezen, neemt hij deel aan een krankzinnige expeditie naar Zuid-Amerika en kijkt niet op een paar moorden meer of minder. Een schuinsmarcheerder eerste klas, moreel ontoerekeningsvatbaar, weet hij het zo te vertellen dat de lezer er niet aan ontkomt enige sympathie voor hem te hebben. Wanneer hij uiteindelijk in een kerker belandt, werkt hij zich op tot een heuse heilige – met de naam Dieudonné (!) – aan wie zelfs wonderen worden toegeschreven. Hoe onwaarschijnlijk ook, het verhaal blijft boeien tot de laatste pagina. Het verdient aanbeveling langzaam te lezen. Het proza is met zorg gecomponeerd en mag daarom ook terdege geproefd worden. Bovendien is het een fraaie gebonden uitgave met een aangenaam lettertype.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.