De onderspitdelver
Thomas Bernhard
Thomas Bernhard (Auteur), Chris Bakker (Vertaler), Pauline De Bok (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
IJzer, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BERN |
Arjan Peters
em/ov/16 n
Toepasselijk genoeg draagt hij een begrafenispak, de 52-jarige verteller uit Houthakken van Thomas Bernhard (1931-1989). Weliswaar is hij uitgenodigd door het Weense echtpaar Auersberger, dat hij twintig jaar niet heeft gezien, om deel te nemen aan een 'kunstzinnig avondmaal' bij hen thuis, maar die middag heeft hij de uitvaart bijgewoond van Joana, een gefnuikte choreograaf die zichzelf verhangen heeft. Daarom natuurlijk, in een zwakke en sentimentele stemming, heeft hij ja gezegd tegen het vreselijke echtpaar met hun afgrijselijke etentjes waarop alleen maar pluimstrijkers en halftalenten komen.
En hij, de verteller die schrijver is en die in een oorfauteuil heeft plaatsgenomen, glas champagne bij de hand, om in gedachten alles en iedereen uit te kafferen. Ook zichzelf. Hij heeft er de tijd voor om welluidende schimpscheuten te smeden, want alle genodigden worden gedwongen tot na middernacht te wachten met eten. Dan pas zal de Burgtheater-acteur arriveren die Ibsen heeft gespeeld, een 'leeghoofdige bulderbast' wiens woorden zullen worden ingedronken; de verteller windt zich er bij voorbaat over op.
Zeer herkenbaar, de roemruchte roman Holzfällen (1984) van de Oostenrijkse misantroop, eindelijk in het Nederlands vertaald. Of kent niet iedereen dit: je wilt niet naar een feest, want je haat iedereen die daar komt, je blijft liever thuis waar je voor niemand bang hoeft te zijn - maar het is al te laat, je hebt toegezegd en even later maak je deel uit van de gemeenschap, waar niets van je stelligheid overblijft en je het gastvrije echtpaar nog gaat bedanken voor de mooie avond ook.
Grandioos is het spervuur dat Bernhard zijn verteller laat richten op zijn omgeving, op de 'genieënvernietigingsmachine' die Wenen heet, en op zichzelf, net zo'n poseur als de verachtelijke literatoren die zich voor een prijsje, buitenlands reisje of subsidietje verlagen tot geslijm en leugenachtigheid. Eén keer moet hij lachen, als de beschonken gastheer tegen de steracteur zegt dat het hem verbaast dat zo weinig Burgacteurs zich ombrengen, 'terwijl ze daar toch alle reden toe hebben', gezien hun erbarmelijke spel. Op zoveel hardhandigheid had de zelfingenomen Burgacteur niet gerekend.
Intussen begrijpen we dat de wrange lach van de woedende observator en luisteraar in zijn oorfauteuil ook een verwrongen hommage is aan Joana, die zo vereenzaamd was dat ze een eind aan haar leven heeft gemaakt. Zodat ze in elk geval van dit kunstgespuis verlost is.
De auteur stond niet bekend als mensenvriend, maar zowel in deze roman als in de novellen Ja (1978) en De dagschotelaars (1980), eveneens onlangs vertaald, valt juist zijn mededogen op met eenlingen die er niet in slagen zich af te leiden van de enige zekerheid in het leven: dat we dood moeten. In Ja herdenkt de verteller een Perzische vrouw met wie hij in een gelagkamer een uur lang zwijgend kon praten, 'en ons gesprek was een van de meest inspirerende gesprekken die je je maar kunt voorstellen, woorden, uitgesproken en voor de oren aaneengeregen, hadden niet het effect kunnen hebben dat die zwijgzaamheid had'.
Samen zwijgen is ook voor de cholerische auteur misschien wel de aangenaamste, althans minst verwondende vorm van menselijk gezelschap geweest.
****
Uit het Duits vertaald door Chris Bakker en Pauline de Bok. IJzer; 255 pagina's; € 22,50.
M.B. Malm
'Houthakken' van de 1931 in Heerlen geboren en in 1989 overleden Oostenrijker T. Bernhard is oorspronkelijk in het Duits verschenen in 1984 en wordt nu uitgegeven in een Nederlandse vertaling van C. Bakker en P. de Bok. Deze roman, die speelt op één avond, is eigenlijk een innerlijke monoloog waarbij de auteur zijn gedachten laat gaan en zijn gif spuit over een avondgezelschap, dat uitgenodigd is om een ‘nachtmaal’ bij te wonen met een bekende acteur van het ‘Burgtheater’ in Wenen. Allen hebben iets te doen met kunst en zien zichzelf als grote en geslaagde kunstenaars. De schrijver heeft een hekel aan hen allen en ventileert dit via zijn gedachtenspinsels. Zowel de inhoud alsook de schrijfstijl vragen zeer veel van de lezer, zeker enige leesvaardigheid, om de ingewikkelde zinnen, vele herhalingen en verwijzingen te kunnen plaatsen. Omdat een aantal kunstenaars zich herkende in de beschreven figuren, was deze roman een tijdlang verboden in Oostenrijk. Maar de roman is onderhoudend en geeft stof tot nadenken over de rol van kunstenaars, de staat en de maatschappij. Buitengewoon aan te bevelen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.